32e JAARGANG DINSDAG 22 APRIL 1941 No. 46 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN 1 HET GOUD VAN DE EENZAME HOEVE WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden f 1.30. UITGEVER: CORN. J. BOSKER WIERINGEN. BUREAU Hippolytushoef Wieringen Telefoon Intercomm. No. 19. ADVERTENTIëN Van 1 5 regels f 0.60 Iedere regel meer f 0.12 r\r DDcmcDC t de Overijsselsche landbouworganisa- üt. a.s. AKtJh.lUt.Ki VUUK tieSi do i',iesche Landbouw Mij. en de DE URKER OF N.O. POLDER Met groote belangstelllng wordt liet werk in en het voorbereidende werk voor de Urker- of Noordoositpolder gevolgd. Nu reeds groote stukken van deze nieuwe polder droog komen te liggen, zal binnen afzienbare tijd ook begon nen worden met. het werk IN de pol der werk dat in de eerste plaats ge daan zal moeten worden door polder jongens, die hun taak behoorlijk zul len kunnen verrichten. Hiertoe zijn reeds verschillende jon ge mannen in opleiding, uit welke groep straks de voormannen zullen worden genomen. Over deze opleiding lozen we liet vol gende in „de Telegraaf'-' Ergens in de buurt van Wanneper- veen hangt de mand in de mast. Dat wil in grondwerkerscode zeggen „Er wordt gewerkt." Twintig jonge boerenzoons volgen daar 'n „polderjongenscursus" van on geveer acht a negen weken. En dan., de polder in. Want ze zullen de pio niers in de Noordoostelijke polder wor den. En met hen een ltiO jonge kerels, die in Wanneperveen, Heiloo, Slagha ren, Yasse, Gorredijk en Weert worden opgeleid, om straks mee te kunnen helpen Nederland er een vruchtbaar gebied bij te geven. Inderdaad opge leid, want niet iedere landarbeider is geschikt voor het werken in de woes tenij, die de N.O.-polder voorloopig nog zal wezen. Dat heeft de ontginning van de Wierïngermecr geleerd. Een polderjongen is een vakman, die pre cies weet hoeveel meter van een be paalde soort grond liij in een bepaalde tijd kan verzetten, die weet hoe hij een bepaalde sloot moet graven en die de waarde van het in groepsver band werken kent. „Waarom heeft men voor de oplei ding juist boerenzoons uitgezocht" zal men vragen. Wel, omdat de N.O.-polder, in legen stelling met de Wieringermeer. dade lijk ontzilt is en dus direct productief gemaakt kan worden. Er zal m de toekomst een nauwe samenwerking ontstaan tusschen het ontginnings werk en het "oogstwerk en daarom heeft men in de nieuwe polder liefst landarbeiders, die zoo noodig liet pol- d er werk met het landarbeiderswerk kunnen combineeren. Op grond van deze overweging heeft de Gront Maatschappij (die liet ont ginningswerk uitvoert) zich, in over leg met de directie van de Wieringer- meerpolder (in de toekomst directie der IJsselmeerpolders) verstaan met de landbouw-technische comissie uit N.C.B. in Noord-Brabant. Dit overleg heeft tot gevolg gehad, dat eenige af gestudeerde cursisten van .landbouw- winterscholen door de landbouworga nisaties in staat gesteld zijn, zich te bekwamen voor en voor t.e bereiden op hun werk in de nieuwe polder. De kans is voor de jongens groot, dat deze stap voor hen het begin wordt van een definitieve vestiging in de polder. Want de directie van de Wieringermeer geeft bij het verpach ten van de boerderijen tot op zekere hoogte de voorkeur aan menschen, die reeds in de polder hebben gewerkt, die de groei van het nieuwe land hebben meegemaakt en die de toestand en de waarde van de bodem door en door kennen. Het is de bedoeling dat een deel van de jongens'in de polder dienst zal doen als voorwerker. De Gront Mij. heeft namelijk groote behoefte aan een behoorlijk aantal goede, voorwerkers en deze zijn dun gezaaid. PRACTIJK EN THEORIE. Onderwijs en productief werk gaan bij de opleidingscursussen samen. Het zijn hoofdzakelijk grondverbeterings- en ontginningswerkobjecten, waaraan gewerkt wordt en de animo bij de jonge knapen is groot. Ze werken hard, w ant het is hun eigen belang. Af gezien van het feit, dat ze in stukloon betaald worden (en er zijn nu reeds ploegen, die f 14 per week verdienen), wordt hun werk van dag tolt dag be oordeeld door een ervaren voorwer ker van de Gront Mij., die bij elk ob ject de leiding heeft. Nauwkeurig houdt deze de puiUenlijs.t van eiken leerling-polderjongen bij en aan het eind van de opleiding worden de bes ten aangesteld tot. voorwerker in de N.O.-Bolder. Dijt is een functie, die men niet moet onderschatten. Want kan men uitste kend met de pan (schop) omgaan, dit houdt niet in, dat men tevens een goc jde voorwerker is. Daarvoor komt nog wel iets meer kijken. Een voorwerker moet in de eerste plaats een psycho loog zijn. Hij moet de moed er in we ten te houden, als de regen en wind over de troostelooze en moeilijk be gaanbare polderbodem giert,, hij moet zijn ploeg overeind we,ten t.e houden als een dag de verdiensten eens wat minder zijn, hij moet hun de liefde, voor de arbeid bijbrengen en de grootschheid van hun pionierswerk onder het oog kunnen brengen. Maar hij moet ook een loonstaat kun nen opmaken, hij moeit kunnen zeggen, wat het vervoer van een kruiwagen zand over 100 M. moet kosten, hij moet in een oogwenk de extra vergoe ding kunnen vaststellen, die de ploeg FEUILLETON. door CHARLES ALDEN SELTZER. 22.) Brazo dacht, wel, dat hij wist, wat er gebeurd was. Hij had wel gezien gezien hoe Ella en Anderson den vori gen avond samen op den omgevallen boom hadden gezeten. Hij herinnerde zich, dat zij op gedemplen toon hadden gesproken. Toen moesten zij de bijzon derheden van hun reis naar Corney besproken hadden. Anderson was een goed mensch. An derson had niett gelogen, als hij Ella verteld had, dat hij wist hoe een huis gebouwd moest worden, want hij had er verscheidene helpen bouwen. Even eens was Anderson goed op de boogie van vee en kende een massa veehou ders. Ook kende bij een massa men schen in de streek, want hij had over al gewerkt. Daarenboven was Ander son groot en sterk en zag er goed uit. Brazo's glimlach verried een tikje cynisme, maar zijn voornaams'c ge voel was toorn over het feit, dat hij niet geraadpleegd was over de bijzon derheden van den tocht. Zij hadden hem er heelemaal buiten gehouden. HOOFDSTUK XU- Brazo's toorn was niet van langen duur. Hij zag steeds Ella voor zicli, zooals zij was, toen zij uit het huisje kwam, met een der oude jassen van haar broer aan. Het kleedingstuk was haar veel te groot. Het hing in plooi en, als een deken, om liaai' heen. Het was te breed in de schouders. De mou wen waren te lang en zij had ze omge slagen, zoodat de voering zichtbaar werd. Maar zij had de scheur in haar lijfje gemaakt. Brazo had haar mooier dan ooit ge vonden. Het contrast van de zachte stevige huid aan haar hals en gelaat met het ruwe manncnkleedingstuk was verrassend. En toch zag Brazo er iets roerends in. Zij probeerde om een werk voort te zetten, dat een man be gonnen was. Zij bezat niet liet. postuur en de kracht van haar broeder en toch had zij den moed en hot vaste voornemen om in zijn voetstappen t.e treden. Er was een uitdaging in haar oogen geweest, toen zij naar buiten kwam met de jas aan. Het was alsof het kleedingstuk het beroep dat zij op hem deed onder streepte. Zwijgend vestigde het de aandacht op haar vrouwelijke bekoor lijkheden, de satijnen glans van haar huid, do zachtheid van haar vleesch, de bekoorlijkheid van haar gevulden hals en kin. Brazo's toorn kon niet van langen duur zijn omdat hij met diep meege voel voor het meisje vervuld was. Zij had over een valies gesproken, dat zij meegebracht had en in het verhaal van haar lotgevallen had zij hem ver teld, dat de bandieten het haar afgeno men hadden. Ongetwijfeld bevatte het verlies toiletbenoodigheden, die voor haar van groote waarde waren, die zij niet kon vervangen in den winkel van Corney en die zij, als helt valies niet terug gevonden werd, zou moeten ontberen. Zij had niet over het valies gesproken, zij had niet. gerept over het verlies daarvan, nadat zij verteld had, wat haar overkomen was. Maar (moet hebben als er plotseling een moeilijkheid opduikt. Hij moet verder iets van meetkunde afweten om de glooiing van een talud te kunnen vast stellen of om een sloot over honderden meters recht te kunnen doortrekken. Het is duidelijk, dat niet iedere leer ling voorwerker zal worden. Maar de polder in gaan ze allemaal. Een week of drie, vier, zijn de jonge hoeren daar nu in de leer. Dat hel hard werken is, .daarvan get'uigt het exitra-ti-antsoen van 100 pCt. voor brood, vleesch en ve'. Maar ze verdienen het en waar schijnlijk zullen deze extra-rantsoenen voor Nederland hun waarde dubbel en dwars opbrengen. GEMAAL BIJ VOORST IN WERKING. Water in N.O.-Polder reeds 40 cm. gezakt. Heden Maandag is het gemaal hij de Voorst in werking gesteld Met dit be langrijke feit in de ontwikkeling van de droogmaking van den Noordoost- polder is wederom 'n mijlpaal bereikt. Tot dusver werd het water alleen uitgeslagen door het gemaal te Lem mer. Gedurende de maanden,, dat hel in werking is, zakte het water in den polder met ongeveer 40 cm. Men kan dat duidelijk waarnemen aan de Over ijsselsche kust en bij Urk, op die plaat, scn, waar weinig water stond en die nu reeds groot endeels zijn drooggeval len. Wanneer het gemaal te Voorst zijn werkzaamheid daar bij zal voe gen, zal het. resultaat der bemaling zich weldra nog duidelijker afteeke- ncn. In November denkt men het der de gemaal, dat te Urk, klaar te heb ben. Daarna zal het droogkomeu van het Urkerland nog slechts een kwestie van korten tijd zijn. Reeds dft voorjaar gaan de eerste ar beiders naar den polder om de droog- geraakte gronden voor den cultuur gereed te maken. BINNENLANDSCH NIEUWS. MILITAIR APPèL OP HET BINNENHOF. Voor den verjaardag van den Fuhrer. Het A.N.P. meldt Met het oog op den 52-sten verjaar dag van den Fuhrer, Adolf Ilitler, is Zaterdagmiddag op het Binnenhof te 's-Gravenliage een militair appél ge houden, waaraan het bataljon van het luchtwapen en detachementen van leger, marine en SS-troepen der Duitsche Weermacht deelnamen. In open carrévorm stelden zich de militairen te ruim twaalf uur op dit historische binnenplein op. tegenover den voorgevel van de Ridderzaal. De niet-ingedeelde officieren vormden 'n haar hopeloos uiterlijk had zwijgend getuigd van haar behoefte aan den in houd. En nu herinnerde Brazo zich de uitdaging in haar oogen, toen zij met de jas van haar broer aan, in het huis je naar hen allen stond te kijken. Bra zo herinnerde zich, dat haar blik met bijzondere scherpte op hem gerust had Zij had hem zonder woorden ver teld, dat zij den inhoud van het va lies moest hebben i Brazo ging naar het verborgen dal en ving Blinky. Hij leidde het paard naar de deur van het huisje, zadelde hem op en schoof zijn geweer in de zadelholster, steeg op en reed het bassin in. Ilij wist niet precies, waar hij Wolf Wilson's schuilplaats moest zoeken, maar hij herinnerde zich, dat Ella hem verteld had, dat zij na haar ont vluchting in Oostelijke richting was gereden en daarom reed Brazo nu naar liet Westen. Toen hij het bassin uit was kwam hij op een effen zandvlakte. De rivier had een scherpe bocht gemaakt naar het Noorden een ravijn in. Ilij was er zeker van, dat Ella haar daar niet was gevolgd, daarom bleef hij regel recht naar het Westen gaan. Twee da gen en een nacht waren voorbij ge gaan sedert liet meisje haar avontuur met de bandieten had gehad en Brazo had geen hoop om eenig spoor te vin den door haar paard gemaakt, toen zij wegstormdc van de schuilplaats der bandieiten. Maar Brazo reed> ver scheidene malen over de vlakte en eensklaps hoog hij zich voorover, om eenige hoefsporen te bestudeeren, die in rechte lijn uit Zuidwestelijke rich ting schenen te komen. Brazo volgde de sporen een mijl ver. Zij waren niet altijd zichtbaar, vleugel aan de zijde van het Tweede Kamer-gebouw en ter rechterzijde daarvan vrij gehouden voor civiele ge noodigden. Bij den hoofdingang van de Ridder zaal was op het. Binnenhof een pal- mengroep geplaatst, welke werd ge flankeerd door twee Duitsche oorlogs- vlaggcn. Te half een kwam, terwijl de muziek den presenteermarsch deed hooren, de militaire bevelhebber in het bezet te Nederlandsche gebied, vliegergene raal Fr. Christinansen, die den troep inspecteerde. Generaal Cliristiansen hield hierna een korte, toespraak. Wij zijn - aldus spreker - vandaag aangetreden met het oog op den 52- sten verjaardag op morgen van onzen Fuhrer. Het is niet mijn bedoeling, hier een lange rede te houden. Doch een ding willen we hier vaststellen wij bren gen deir eeregroet voor dezen eenvou- digen mensch, die in ons aller hart leeft en die ons allen als voorbeeld voor oogen staat. Wat de Fuhrer voor ons doet is nauwelijks met woorden te schetsen. Wij, soldaten, denken hierbij terug aan don wereldoorlog, waarin Adolf Hitier als eenvoudig sol daat het vaderland verdedigde. Wij denken aan den langen oolitieken strijd, die op den wereldoorlog is ge volgd en in welken tijd Hitier het hart van het geheele Duitsche volk heeft weten te veroveren. Wij denken aan de geweldige omwenteling, die hij heeft weten tot stand te brengen. W ij eoren den Fuhrer als generaal veldheer, die Duitschland weder heeft vrijgemaakt, wij eeren hem, die van soldaat tot staatsman is opgeklom men op een wijze, zooals de wereld nimmer tevoren had gezien. De Fuhrer is tevens van ons allen een kameraad, zooals wij er nimmer te voren een heb ben gekend. Op deze plaats beloven wij onzen Fuhrer opnieuw onze onvergankelijke trouw. Spreker besloot met een driewerf Sieg Ileil, waarmede allen luide in stemden. De korte plechtigheid was hiermede geëindigd. RIJKSCOMMISSARIS BEVORDERD. Telegram van dr. Seys Inquart aan den Fuhrer. Het. A. N. P. meldt De Fuhrer heeft den Rijkscommissa ris voor de bezette Nederlandsche ge bieden., dr. Seyss-lnquart bevorderd tot S.S.-Obergruppenfuhrer. De Fuhrer heeft den hóheren S.S.- und Polizeifuhrer, Brigadefuhrer und General-major der Polizei Rauter be vorderd tot S.S.-Gruppenfuhrer en Generalleutnant der Polizei. De Rijkscommissaris voor de bezette Nederlandsche gebieden, Rijksminis ter Seyss-lnquart; heeft den Fuhrer het volgende telegram gezonden 's-Gravenhage, 20 April 1941. Mijn Fuhrer, In dezen tijd van de grootste betee kenis leidt U het Duitsche volk op weergaloos strijdvaardige wijze naar zijn vooraanstaande plaats in de wereld. Het Duitsche volk volgt l", mijn Fuhrer, met den ernst en ae vastbeslotenheid, waartoe gij uw volk hebt opgeleid. Op uw verjaardag échter richten zich tot u de harten van alle Duit- schers en van al onze vrienden met. bijzonder vurige en blijde wenschen, terwijl zij u een geen grenzen ken nende liefde betuigen, welke u, mijn Fuhrer, in ons hebt gewekt. Wij, die uw opdracht in Neder land vervullen, groeten u op den dag van heden, in volmaakte liefde en trouw. Heil mijn Fuhrer. (w.g.) SEYSS-INQUART. AFBLIJVEN VAN NEERGE SCHOTEN VLIEGTUIGEN. Niet nakomen van bevelen kan den dood tengevolge hebben. Plet A. N. P. meldt De Wehrmachtsbefehlhaber in Nederland maakt bekend Eenige dagen geleden deed zich in het Zuiden van Nederland de volgende, betreurenswaardige gebeurtenis voor. Een Biïtsch vliegtuig was neerge stort en lag vernield op den grond. De bevoegde Ortskommantur had direct een post bij de plaats van neerstorting gezet, welke het vliegtuig tot.de oprui ming te bewaken had. Geen burger mag, zooals bekend is, de plaats van het ongeluk en vooral niet de overblijf selen van liet neergeschoten vliegtuig naderen. Evenwel werd deze algemeen beken de maatregel Uier niet nagekomen. Niettegenstaande kerhaade waarschu wing door den post. liep een Hollander telkens weer op het wrak toe, om dee- len van het vliegtuig af te scheuren en te „verzamelen." Ten slotte loste de post een waar schuwingsschot. Ook dit schrok den burger niet af, die zijn ongehoorzaam heid ten slotte met den dood moest boeten. Deze gebeurtenis is een ernstige waarschuwing en moge telkens op nieuw aanleiding zijn, in het bijzon der voor de jeugd, te bedenken, dat neergeschoten vliegtuigen geen objec ten zijn voor verzamelaars en dat vóór alles de bevelen van Duitsche posten dadelijk nagekomen moeten worden. Ongehoorzaamheid kan den dood brengen. maar waar hij ze zien kon,, waren ze diep en hij zag aan de wijze waarop de indrukken gegroepeerd waren, dat het dier, dat ze gemaakt had, hard ge loopen had. Hij volgde ze tot den zoom der vlakte en verloor ze toen op een rotsachtige helling. Maar een halve mijl verderop vond hij ze weer terug. En nu voegde zich een ander stel bij de eersten. Brazo kwam tot het be sluit, dat Wilson hier het meisje in het donker was kwijtgeraakt. Hij had haar waarschijnlijk niet weer in het oog gekregen voor zij den top van den rotsrand boven het. bassin bereikte, waai zij zich een oogenblik tegen de lucht moest afteekencn. De beide groepen sporen leidden door een droge waterloop naar een plateau. Hier maakte de rivier weer een bocht en een tijdlang reed Braoz langs de oevers, onder eenige boomen. Do spo ren waren hier diep en duidelijk. Hij raakte ze weer kwijt, tusschen eenige heuvels. Maar achter de heuvels vond hij ze weer en volgde ze over een an dere zandvlakte. Iiier scheidden ze zich. Een groep groep kwam uit het W esten de an dere naderden hem met een hoek uit het Zuidwesten. Dit moest ongeveer de plok zijn, waar Wilson het meisje, nadat zij ontvlucht was, voor het. eerst in het oog kreeg. Brazo kwam tot do overtuiging, dat Wilson op zoek naar het meisje, naar hel Zuiden, naar Corney gereden zou zijn, in de meening, dat zij. omdat zij niet wist, waar Henley's huisje lag, geprobeerd zou hebben om de stad te bereiken. Daarom volgde Brazo de sporen, die uit het Westen kwamen. Op eenigen afstand van de plek, waar de beide spoorgroepen samenlie pen, verloor Brazo de groep, die hij volgde. Hij zag ze niet meer. Maar hij twijfelde er geen oogenblik aan, of Ella was zoo recht mogelijk, als het karakter van het land toestond, in Oos telijke richting gegaan. Natuurlijk zou zij, als zij de mannen, die haar zochten, niet in het oog had gekregen, de open plekken en de vlakten geko zen hebben. Maar hij herinnerde zich, dat zij hem verteld had, dat zij eeni gen tijd door een boschje gereden had en in dat geval was zij een heel eind van de rechte lijn afgeweken. De mo gelijkheid bestond, dat Wilson's schuil plaats niet zoo ver van Henley's wo ning aflag, als Ella gedacht had en tegen den middag kreeg Brazo de over tuiging, dat hij er niet meer ver van af was. De schuilplaats moest dicht bij het. water liggen, daarvan was hij overtuigd en even over twaalven zat. hij, overeenkomstig zijn berekening, onbeweeglijk op zijn paard op een be groeide hoogte, achter oen groep ru we struiken, naar een klein huisje te kijken. Hei huisje stond bij den oever van een rivier op een plateu, dat niet moer dan een kwart mijl breed was. Het was misschien een mijl lang en he' Westelijk eind liep spits toe in een ra vijn, dat in het plateau gehouwen scheen te zijn. De bodem van het pla teau was bedekt met een wild mengel moes van boomen en struiken. Er was geen bepaald pad doorheen. Bij het huisje was een kleine corral, waarin verscheidene paarden liepen. Een zadel hing aan een der corral-pos ten. bij een hek. Er kwam geen rook uit den schoorsteen van liet huisje en geen menschelijke gestalte was zicht baar voor Brazo. Oogenschijnlijk was de schuilplaats verlaten. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1941 | | pagina 1