Spoorwag- Dienstregelingen MINNES Middenstandsdiploma 18 September Bosker's Papierhandel Meubelfabriek EIK EN LINDEN - Lindengracht 10-16 A L K M A A R s» m a MAKELAAR - WIERINGEN HYPOTHEEK Aigemeene Handelskennis Hippoiytushoef - Middenmeer VEREVENINGSHEFFING INGESTELD. Verschuldigd door den werk gever. Dekking grootere uitgaven voor sociale verze kering. 's Gravenhage, 16 Aug. Het Veror deningenblad bevat een besluit van de secretarissen-generaal van de Departe menten van Sociale Zaken en van Fi nanciën betreffende de vereveningshef fing. Hierbij word het volgende bepaald Artikel 1. 1. Van werkgevers wordt een vcreve- ningsheffing gelieven. 2) Als werkgever wordt beschouwd hij. die aan een werknemer loon verschul digd is, als werknemer wordt beschouwd hij, die volgens de artikelen 2 en 3 van het Besluit op de loonbelasting 194U (no. 224/1940) en de met betrekking tot die artikelen uitgevaardigde uitvoerings- voorsehriften aan de loonbelasting is onderwerpen. Artikel II. 1.) De heffing wordt naar den maat staf van het loon geheven. 2) Het loon wordt opgevat en bere kend volgens de artikelen 4, 5 en 6 van' het besluit op de loonbelasting 1940 en de met betrekking tot die artikelen uit gevaardigde uitvoeringsvoorschriften met dien verstande, dat niet als loon worden aangemerkt 1. Belooningen, welke uit een vroegere dienstbetrekking van den genieter van een ander worden genoten. 2. Belooningen, welke als commissaris van vennootschap, vereeniging of an dere rechtspersoon worden genoten. 3. Belooningen, welke worden geno ten uitsluitend of nagenoeg uitsluitend wegens het verrichten van huiselijke diensten in de huishouding van private personen. 4. Belooningen, welke anders dan in gevolge een arbeidsovereenkomst uit een publiekrechtelijke dienstbetrekkin; worden genoten. 5. Belooningen, welke als leerkracht in dienst bij een inrichting of instellini van onderwijs worden genoten, indien de leerkracht door het rijk pensioen is verzekerd. 6. Belooningen, welke in dienst van een publiekrechtelijk lichaam worden genoten, indien den werknemer bij een verordening welke voldoet aan de in ar tikel 36 der Invaliditeitswet gestelde voorwaarde, pensoen is verzekerd bij invaliditeit en bij ouderdom. 8. Belooningen, welke in dienst van een ondernemer van een spoorwegdienst als bedoeld bij de Spoorwegen, worden genoten, indien voor den werknemer een regeling betreffende pensioen bij invaliditeit en ouderdom is getroffen, welke voldoet aan de in art. 38 der In validiteitswet gestelde voorwaarden. 9. Belooningen, welke ingevolge een dienstbetrekking worden genoten, waar bij ten aanzien van pensioen bij invali diteit en ouderdom een regeling is ge troffen, welke voldoet, hetzij aan de in artikel 39 der Invaliditeitswet, hetzij aan de in artikel 40 der Invaliditeitswet- gestelde voorwaarden. (3) Onder commissarissen worden voor de toepassing van lid 2 en onder 2, verstaan de personen, die, onder wel ken naam ook, belast zijn met het toe zicht op het bestuur, ongeacht of zij bijkomstig ook aan de bestuurstaak deelnemen. Bedrag der heffing. Artikel III. (1) De heffing bedraagt 4'/ï ten hon derd van het loon. (2) De heffing is verschuldigd ten dage, waarop het loon is uitbetaald, ver rekend of cp eenigerlei andere wijze ter beschikking van den werknemer of van een derde is gesteld. Voorschotten wor den uit uitbetaald loon aangemerkt. Artikel IV. (1) De heffing is verschuldigd door den werkgever. (2) Met toestemming van de door den secretaris-generaal van het departement van Sociale Zaken ingevolge artikel der Verordening no. 217/1940 aangewe zen instantie (college van Rijksbemid delaars) mag de werkgever op het loon van den werknemer een bedrag van 1'/; ten honderd inhouden. Artikel V. (1) De werkgever is verplicht de hef fing af te dragen indien ook loonbe lasting afgedragen moet worden tegelijk met deze met overeenkomstige toe passing van de bepalingen, welke gel den voor de loonbelasting. (2) Het loon, waarover de heffing is berekend, en het bedrag van de heffing worden op de aangifte van de loonbe lasting bedoeld bij artikel 19, lid 1. van het besluit op de loonbelasting 1940. afzonderlijk vermeld. Artikel VI. De loonbelasting en de inkomstenbe lasting worden slechts geheven over het bedrag dat na de inhouding inge volge art. 4 lid 2 overblijft. Artikel VII. De artikelen 22 tot en met 24 en 26 tot en met 40 van het besluit op de loonbelasting 1940 zijn van overeenkom- stige toepassing. Artikel VIII. (1)De heffing wordt voor de eerste maal geheven naar den maatstaf van1 de loonen over loontijdvakken welke' na 31 Augustus 1941 eindigen en wordt' niet meer geheven naar den maatstaf,' van de loonen over loontijdvakken welke na 31 December eindigen. (2) De heffing wordt voor de eerste maal geheven naar den maatstaf van de in art. 10 lid 1 van het besluit op de loonbelasting 1940 bedoelde belooningen welke na 31 Augustus 1941 worden be taald en wordt niet meer geheven n aai den maatstaf van zoodanige beloonin gen welke na 31 December 1942 worden betaald. Artikel IX. i 1Dit besluit treedt heden in werking. VOORZICHTIGHEID IS DE MOEDER DER PORSELEINKAST. MEUBELEN KUNT U DAAR, WAAR UITSLUITEND NOG DE OUDE KWALITEIT WORDT VERWERKT KOOPEN. IS HIER VOOR IN STAAT. De onovertrefbare groote monsterzalen bieden U zolang de voorraad strekt tegen direkte betaling bij aankoop nog een keurcollectie meubelen, welke onder garantie worden ver kocht. Geopend van 912 en V/s tot 5','s uur. Zaterdags 9-1 u. Bij vooraf afspraak andere gewenschte tijd. I Telefoon in fabriekstijd 2785. Telefoon privé 2594. NEDERLAND- DIJKENLAND. Wie zich verdiept in de wordingsge schiedenis van eigen land, wie onze cul tuur van heden in al haar verscheiden heid tracht te begrijpen uit het verle den, komt diep onder den indruk van de buitengewone functies, welke de Dijk in de opkomst van ons volk heeft ver vuld en nog vervult. Zij weerspiegelt de roemrijke opkomst van onzen Water staat, bekend geworden over de gehee- le wereld. De dijken hebben de structuur van het belangrijkste en dichtsbevolkte gedeelte van ons land bepaald, zij heb ben tot een merkwaardige rechtsvor ming aanleiding gegeven, zij schonken aan onze taal nieuwe namen. In het bestaan van Hollanders, Zeeuwen, Frie zen en de bewoners der groote rivierda len heeft de dijkbescherming eeuwen lang een voorname rol vervuld, voor de overheidsdragers vormde zij aanleiding tot ingrijpende bestuurshervormingen over te gaan. Veel meer dan de molens, die toch ook voor Nederland, in het bij zonder voor zijn industrieele opkomst, van zulke typisch nationale waarde zijn geworden, hebben de dijken hier de stoffelijke grondslagen gelegd voor een bloeiende welvarende gemeenschap. Tel. Hippoiytushoef 15. BOSKER's BOEKHANDEL »t zich mei particuliere plaatsing gelden op Hippoiytushoef Middenmeer. SLUIT ALLE VERZEKERINGEN. Wanneer in ons land met den aanleg van dijken werd begonnen, is niet pre cies bekend. Wij lezen in de „Nederland- sche Volkskunde" van Schrijnen, dat de Romeinen er mede begonnen zijn. Dat is zeer waarschijnlijk, omdat voor den lanleg van dijken een zeker ontwikkeld gemeenschapsbestuur noodzakelijk is. Dit beteekent echter niet, dat de Ger- maansche stammen, die hier omstreeks dienzelfden tijd woonden, geen besel hadden van den dijk. Mert kende ech ter nog niet de zorgzaamheid voor de collectieve belangen. De eenvoudige boeren uit den wierdentijd (elders noemde men de opgehoogde woonplaat sen terpen of woerden) waren niet bij machte hun gronden door een gemeen- schappelïjken dijk tegen de opkomende zeevloeden te beschermen. De daarvoor noodige organisatie overtrof hun kun nen. Men rekent den wierdentijd om streeks 300 jaar voor Chr. geboorte t< beginnen. Dat men voor Chr. geboorte ook onder de „inboorlingen" den dijk wel kende als middel van verdediging bij vijandelijke aanvallen staat wel vast. gezien de opgravingen van nederzettin gen uit het Steenen Tijdperk. ingevolge de Vestigingswet Kleinbedrijf 1937. De nieuwe cursus van de afdeeling WIERINGEN van het Instituut voor Middenstandsontwikkeling zal op aanvangen. Aanmelding van leerlingen van heden af bij de bestuursleden CORN. J. BOSKER, C. DUIJNKER Az. te I-lippolyLushoef of bij den cursusleider, den heer JOFRIET. Den Oever. De cursus heeft een OFFICIEELE ERKENNING, hetgeen vooral thans, nu steeds straffer de hand wordt gehouden, aan de examen- cischen, van de grootste beteekenis is. Leerlingen van erkende cursussen genieten bovendien f 5.reduc tie op het examengeld. HET BESTUUR, CORN. J. BOSKER, Voorz. C. DUIJNKER, Secr. Het is verklaarbaar, dat de aanleg van dijken tegen het overstroomingsge- vaar op zich liet wachten, omdat daar toe pas kon worden overgegaan, toen een reeks van voorwaarden was ver vuld het gevaar moest heel ernstig en van blijvenden aard worden, de bedreig de boeren, moesten een behoorlijk aan tal vormen, er moest voorts een behoor lijk gezag zijn, dat dwingende maatre gelen kon opleggen, er moest ook geld voor zijn. De Karolingische tijd bracht nu behoorlijk veel welvaart en nieuwe gezagsdragerser kwamen menschen en nederzettingen met macht en geld. Bo vendien namen geleidelijk aan de zee vloeden steeds meer toe. Men kan zich voorstellen welken indruk de ernstige cverstroomingen hebben gemaakt, die de Zuiderzee deden ontstaan. Door ver schillende onderzoekers werd het be staan van dijken vóór het jaar 1000 in twijfel getrokken. Uit een Friesch werk, dat de bekende Duitsche onderzoeker Von Richthofen citeert-, kan echter ge concludeerd worden, dat er tijdens Ka- rel den Groote reeds van dijken (dika) ir. de Friesche wetten gesproken wordt, in de beteekenis dan van graven (ver gelijk het Engelsche to ditch). Maar daarmede is natuurlijk ook het kennen en bestaan van den dijk bewezen, zoo dat wij gaarne de meening van den polderdeskundige dr. A. A. Beekman aanvaarden, dat de dijken van veel hoo- ger ouderdom zijn dan velen beweren. In de 10e eeuw waren er z.i. reeds dij ken in Zeeland. Er deden zich in verband hiermede ook veel moeilijkheden voor alvorens er van een geregeld dijkbestuur spra ke was. Oude tradities leven lang voort. Zoo lezen wij in het standaardwerk van dr. Beekman over het Dijks- en Water schapsrecht in Nederland, dat het be stuur oorspronkelijk berustte bij de be sturen der aangrenzende dorpen, am bachten, kerspels en buurtschappen. Het is begrijpelijk, omdat van deze organen natuurlijk de aanleg der eerste noodza kelijke waterkeeringen is uitgegaan. La ter echter, toen heele landstreken wer den bedreigd, wreekte zich het gebrek aan samenwerking. Dat leidde meerma len tot groote rampen, totdat ten slotte hooger gezag orde op zaken stelde bij de „dijkagie", iets wat gezien op hooge kosten lang niet altijd gemakkelijk ver liep. Natuurlijk werden er op den duur afzonderlijke functionarissen aange steld en zelfs speciale lichamen. Van schout en schepenen gingen toezicht, beheer en rechtshandhaving over aan dijkgraven, dijkmeester en dijksbestu- ren. In Holland zien wij die besturen het eerst ontstaan in de tweede helft der dertiende eeuw, namelijk in Rijn land, Delfland. Schieland, den Alblas- serwaard en de Vijfheerenlanden. De titel van dijkgraaf komt het eerst in 1303 in een prilegie van Jan van Hene gouwen voor. Vaak treden in de plaats van schepenen ook heemraden op, welk woord nog altijd voorkomt, o.a. in den naam Hoogheemraadschap. Met de uitbreiding van de werkzaamheden, zoo als het in beheer krijgen van lange zwa re dijken, werden de dijkbestuurders personages van groot gewicht, en nog altijd vormen zij belangrijke organen in onze samenleving. Ook de zorg voor de afwatering is hun immers vaak toever trouwd. Het d ij k r e c h t. was oorspronkelijk een ongeschreven gewoonrecht, zooals dat ook ten aanzien van ander recht het geval was. Pas in de 13e en 14e eeuw begon men de regelen te boek te stellen, wat dan vaak geschiedde in den vorm van onderlinge verdragen en overeen komsten, gesloten tussehen de belang hebbende ingelanden, steden en edelen, veelal in overleg met den Landsheer of zijn vertegenwoordigers. Wat het be heer van de dijken zelf betreft, tal van bepalingen moesten er inzake het on derhoud, het schouwen, de aardhaling en zodesteking, de afmetingen van het dijklichaam enz, getroffen worden. Ook moest er tegen vervalsching worden ge waakt, dikwijls werd er slecht mate riaal gebruikt tegen beschadigingen van allerlei aard. Zoo ging de dijk in de samenleving een gewichtige plaats in nemen, niet in het minst, omdat de wel stand der boeren er zoo vaak van al' hing Dank zij de tallooze dijken, die nu onze beneden den zeespiegel gelegen provincies beschermen, kon ons land meekomen in de opwaartsche ontwikke ling van de Westersche cultuur, het heeft er zelfs thans een bijzonder voor- deelig netwerk van waterwegen aan te danken. Na eeuwen van worsteling ligt dit land in keurig vakwerk onder den wijden hemel, toonbeeld van wonder baarlijke schilderachtigheid bovendien De triomf van de autobus. (jIn Spoor- en Tramwegen" lezen wij in een artikel over den Woldjerspoorweg de volgende zinsnede „Na bijna 12 jaar in exploitatie te zijn feweest. is de Woldjerspoorweg, Gronin- gen-Slochteren-Delfzijl, met ingang van 5 Mei j.1. voor reizigersverkeer gesloten. Met enthousiasme haalde de Wold- sfreek 12 jaar geleden den spoorweg bin nen, maar helaas was dit enthousiasme slechts van korten duur. Spoedig moest de nieuwe spoorweg de concurrentie van vrachtauto en autobus ondervinden en met deze de gunst van het publiek deelen. Voor beide verkeersmiddelen naast elkaar was echter geen plaats, zoodat er een- strijd ontstond op leven en dood, welke de spoorweg op den duur wel moest ver liezen. Hij kwam te laat om de stre'ek nog groote diensten te kunnen bewijzen de tijd der locaalspoortjes was voorbij, de au tobus zou voortaan het streekvervoermid- del zijn," blijkt dus oolc in spoorwegkringen tvorden ingezien dat voor de bedie- het streekvervoer de locaalspoor- tramwegen hebben afgedaan en autobus daarvoor het aangewezen ning va t)es en dat de vervoermiddel is. BUITENLANDSCH NIEUWS. DAMESSCHOENEN GEHEEL VAN STROO. Nieuwste modesnufje in Duitschland. Het nieuwste modesnufje in het Duit sche Rijk is de damesschoen, geheel van stroo gevlochten. Niet alleen het „bovenleer" doch ook de zolen en zells de hakken zijn van stroo gemaakt. Dit alles biedt talrijke voordeelen, aldus verneemt S. P. T. Niet alleen bestaat de mogelijkheid talrijke modellen van dit strooproduct, te maken, die licht en tevens elegant zijn, doch daarnaast be teekent de nieuwe uitvinding een niet onbelangrijke leerbesparing en de ver koop van deze schoenen geschiedt zon der bon. Met de vervaardiging is men thans zoover, dat de strooschoen aan den detailhandel kan worden gedistri - bueerd. Het product bestaat uit 25 tot 30 me ter gevlochten stroohalm, waardoor heen kleurige draden üntjes en leeraf- val worden verwerkt. Het stroo wordt in iedere gewenschte kleur geleverd. Men heeft berekend, dat de nieuwe strooschoenen tot acht keer toe kunnen worden verzoold. Dit geschiedt door stroozolen, die klaar kunnen worden ge kocht en aan het bovenstuk worden vastgenaaid. De zolen zijn met een dunne laag cellulose bedekt, waardoor zij hard, stevig en waterdicht zijn. DREIGENDE ONLUSTEN IN SIBERIE. Epidemieën onder millioenen vluchtelingen uilgebroken. Sjanghai, 18 Aug. (D.N.B.) De toene mende ernst van den toestand in Sibe rië is voor de Sowjet-Unie aanleiding geweest, naar goedingelichte kringen in Sjanghai hebben vernomen, den onder chef der staatspolitie, Merkoeiov, met een officieele opdracht naar Siberië te zenden. Merkoeiov moet in de eerste plaats den toestand in Siberië onderzoeken, e ten tweede een verbetering tot stand brengen in de samenwerking met den etappendienst en ten dei de de opneming der millioenen vluchtelingen organisee- ren, die thans uit de westelijke deelen der Sowjet-Unie Siberië binnenkomen. Uit; dezelfde kringen verluidt, dat in West-Siberië de staat van beleg is afge kondigd. In verband met het separatis tische en anti-bolsjewistische streven van aanzienlijke deelen der Siberische bevolking, is het plan opgegeven om in Siberië naar het voorbeeld van het Eu- ropeesche deel der Sowjet-Unie volks legers en guerrilla-organisaties te vor men. Er is bevel gegeven de bevolking te ontwapenen. Merkoelovs voornaam ste taak is te onderzoeken, of de tot nu toe getroffen maatregelen voldoende zijn om de klaarblijkelijk dreigende oit- lusten in de kiem te smoren. Onder de onafzienbare rijen vluchte lingen zijn reeds epidemieën uitgebroken, die groote offers hebben gevraagd. Er moeten niet alleen maatregelen worden getroffen om uitbreiding der epidemie ën te voorkomen, doch tevens moet de haard der onlusten worden opgeruimd, die de ellende der vluchtelingen heeft veroorzaakt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1941 | | pagina 4