ZATERDAG 18 OCTOBER 1941
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOO»
WIERINDEN EN OMSTREKEN
HET LOT No. 128713.
WIERINGER COURANT
TER OVERDENKING.
De dagelijksche zorgen en plichten,
die den menschen zoo vervelend voor
komen, zijn de gewichten aan de klok
c'es levens, welke haar in staat stellen
geregeld voort te gaan.
Wie van een kind niets kan leeren,
die beproeve ook niet dat kind te onder
richten.
Een waardige aanvulling van den
moed zijner eigen, overtuiging is het
verdragen van anderer overtuiging.
Een vriend, die slecht is kan niet be
staan het eene sluit het andere uit.
Egoïsme en altruïsme.
„Het altruïsme is niets anders dan
een tot volkomenheid gebracht egoïsme."
Hoe wonderlijk deze woorden ook op het
eerste gezicht klinken, bij eenig naden
ken zal men beseffen, dat ze veel waar
heid bevatten.
Want is er niet een waarachtig genot
in de zelfopoffering De spreuk „het is
zaliger te geven dan te ontvangen" be-
wijst al, hoezeer de volksgeest gevoel
genot, dat ligt in volbrenging van het
goede, heeft erkend.
Ook de ironie heeft zich van deze
gedachte meester gemaakt door een
gierigaard te laten zeggen „De naas
tenliefde is een genoegen-, dat men zich
moet weten te ontzeggen."
Het tegendeel is echter waar, we moe
ten ons dat genoegen niet ontzeggen
integendeel, we moeten ons er aan te
goed doen we moeten dezen beker, die
geen droesem bevat, tot op den bodem
toe leegdrinken.
Het egoïsme in de lakenswaardige be-
teekenis van het woord, bestaat in het
denken uitsluitend aan zich zelf. Het
altruïsme doet ons aan anderen, aan
de heele mensehheid, wijzelf inbegre
pen, denken. Wij kunnen het welzijn
van allen niet najagen, zonder tevens
het geluk voor ons zelf te scheppen.
Wij moeten inschikkelijk zijn voor de
leden van ons gezin, voor hun heil
voortdurend waken. Er is altruïsme in
dit gevoel, maar de boventoon voert
toch het familie- of gezinsegoïsme, dat
weinig beter is dan eigenliefde. De
kring is nog te klein. Door onze gedach
te te volmaken, komen we er toe, ons
te bekommeren om verre bloedverwan
ten, om onze vrienden, medewerkers,
landgenooten. In concentrische kringen
moet de altruïstische gedachte zich hoe
langer hoe meer uitbreiden en den
geest van solidariteit, van saamhoorig-
heid jegens de gansche mensehheid
scheppen.
FEUILLETON.
ROMAN VAN:
VICTOR VAN DUKE.
23.)
Leny was na een paar uur lekker
slapen ontwaakt en voelde zich weer
heelemaal opgeknapt. Terwijl zij haar
oogen opsloeg, zag zij Wil bij haar
bed staan, reeds geheel gekleed voor
het bal in een zwart tulle japon, die
haar oogen strak op haar gevestigd
hield.
„Wat is er Wil, waarom kijk je me
zoo aan
„Ik maak me een beetje ongerust
over je, liefste", huichelde Wil, „je
ziet er niet goed uit en ik ben bang,
dat het bal je te veel zal inspannen.
Als ik je een goede raad mag geven,
blijf dan in bed, misschien ben je dan
morgen weer heelemaal in orde, als
wij aan land gaan. Laat ik je nog een
slaappoeder geven."
„Neen, ik voel me weer heelemaal
opgeknapt. Maak je over mij maar
niet ongerust. Ik ga even baden en zal
daarna wel weer heelemaal de oude
zijn. Wacht niet op me, ga gerust vast
naar het feest, of naar de eetzaal, ik
kom je wel achterna."
„Weineen, ik heb heelemaal geen
haast, ik wacht liever op je, dan kan
ik je nog bij je toilet helpen."
„Je bent een schat, Wil", zei Leny en
verdween in de badkamer.
Wil balde haar vuisten. Hoe kwam
het, dat Leny wakker was geworden
Zij had haar toch drie inplaats van
één poeder in water opgelost gegeven
DE WINTERHULPACTIE
INGEZET.
REDE VAN Mr. K. J.. FREDERIKS
EN C. PIEK.
's Gravenhage, 15 Oct. (ANP.) De
Stichting Winterhulp Nederland heelt
haar tweede actietijdvak ingezet met
een bijeenkomst van genoodigden en
medewerkers in Pulchri Studio te
's-Gravenhage. De groote zaal was ge
heel bezet. Het podium was met hét
embleem van de W.H.N. het klaverblad,
en met de Nederlandsche driekleur
kwistig versierd.
In zijn welkomstwoord richtte de di
recteur-generaal de heer C. Piek zich
in het bijzonder tot den voorzitter van
het landelijk eere-comité mr. K. J. Fre-
deriks, secretaris-generaal van het de
partement van Binnenlandsehe Zaken,
en tot ir. R. A. Verwey en prof. mr. J.
Schrieke, secretarissen generaal resp.
van Sociale Zaken en van Justitie, jhr.
mr. dr. H. A. van Kamebeek en mr. Bac-
ker, commissarissen der provincies Zuid
en Noordholland, prof. ir. C. L. van der-
Bilt, wnd. burgemeester van 's-Graven
hage, mr. P. C. J. M. Hamer, hoofdcom
missaris van politie te 's-Gravenhage,
die met een groep onbekend geblevenen
het initiatief tot de Stichting Winter
hulp had genomen en tot de heeren
Eftger en Muller als vertegenwoordigers
van het Rijkskommissariaat. Het Ne
derlandsche orkest 's Gravenhage, on
der leiding van den heer Nico Verhoeff,
bracht eenige klassieke nummers ten
gehoore.
Rede mr. Frederiks.
Mr. dr. K. J. Frederiks heeft daarna
een inleidend woord gesproken. Het va
derland dat ons zoo na ligt aan het
hart beleeft een zwaren, duisteren tijd.
Niet alleen op politiek, maar ook op
maatschappelijk gebied, aldus spreker.
Men moet echter door de slagschadu
wen van den tijd weten heen te zien.
En dan zie ik aan de zonnezijde van dit
tijdsgewicht, dat het Nederlandsche
volk zichzelf gebleven is, zichzelf be
wust, de pandhouder te zijn van een
groot verleden en verplicht tegenover
het voorgeslacht dat pand weer onbe
vlekt over te geven aan de kinderen van
het heden, die de traditie zullen voort
zetten.
Wanneer ik die houding zich zie hand
en dan nog wat van haar eigen geheim
zinnig wit poeder er bij gedaan. Zou
dat nog .niet voldoende zijn geweest
om haar tot den volgenden morgen te
laten doorslapen Zij had er niet op
gerekend, dat Leny zich dien avond in
de balzaal zou vertoonen en moest dus
maar op haar goed gesternte vertrou
wen. Frisch en opgewekt door het bad
kwam Leny weer binnen en maakte
groot toilet. Wil hielp haar en zei, dat
zij een beetje rouge op haar v^angen
moest doen, omdat zij zoo bleek was,
maar Leny lachte en zei „Weineen,
onder het dansen wordt ik vanzelf
warm en dan krijg ik natuurlijk een
kleur.ê
„Je moet op deze witte chiffon-ja
pon je mooie onyxketting dragen, die
staat er prachtig op, Madeion," gaf
Wil haar den raad.
„Neen, vandaag doe ik mijn eigen
zin eens, Wil, ik wil me heel mooi ma
ken en zal daarom mijn nieuwe platine
ketting met den grooten briljant aaan
doen. Wil jij hem even gaan halen, je
hebt toch de sleutel van mijn loket
nog."
„Heusch, Madclon, ik vind, dat die
briljant een beetje te protsig is voor
jou, je bent toch een meisje, geen rijk
getrouwde vrouw, die door haar man
met juweelen omhangen wordt."
„Hoe kan-je het zeggen. Neen, prot
sig vind ik hem heelemaal niet, inte
gendeel. ik vind het wel opvallend
maar toch gedistingeerd. Wees maar
niet boos op me, maar vanavond doe
ik mc eigen zin."
Wil draaide zich om, opdat Leny
niet de blik van haat zou zien die in
haar oogen opkwam. Zij vond, dat Le
ny haar van een van de kostbaarste
dingen beroofde, die zij zich eigen had
gemaakt en reeds als het hare be
haven in het Ned. volk, dan voel ik mij
een, ik geloof rechtmatigen trots Neder
lander te zijn.
In het midden van^le weldadigheids
campagne die voor v. deur staat, staat
de Winterhulp Nederland.
Mij moet nu een diep ernstig woord
over de lippen.
Vraagstukken van openbare orde zijn
nooit simpel maar vaststaat voor alle
tijden, dat nimmer een redelijke solutie
kan worden verkregen, wanneer men
zich niet stelt op den bodem van de re
aliteit.
De eenige hulp.
Bij het probleem van de winterhulp
hebben wij rekening te houden met
meerdere realiteiten. Een concreet feit
nu is, dat wij op het oogenblik hebben
te aanvaarden,, dat de Winterhulp-Ne
derland er is. Hoe men zich ook tegen
over de stichting stelt, vaststaat, dat
zij liet eenige kanaal is, waarlangs het
sociale werk van de georganiseerde wel
dadigheid mag worden beoefend. En nu
staat men voor de vraag hoe denkt
men den nood het hoofd te bieden, in
dien dit kanaal niet gebruikt wordt
Het gebruik maken van het kanaal
stuit nu echter op moeilijkheden. En
deze moeilijkheden vinden haar oor-
spron weer in concrete feiten, die men
niet als een struisvogel voorbij kan gaan.
Maar dan zeg ik tot het Ned. volk
blijf bij uw oordeel toch altijd staan op
den bodem van de nuchterheid en de
zakelijkheid die het kenmerk van ons
volk zijn, vertroebel de verhoudingen
niet door overdrijving, misken niet de
lessen der historie.
Maar van den anderen kant richt ik
mij tot de leiders van de Winterhulp-
Nederland om hun op het hart te bin
den zoo reëel te zijn, dat zij begrijpend
staan tegenover de gevoelens, die in het
Ned. volk leven. Treden zij die gevoelens
te gemoet niet alleen met woorden
maar met daden, die zoo oneindig meer
waard zijn dan het schoonste woord.
Hierna richtte sprker enkele woorden
aan de zware taak van de burgemees
ters.
Een goede wil is noodig om te komen
tot een resultaat, dat waard is er naar
te streven, daar zoo groote belangen op
het spel staan, aldus besloot spreker.
Direteur-generaal spreekt.
Dc heer Piek, directeur-generaal zette
ten slotte in een uitvoerige rede de re
sultaten van de Winterhulp-actie in het
afgeloopen tijdvak uiteen. In alle ge
meenten werd het Winterhulp-werk
onder leiding van de burgemeesters ver
richt. Intusschen is een aanvang ge
schouwde. en nu moest zij hem af
staan. Zij kon echter niets anders doen
dan de ketting met de briljant halen,
wilde zij geen wantrouwen wekken.
Terwijl Wil wefe was, bekeek Leny
zich in den spiegel en was over haar
uiterlijk tevreden.
Eindelijk traden de beide vriendin
nen de eetzaal binnen en met weibeha
gen werden zij opgenomen die beide
mooie vrouwen, die ieder voor zich
iets bijzonders aantrekkelijks hadden
en toch zoo verschillend waren.
Onmiddellijk was Guus naar den in
gang geloopen en had Leny de hand
gekust. Hij bood haar zijn arm om
haar naar zijn tafel te begeleiden.
Rob was reeds aanwezig. Het kleine ge
zeischap was echter opvallend stil.
Rob en Wil die anders bijna het heele
gesprek leidden, schenen een beetje
zenuwachtig en aten zwijgend door. Al
leen Guus, die anders meestal tot de
toehoorders moest worden gerekend,
scheen zeer spraakzaam te zijn. Hij ver
telde van zijn vaderland, van de roman
tiek van het dorp. waarin zijn landgoed
gelegen was en van de ontdekking, die
in zijn bosch gedaan was. Leny kon dat
alles heel goed voorstellen, maar zij
deelde niet in de verrukking van Guus.
Ze zag niets anders dan een verve
lend, arbeidzaam leven. Op het land
goed waren niets anders dan ossen,
pluimvee, daglooners en mijnwerkers
Bah zoo'n leven kon zij niet mooi vin
den. Zij zou nooit een man willen trou
wen, die haar in een dergelijk dorp zou
willen opsluiten, zij was veel te blij, dat
zij geen dagelijksch terugkeerende zor
gen meer had, en eindelijk eens met
volle teugen van het leven kon genieten.
Voor niets ter wereld zou zij zich levend
willen begraven en zij nam zich voor
alleen te trouwen met een man die nog
Hoofdredacteur
Corn. J. Bósker, Wieringen.
Verschijnt eiken
Dinsdag, Donderdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs
per 3 maanden f 1.30.
BUREAU:
Hippolytushoef Wieringen
Bijkantoor
Brugstraat 23. Middenmeer. Telefoon 23
Telefoon Intercomm. No. 19.
maakt met een blok-, wijk- en buurt-
schapsor ganisa tie
De inzamelingen en vrijwillig toege
zonden bijdragen leverden een totaal
van f 7.200.000 op. Er werden 316.000
porties warm voedsel verstrekt en
5.179.000 waardebonnen, voorts giften en
goederen in natura.
Wie aan de zuiverheid van de Win
terhulp-werkzaamheden twijfelt, wete,
dat de WHN in een glazen huis zit en
dat ieder volledige inzage daarin kan
verkrijgen, critiek zal er altijd blijven
medewerkers van de Winterhulp stellen
daartegenover telkens opnieuw de daad,
wetende, dat honderdduizenden in Ne
derland daarop wachten.
Spr. eindigde zijn rede met de plech
tige persoonlijke verzekering, dat alleen
Winterhulp uitsluitend ten goede komt
aan onze behoeftige landgenooten.
V Victorie Duilschland wint
voer Europa op alle fronten.
DU1TSCH - R0EMEENSCHE
TROEPEN RUKKEN ODESSA
BINNEN.
Laatste haarden van verzet in
straatgevechten opgeruimd.
De bevclking der stad ontvangt
de tioepen met geestdrift.
Boekarest. 16 October. «D.N.B.)
De plaatsvervangende premier.
Michael Antonescu, heeft om
zeven uur vanavond voor de
Roemeensche radio het volgende
legerbevel voorgelezen
Het Roemeensche hoofdkwar
tier meldt het volgende bericht
van het commando der voor
Odessa strijdende troepen
De troepen van het vierde le
ger zijn overeenkomstig de be
velen vandaag aangetreden voor
den aanval op Odessa en door de
laatste linies van verzet gebro
ken.
Zij zijn 's middags Odessa bin
nengerukt. De laatste haarden
van verzet worden thans in
straatgevechten opgeruimd.
De bevolking ontvangt de
Duitsch-Roemeensche troepen
met geestdrift.
DE SUIKERDISTRIBUTIE.
Het volle pond voor dc bonnen j
De Keuringsdienst van waren te
's-Gravenhage vestigt er de aandacht^
op, dat verschillende suikerfabrieken
kristalsuiker in den handel brengen in:
kartons, die bruto een of één kg wegen,j
maar die slechts 475 gram. resp. 950 gr.
suiker bevatten.
De winkeliers houden met dit netto
gewicht bij het innemen van de distri
butiebons geen rekening. Voor twee half
kilopakken of één kilopak worden bons
voor één kg suiker ingenomen, hoewel
maar 950 gram aan den verbruiker wordt
afgeleverd.
Feitelijk zou er dus nog 50 gr. losse
suiker moeten worden bijgegeven.
Nu het van beang is, dat ieder van
zoo'n belangrijk voedingsmiddel als
suiker inderdaad zijn volledige rantsoen
ontvangt, lijkt het gewenscht ed aan
dacht van het publiek op het boven
staande te vestigen.
Duitschers hehben verdedigings-
ring van Moskou bereikt.
Nadere niededeeingen omtrent den
'Irijd bij de hoofdstad der Sowjct-Unic
kunnen binnenkort worden verwacht.
rijker was dan zij en geheel onafhanke
lijk was van alles en iedereen, die haar
een leven vol afwisseling kon bieden en
haar de geheele wereld zou laten zien.
De lampioens, waarmede het dek was
versierd, wierpen een (sprookjesachtig
ligt om zich heen en de verschillende
paartjes, die moe en warm van het dan
sen waren, kwamen hier wat uitrusten.
Leny en Guus stonden na enkele dan
sen, een eindje terzijde van het prome
nadedek en keken naar dc golven, die
vaag door de lampions werden verlicht.
Leny was in gedachten verzonken. Guus
had haar zooeven nog meer verteld van
zijn bezittingen en van den grooten ar
beid, die moest worden volbracht, wilde
hij weer in het bezit komen van een
groot kapitaal. Deze man naast haar
was zeker een waardig en degelijk
mensch, maar niets voor haar. Ze wilde
er niet aan denken haar leven aan het'
zijne te binden. Opeens hoorde zij hem
zachtjes fluisteren „Madeion
Zij hief het hoofd op en keek in de
oogen van den man, die haar liefdevol
tegenblikten. Een golf van warmte ging
door haar heen en deed haar beven. Op
dat oogenblik voelde zij een kus op haar
voorhoofd en een trilling van ongekend
geluk overviel haar. Maar toen kwam
haar nuchtere verstand weer boven.
„Maar Meneer Simons, wat doet U
vroeg zij verschrikt en keek Guus aan.
„Ik heb je lief. Madeion Maar Le
ny liet zich niet door haar gevoel mee
slepen, zij bleef kalm en beheerscht.
„U verrast mij, meneer Simons. ik
begrijp niet."
„Ik wist het zelf nog niet, Madelon.
maar nu weet ik het des te beter, dat
ik j- lief heb. Toe, Madelon, wil je mijn
vrouw worden
Het duizelde Leny. Deze man bood
haar een vaderland, een tehuis en een
MOSKOU IS GEEN OPEN STAD.
Bcilijn, 16 Oct. (D.N.B.) In militaire
kringen aihier verklaarde men vandaag
met betrekking tot den tcgenwoordigen
toestand in den centralen sector van
het Oostelijk front, dat de mededeeling
van nadere bijzonderheden omtrent den
strijd bij Moskou binnenkort verwacht
kan worden.
Di antwoord op de vraag, of de
sti ijdkrachien, die, zooals reeds werd
gemeld, den buitensten verdedigingsring
der S<nvjethoofdstad hebben bereikt,
slechts voorposten waren, gaf men van
daag aan vertegenwoordigers der pers
te kennen, dat men moclit aannemen,
dat reeds het eigenlijke Duitsclre leger
den buitenste» verdedigingsring van
Meskou heeft bereikt en daar vecht.
hart aan en dat was voor het eerst van
haar- leven. Verschillende mannen had
den haar wel het hof gemaakt, maar er
was er geen een bij geweest, wiens aan
zoek in de schaduw kon staan bij het
zijne.
Guus zag, dat zij met zichzelf streed.
„Ik heb je verschrikt, Madelon, vergeef
het me, maar onthoud mij je liefde
niet. Ik zal je gelukkig maken, dat be
loof ik je. Ik kan mij het groote huis
niet meer voorstellen zonder jou erin.
Ik zeg het je eerlijk, den eersten tijd
zullen wij het een beetje zuinig aan
moeten doen, want ik wil heelemaal niet
dat jouw geld wordt aangeroerd, maar
het zal wel gauw beter worden, als eerst
de exploitatie van de bruinkool maar
goed gaat. En als wij beiden veel van
elkaar houden, zijn dat geen onover
komelijke hinderpalen nietwaar, en zal
ons leven gelukkig zijn."
Zacht kwamen de woorden over zijn f
lippen. Leny had zwijgend geluisterd en
even was zij diep onder de indruk. Toen
hij echter sprak van het zuinige leven
in den eersten tijd werd "zij plotseling
weer nuchter. Neen, het was immers
niets voor haar, de plichten als huis
vrouw waar te nemen, kousen stoppen,
wasch verstellen, eten koken, o neen,
daar had ze schoon genoeg van. Neen.
nooit van haar leven wilde zij naar
zoo'n slovend levend terug. Zij huiver
de toen zij er aan dacht. Onder geen
beding zou zij met Guus trouwen, zij
mocht eenvoudig haar hart niet laten
meespreken.
„Waarom zeg je niets, Madelon
Zij weifelde, wat zij hem moest ant
woorden, zonder hem te krenken. Uw
aanzoek heeft me een beetje overvallen,
meneer Simons, maar.ik dank u van
harte voor deze woorden, alleen
(Wordt vervolgd.)