32e JAARGANG
ZATERDAG 22 NOVEMBER 1941
No. 135
NIEUWS» EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
HEERSCHZUCHTIGE
RENTMEESTERES.
WIERINGER COURANT
TER OVERDENKING.
Goed te kennen luisteren is een gave,
die in een gezelschap hooger gewaar
deerd wordt dan goed te kunnen spre
ken.
Het hoogste streven eener vrouw
moet zijn steeds vrouw te blijven.
Een ziel kan verloren gaan uit gebrek
aan een bete broods/
De hof der ontbering heeft een har
den bodemer zijn sterke handen
noodig om dien te bearbeiden.
„Verzamel u schatten
Een mensch leeft niet om te bezttten i
hij bezit om te leven.
Ieder onzer moet in de wereld vinden,
wat hij noodig heeft voor zijn aardsch be-
bestaan, voor zijn geestelijke voortgang en
voor de juiste vervulling van de plichten,
die op hem rusten ten opzichte van zijn ge
zin en zijn maatschappelijke positie. Zou dit
niet het geval zijn, dan is hij niet in staat
effectief zijn doel te bereiken.
Immers, God kan niet ons het leven schen
ken en terzelfder tijd verlangen, dat wij als
paupers dit leven slijten. Wie in gebrek en
armoede leeft boet van zijn vrijheid- in, kan
niet meer denken, kan niet meer beminnen.
Hij leeft eigenlijk niet.
Maar bezit en gebruik der tijdelijke goe
deren -"al zijn dezen noodig voor een geor
dend leven - moeten altijd ondergeschikt
zijn aan 's menschen hooger en bovennatuur
lijk leven. Het materieel bezit moet dienst
baar zijn aan 't geestelijk leven, hulpmiddel
om het eeuwig leven te bekomen.
Niet de man, die schraapt en vergaart,
zooveel hij kan, terwijl hij schromelijk ver
zuimt zijn leven nuttig te maken voor ande
ren cn vruchtdragend voor zichzef, is welge
sleld of rijk want hij verliest alles, zijn'
bezit en zijn ziel. Rijk is hij, die aan zijn le
ven beteekenis en inhoud weet te geven en
daaraan zijn bezit dienstbaar maakt. De
waarde van het leven ligt in de nuttigheid
er van.
Onze rijkdom bestaat niet in het bezit van
veel geld en goed, maar in het. doen van
veel goed. Daar liggen de schatten, die wij
volgens Christus' vermaan moeten zoeken
en verzamelen, schatten, die roest
noch mot kunnen verslinden."
Nederland in de kentering der
tijden.
Vorige week heeft rijksminister Dr. Seyss
lnquart te Keulen een groole rede gehouden
over het bovengenoemd onderwerp.
De botsing op 10 Mei 1940.
De Rijkscommissaris herinnerde aller
eerst aan de heroieke inzet van de militaire
botsing op 10 Mei 1940, in de loop waarvan
het noodzakelijk was gebleken, het Belgi
sche en Nederlandsche gebied onder de be
scherming van hel Duitsche leger te stellen,
aangezien de westelijke mogendheden dit ge
bied hadden uitverkoren voor een flankaan-
val op het hart van het Roergebied.
Wat van groote beteekenis is.
Groote beteekenis moet worden gehecht
aan de omstandigheid, dat de regeeringsbe-
voegdheden in het bezette Nederlandsche
gebied evenals in Noorwegen zijn overgedra
gen aan een rijkscommissaris, in tegenstel
ling tot de situatie in andere bezette gebie
den, die de Duitsche weermacht onder haar
hoede heeft genomen. De Rijkscommissaris
is rechtstreeks lasthebber van de Fuhrer, die
de belangen van hel rijk moet behartigen en
bekleed is met de hoogste regeeringsmacht
ten aanzien van de civiele zaken. De bijzon
derheid van deze regeling heeft een diepere
politieke reden. Nederland en Noorwegen be
hooren tot de Germaansche volkerenfamilie
en daarom is het ook de wensch en de wil
van de Fuhrer in deze beide landen in zoo
snel mogelijk tempo normale toestanden te
herstellen en ze er toe te brengen dat zij
krachtdadig, uit eigen gewonnen inzicht, me
dewerken aan de opbouw van een nieuw
Europa.
Economische aanpassing.
Wat het openbare leven in Nederland in
de huidige tijd betreft, kan worden gezegd,
dat rust en orde verzekerd zijn. De handha
ving daarvan is echter slechts een onderdeel
van de taak van de rijkscommissaris. Een
even groote beteekenis komt toe aan de
aanpassing van Nederland aan Midden-Eu
ropa. In het bestek van deze economische
aanpassing zijn speciaal de douanegrens en
de deviezengrens tusschen Duitschand en
en Nederland opgeheven.
Indien het gelukt aldus de rijkscommis
saris, de Nederlanders voor de gedachte van
het -nieuwe Europa te winnen, zouden wij
niet alleen negen millioen waardevolle
medewerkers aan onze zijde hebben, maar
ook een der beslissende geo-politieké stellin
gen van het vasteland betrekken in het groo
te Europeesche gebied.
i Same^ met het Duitsche volk
J Het is de ernstige wil van de Fuhrer de
j Nederlanders als gelijlcbere "^r'gde kamera-
j den in het Germaansche ge" V ^op te nemen.
Bij de mannen, die thans 'FM'Verantwoorde-
lijkheid in Nederland dragen, treedt
j steeds meer het streven aan de dag in de
toekomst samen met het Duitsche volk op
te trekken, een gemeenschappelijke vertegen
woordlging van alle belangen naar buiten te
vormen, maar daarenboven oók zoo noodig
door een gemeenschappelijk bloedoffer het
gemeenschappelijke bestaan te beveiligen.
Veel Nederlanders, die de toekomst met hel
dere blik beschouwen, zien de Fuhrer
van het Duitsche volk de groote persooniijk
heid, die het lot van Europa en vooral van
de Germaansche volken beheerscht en
vormt.
Hoofdredacteur
Corn. J. Bosker, Wieringen.
FEUILLETON.
DE
Roman van den
bekenden schrijver
Victor van Dijke.
4.)
Het moet heerlijk zijn om hier te wo
nen", dacht Olga Zabrow bij zichzelf
maar zij kromp in elkaar toen zij aan de
scene dacht, die zij zoo juist beleefd had.
Ook Mariene Werner vond, dat het leven
hier wel heerlijk moest zijn. Maar de arme
verdachte deed haar leed. Zij had hem
slechts even vluchtig gezien, maar als een
sterk gevoel ging het door haar heen
„Hij is onschuldig I"
Beiden hingen mantel en hoed aan den
kapstok en openden haar koffers toen
wachtten zij op het avondeten. Stond hun
entree in het slot Maltstein ook onder 'n
boos gesternte Hun gelukkige jeugd ze
gevierde echter over schrik en angst en de
honger liet zich voelen.
Er werd bij Olga op de deur geklopt.
Een van de kamermeisjes bracht het eten
binnen, dekte snel, nam van het blad, dat
zij op een kleine tafel gezet had verschil
lende schalen af en ging met de overige
schalen naar de kamer van Mariene. Deze
zat aan het venster en keek naar buiten,
de duisternis in, welke af en toe nog werd
verlicht door een bliksemstraal. Zij schrok
van het kloppen en sprong op, daarna
moest zij om zichzelf glimlachen. Wat was
zij vandaag zenuwachtig Anders had zij
daar heelemaal geen last van.
Het meisje dekte, nadat zij vriendelijk
had gegroet, ook hier de tafel en Mariene j
dacht ,.Er zijn toch wel heerlijke dingen
in slot Mall>tein Wat jammer, dat haar
vader nu niet met haar mee kon smullen
Het meisje vertrok en Mariene nam aan j
tafel plaats. Het smaakte haar uitstekend.
Behalve een kop koffie en een broodje had
zij, sinds dien ochtend niets metrr gebruikt.
Opeens werd er weer geklopt en zonder
te wachten op een antwoord, trad Olga
binnen en vroeg „Juffrouw Werner, zou
het niet gezelliger zijn, als wij bij elkaar
aten In een vreemd huis en dan nog in
i, waarin wij reeds zooveel hebben mee
gemaakt, is het ongezellig, alleen aan ta
fel te zitten. Tot morgen zijn wij nu een
maal lotgenooten."
Mariene knikte .Natuurlijk - het is
eel gemoedelijker bij elkaar te eten
Even hield zij op, toen voegde zij er aan
toe „Ik heb nog nooit" zoon rijk diner
gehad."
Samen droegen zij nu de schalen van
Olga's kamer in die van Mariene en aten
smakelijk verder. Onwillekéurig begonnen
zij over hun leven te praten en werden
warm-bij de herinnering er aan. Olga ver
klaarde
„Mijn jeugd was heerlijk, zoolang mijn
ouders leefden bij mijiivjamilieleden ech
ter heb ik een hel doorgemaakt. U kunt
zich niet voorstellen, hoe ik gewacht heb
op mijn meerderjarigheid. Ik had maar één
verlangen weg uit het huis, waar ik zoo
geplaagd werd. Zij zelf maken het zich ge
makkelijk en leven er goed van. Ik was
het meisje voor alles en het mikpunt van
hun slechte luimen."
Mariene zei zacht „Tot nu toe heb >k
het altijd goed gehad. Mijn moeder stierf
toen ik nog klein was mijn vader was een
eenvoudige spoorweg-ambtenaar. Nu is hij
gepensioeneerd. Hij heeft mij naar goede
scholen gezonden en deed veel voor mij. Ik
heb in Berlijn muziek gestudeerd, want ik
wilde zangeres worden maar dat is nu
allemaal zonder uitzicht. Toen heb ik er
over gedacht om lessen te gaan goven,
maar de enkele leerlingen die ik in ons
stadje kon krijgen, wilden mij slechts vijf
gulden in de maand betalen, terwijl mijn
vader altijd hoofdpijn kreeg als de kinde
ren zoo op de pianotoetsen zaten te bon
ken. Toen las ik de advertentie van Me-
rouw von Malten en schreef er op. Ik
dacht, toen ik haar brief kreeg, dat ik i*u
eindelijk -mijn vader eens een gedeelte van
mijn-salaris zou kunnen geven, dat het mij
misschien mogelijk zou zijn, nog iets over
te sparen. Mijn vader moet een beetje
BUREAU
Kippolytushoef Wieringen
Telefoon Intercomm. No. 19.
Bijkantoor
Brugstraat 23, Middenmeer. Telefoon 23.
PROVINCIAAL NIEUWS.
BREEZAND.
Boor de duisternis misleid.
Tengevolge van de zeer dikke duisternis,
geraakte tijdens het slechte weer de heer
K. met zijn fiets en al in de Molenvaart.
Het gelukte hem evenwel spoedig vaste
grond onder de voeten te krijgen en zich met
fiets en al op het droge te brengen.
Men is bij zulke gelegenheden geheel op
zichzelf aangewezen en mag men blij zijn er
met een nat pak af te komen.
Boor het ijs gezakt.
Zondagmiddag is het 4-jarig zoontje van
den geëvacueerde B. aan de Balgweg door
het ijs van het Oude Balgkanaal gezakt en
verdronken. Na een half uur werd het jon
getje vermist en daarna spoedig gevonden.
Dr. Veenis trachtte nog de levensgees;cn
op te wekken, hetgeen evenwel niet mocht
gelukken.
Twee dagen ijs en nu reeds een slacht
offer.
EEN ONDANKBARE „GAST.'l
Een inwoner van Opmeer was eenigen
tijd geleden op weg naar zijn werk in de
Wieringermeer, toen hij in Aartswoud werd
overvallen door een flinke regenbui. Om te
schuilen tegen deze stortbui stapte hij een
schuur binnen, waar ongetwijfeld niets op
tegen was. Erger was, dat hij een oliejas, die
in de schuur hing, als de zijne beschouwde
medenam. De gemeentepolitie die
met het geval in kennis werd gesteld,
had hem spoedig te pakken, waarna pro
ces-verbaal legen hem werd opgemaakt.
140CO Kg. koolrapen in beslag genomen.
In verband met een vermoedelijk ge
pleegde overtreding van het Crisistuinbe-
sluit werden te Enkhuizen 3 groote partij
en koolrapen, samen ongeveer wegende
140C0 kilo, die op het spoorweg-emplace
ment ter verzending gereed stonden, in be
slag genomen.
MET f 2000 TE WATER GERAAKT.
Alkmaars grachten onvoldoende
gebarricadeerd.
Zondagavond bracht mevr. de wed. A.
v. d. B. die op het Verdronkenoord te
Alkmaar woont een bezoek aan een haar
buren. Bij het naar huis gaan geraakte
zij in de diepe duisternis in deze smal
le en niet overal afgezette gracht, wel
ke zeer dicht langs de huizen loopt.
Het ongeval werd gelukkig opgemerkt
door een nabij wonend familielid van-
mevrouw A., die haar met behulp van
een reddingshaak op het droge wist te
brengen. Toen zij in haar woning was
binnengedragen kwam zij daar tot de
ontdekking, dat zij haar handtaschje
was verloren.
In dit taschje bevond zich een porte-
monnaie met f 70 benevens een bedrag
van ongeveer f 1800, dat mevrouw A. na
den dood van haar man van diverse ver
zekeringen had ontvangen en dat zij
sindsdien bij zich droeg uit vrees dit
voor haar levensonderhoud noodzakelij.
ke bedrag te zullen verliezen. Ook haar
persoonsbewijs, een toiletgarnituur en
haar lorgnet waren in het taschje ge
borgen.
Onmiddellijk is een man van gemeen
tewerken begonnen naar het taschje te
dreggen. Na geruimen tijd is echter al
leen de lorgnet uit het water opgevischt
waaruit blijkt dat het taschje met de
val is opengeraakt.
Er zijn verleden winter in Alkmaar
zeer veel ongelukken door verdrinking
gebeurd en het is -stellig noodzakelijk,
dat alsnog de grachten, ook de plaatsen
waar geen zijstraten uitloopen, een be
tere afzetting krijgen.
voorzichtig zijn voor zichzelf, want hij is
ziekelijk. Misschien zou het mogelijk zijn
dat ik mijn muziekstudie bijhield en over
een paar jaar, zou ik immers nog verder
kunnen zien. Vader en ik zouden op deze
manier uit onze kleine, drukkende zorgen
kunnen komen."
Mariene zuchtte. Olga, die juist een
prachtige appel schilde, zuchtte eveneens.
„Uw wensch zal in vervulling gaan. Deze
mannelijke Roberta Olbers zei immers,
dat zij niet anders had begrepen dan dat
Mevrouw von Malten Mariene Werner ver
wachtte. En zoo heet U. Ik zal dus morgen
wel worden weggestuurd." Vork en mes
likten tegen den rand van haar bord.
„Maar naar mijn familie ga ik niet terug -
geld heb ik niet - dus." Zij brak af. „Neem
me niet kwalijk,juffrouw Werner, dat ik
mij een oogenblik vergat. U kunt het toch
ook niet helpen, dat ik van ons beiden de
pechvogel ben."
Marlene's oogen weerspiegelden mede
lijden.
„Wat bent U bang voor Uw familie
En daarbij, al heeft juffrouw" Olbers nu
deze opmerking gemaakt, dat wil immers
nog niets zeggen. Zij kan zich wel vergist
hebben. Het schijnt, dat onze foto's toch
wel in de smaak van Mevrouw von Malten
'gevallen zijn. Eerst schreef zij aan een
Ivan ons, toen aan de andere, terwijl zij la
ter vergat een van beide brieven te vernie
tigen. Zoodoende werden zij dus beide
1 met de postbode meegegeven, zooals wij
hebben gehoord. Het is immers best moge
lijk, dat U morgenochtend Mevrouw von
Malten beter bevalt dan ik. Dan zou Uw
wensch worden vervuld. Het beste is, dat
wij er vanavond maar niet meer aan den
ken, en rustig gaan slapen."
De baronesse knikte.
„Natuurlijk, U hebt gelijk. En daarbij
zal er toch npg wel ergens op de wereld 'n
'plaatsje voor mij zijn. Men vertelde altijd
I dat ik mooi was. Misschien vindt een han-
I delaar in blanke slavinnen mij mooi ge-
noeg. Maar zelis als men die wil zoeken,
kan men hem niet vinden."
„Wat maakt U een bittere grappen
weerde Mariene af, want zij hield niet
van de galgenhumor waarin de andere nu
was vervallen." „Kom, drink eens een glas
van deze heerlijke zoete wijn. Wij moeten
ons samenzijn maar als een kleine feeste
lijkheid, beschouwen en al het onaange
name van ons afschuiven."
Onwillekeurig moest zij er bij denken
Olga Zabrow is werkelijk beeldschoon, zij
was naast haar gezien bijna leelijk. En
toch was zij dat niet, alleen viel haar ge
zichtje niet zoo op als dat van Olga.
Zij alen en dronken en voelden zich
daarna veel monterder. Eenmaal lacl>en
zij beiden hardop, schrokken toen over
hun eigen luidruchtigheid en keken elkaar
aan. Men mocht toch niet zoo hard lachen
in een huis waar het ongeluk woonde.
Onwillekeurig vervielen zij nu in een
fluistertoon. „Ik werd warm en koud tege
lijk van schrik, toen mijnheer von Malten
opeens de kamer binnenstormde en voor
zijn moeder op de knieën zonk.
Mariene antwoordde „Het verging
mij ook niet veel anders, maar ik kreeg wel
tegelijk een ontzaggelijk medelijden met
hem en zijn moeder."
De roodbonde meende nadenkend
„Als hij werkelijk onschuldig is, dan moet
men zeker medelijden met hem hebben.
Maar, ofschoon het pijnlijk is, dat hij zijn
onschuld niet heeft kunnen bewijzen, be
vindt hij zich gelukkig nog in vrijheid. Ik
zou als ik in zijn plaats was, niet hier blij
ven, waar ieder hem kent ik zou verre
reizen maken en ging in een ander land
wonen."
Men geeft een woonplaats als Maltstein
niet zoo gemakkelijk op en er zijn men
schen, die terugschrikken voor een leven
in den vreemde."
Olga verklaarde ,,Ik zou het overal
heerlijk vinden. Ik sla op het standpunt
„Waar het mij goed gaat, daar is mijn va
derland."
Mariene schudde energiek het hoofd,
„Ik zou ook wel eens graag een verre
reis willen maken, maar om voor goed in
een vreemd oord te -wonen - neen, dat zou
ik niet willen. Maar misschien denkt mijn
heer von Malten er precies zoo over."
Zij zwegen beiden en aten verder. Eigen
lijk waren zij klaar, maar de delicatessen
lokten hen, zoo nu en dan nog eens té
snoepen.
Buiten was het doodstil. De regen had
opgehouden de storm was voorbij en het
onweer was afgetrokkeu. En het was of
Duitschland strijdt voor Europa, j
Zware Britsche verliezen bij
mislukte actie in richting
Tobroek.
Ten Westen van Omar in den strijd
gebrachte Britsche troepen werden
door onmiddellijke tegenaanvallen
van Duitsch-Italiaansche afdeelin-
gen teruggeworpen.
OPERATIES IN HET OOSTEN GAAN
MET SUCCES VERDER.
Uit hethoofdkwartier van den
Führer, 20 Nov. Het opperbevel der
Duitsche weermacht maakt bekend
De aanvalsoperaties aan het oos
telijke front verïöopen ook verder
met succes.
De luchtmacht bombardeerde Sow-
jetvliegtuigbases aan de Noord-
Oostkust van de Zwarte Zee en in
het gebied van den middenloop van
de Don. Formaties gevechtsvliegtui
gen vielen spoorwegtransporten en
spoorwegverbindingen in den cen-
tralcn sector en ten oosten van de
Wolchov aan. Moskou werd overdag
door sterke formaties gevechtsvlieg
tuigen met brisant- en brandbom
men gebombardeerd. Bij Leningrad
schoten twee jachtvliegtuiggroepen
bij een dapperen aanval acht vijan
delijke vliegtuigen uit een vrij groo
te vluchtende transportformatie
neer.
In den strijd tegen Groot-Brittan-
-nië werd bij de Faer Oer een han
delsschip van middelbare grootte
door het werpen van bommen be
schadigd. Verdere luchtaanvallen
waren gericht tegen militaire doelen
aan de Engelsche Zuidwestkust. Het
leggen van mijnen uit de lucht in
Britsche havens werd voortgezet.
In Noord-Afrika zijn de sedert da
gen, naar werd aangenomen gereed
staande Britsche strijdkrachten ten
Zuiden en ten Z.W. van Sidi Omar
op 18 Nov. tot een opmarsch in de
richting van Tobroek overgegaan.
Door onmiddellijke tegenaanvallen
van Duitsch-Italiaansche afdeelingen
werden aan de Britsche strijdkrach
ten zware verliezen toegebracht.
dit diepe zwijgen, de beide meisjes, die fel-
kaar gisteren nog nooit hadden gezien, nu
dicht tot elkaar bracht.* Het was als gaf
de reeds nachtelijke rust, hun voorheen
zoo opgewonden harten een beetje vrede
terug.
Enkele minuten geleden had de kleine
hangklok tien slagen laten hooren. Zacht
zei Olga Zabrow
„Kom, ik ga naar mijn kamer, ik dank
U voor de gastvrijheid."
Zij reikten elkaar de hand. doch op het
zelfde oogenblik lieten zij elkaar weer los
en twee paar oogen keken elkaar verschrikt
aan, want een harde klap, gevolgd door een
dof geluid, klonk door het huis en wekte
nieuwe gevoelens van angst bij hen op.
„Wat was dat
Olga Zabrow liet zich weer in haar stoel
vallen. Zij stamelde
„Groote genade het oponthoud hier
vangt reeds zoo vreemd aan. Ik geloof, dat
wij morgenochtend vrijwillig en graag zul
len afreizen, zelfs als wij allebei zouden
mogen blijven. Ik moet bekennen, dat mijn
zenuwen mij parten gaan spelen. Onze aan
komst hier was reeds ver van bemoedigend.
Bij bliksem en donderslag kwamen wij aan,
bij bliksem en donderslag verklaarde ons dat
manwijf dat ons afhaalde, dat er slechts
één gezelschapsdame werd verwacht en
gaf ons den raad, dat een van ons zich daar
vrijwillig zou terugtrekken. Zij' vertelde van
het spook en dacht, dat wij natuurlijk bei
den rechtsomkeert zouden maken verder
vertelde zij ons, dat geen enkele gezelschaps
dame het hier uithield. Toen leerden wij de
melancholieke Mevrouw von Malten ken
nen en haar zoon, die een moord gepleegd
zou hebben. En juist, nu wij een beetje tot
rust zijn gekomen, breekt er een la
waai los, alsof iemand de heele inrichting
van een kamer door elkaar gesmeten heeft
„Zij schudde haar hoofd. ,.Ik ben bij mijn
altijd scheldende en ruziemakende familie
leden tamelijk dikhuidig geworden maar
nu heb ik bijna het gevoel, dat het leven
.bij hen gemakkelijker te verdragen zou zijn
'dan hier." Zij wierp «en blik op de leege
I glazen en ging verder „Ik weet niet, of
goed eten en een honoraium mij over deze
akelige stemming heen zou helpen, die ons
hier overvallen is."
Wordt vervolgd.