32e JAARGANG
WOENSDAG 31 DECEMBER 1941
No. 149
NIEUWS» EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WiERINGEN EN OMSTREKEN
OUDEJAARSAVOND.
DE
HEERSCHZUCHTIGE
RENTMEESTERES.
WIERINGER COURANT
Het jaar heeft haast zijn loop volbracht,
Het afscheid klinkt ons legen.
Inderdaad het afscheid van hel oude
jaar klinkt ons tegen. De gedachten ver
menigvuldigen zich in veler hoofd en hart
en zeer, zeer velen zullen behoefte heb
ben om vertroosi te worden, want nog im
mer zijn de tijden ernstig en zwaar te dra
gen en de wereldbrand heeft zich nog
meer uitgebreid.
Wij worstelen, wij werken, wij bidden
en hopen te midden van at deze onrust.
Gekookt en gebruist als de zee, zoo ver
vloden de dagen in het afgeloopen jaar
langs kusten, langs gevaarlijke rolspa-
den, over bloed en tranen moest het
menschdom zijn schreden richten en hoe
veel aangrijpende geschiedenissen zullen
niet doorleefd zijn van verdwenen geluk,
van verbleekte idealen, van afgebroken
droomen, van ledige plaatsen, van gesloten
oogen, van tranen duizendvoud
En toch, toch moet de afgeloopen tijd
kring ons iels hebben geleerd, ons iets
hebben gebracht dat wij geestelijk zijn
gestaald, en in ons samenhoorigheidsgevoel
zijn gesterkt dat de banden der naasten
liefde hechter zijn geworden. Wij hebben
gezien wat wij verkeerd deden, wat wij
als ballast overboord kunnen werpen, en
wat wij kunnen verbeteren.
Kunnen verbeteren,maar zullen wij
het ook doen Zal bij velen de twijfel
en de moedeloosheid niet de overhand
hebben
Laten we dan het oog richten op Hem,
Wiens werken ondoorgrondelijk zijn, maar
Die het toch met ons goed maakt.
Ook den geloovigen mensch troffen de
stormen. Geloof in God bewaart ons niet
voor teleurstellingen, rampen, kruis en
storm, maar hier staat „De Meestei
bestrafte den wind en de zee, en daar
werd groote stilte," Met God komen de
smarten, en zij zullen U tranen doen
schreien, maar nooit de hoop benemen.
Onze taak in 1941 is volbracht, het
nieuwe jaar wacht ons en wij vragen „Wat
zal het ons brengen Is het niet beter
de vraag zoo te stellen „Wat zal IK
daar in dat nieuwe brengen
Met moed, geloof en een hart vol Iielde
dan het nieuwe tegemoet.
't Jaar heeft haast zijn loop volbracht,
't Afscheid klinkt ons tegen,
Ziet, een nieuwe tijdkring wacht,
Met ellend' of zegen
Niet geklaagd, niet gevraagd
Naar den andren morgen
't Antwoord blijft verborgen.
FEUILLETON.
Roman van den
bekenden schrijver
Victor van Dijke.
17.)
Snel verliet zij de kamer. Maar Mar
iene bleef als vastgenageld slaan. Het was
niet moeilijk voor haar om te raden over
wien Olga gesproken had. Want zij had
immers zelf ook gemerkt, dat Achim von
Mallen haar op een bijzondere manier had
aangezien. Zoo eigenaardig vragend en
vreemd.
En beviel Achim von Malten haar niet?
O ja Beter dan alle mannen, die zij
lol nu toe had leeren kennen. Zij streek
zich over het voorhoofd. Wat waren dat
voor gedachten Hoe kon zij zich daar
zoo in verdiepen. Het wilde immers
niets zeggen, dat de slotheer een beetje
vriendelijk tegen haar was, en een mooie
verschijning was zij nu heusch niet, dal
zij een mannenhart zoo maar ineens voor
zch kon winnen. Kom, zij moest zich
niets inbeelden. Haar spel en haar zang
waren hem sympathiek geweest en voor
al zijn moeder had er zich over verheugd.
Daarom was hij waarschijnlijk ook wat
vriendelijker tegen haar dan tegen Olga,
tenminste als dit allemaal niet sltechls ver
beelding van haar was.
Het was eigenlijk belachelijk om aan
iets te denken, dat toch nooit zou gebeu
ren. Gisterenavond was zij pas op slot
Maltstein gekomen en nu ging haar fan
tasie al met haar gedachten op den loop.
Een spons met koud water legen haar ge
Hoopt op God Gij hebt zijn trouw
Altoos ondervonden,
Ook in dagen, vol van rouw,
Gok in bange stonden.
Ja, Hij gaf steun en staf,
Laafnis, rust en zegen
Op uw pelgrimswegen.
'?a\:NENLANDSCH NIEUWS.
Opcenten registratie van 20 op 100 gebracht
Opcenten successie, zegelrecht
en suikeraccijns verlengd.
In de Staatscourant is opgenomen een be
sluit van den Secretaris-Generaal van bi-
nancièn betreffende de heffing van opeen
ten op eenige belastingen.
Daarin wordt de heffing voor successie
en zegelrecht opnieuw met drie jaar ver
lengd en het aantal opcenten op de rech
ten voor registratie van 20 gebracht op
honderd.
De heffing van 10 opcenten op den sui
keraccijns wordt door het besluit besten
digd. Het besluit treedt onmiddellijk in
werking.
BÏGGENMERKEN 1941.
De Landbouw Crisis Organisatie vcor
Noord Holland deelt aan de varkensfok
kers hel volgende mede
a. alle biggen, welke vóór 3 Januari
12 uur bij den Plaaselijken Bureauhouder
ter merking zijn aangeboden, worden voor
1941 afgemerkt, voor zoover de toeken
ning dit toelaat. Biggen, welke na dien
datum worden opgegeven, kunnen niet
meer voor 1941 worden gemerkt.
b. Overdrachten biggenmerken 1941
zuilen tot en met 10 Januari 1942 in be
handeling worden genomen.
PROVINCIAAL NIEUWS.
VERSLAG van de Vergadering van Boe
rinnen en andere Plattelandsvrouwen in
Hotel Centraal te Alkmaar gehouden
op 18 December 1941.
De voorzitster Mw. de Haan - Boslcer
opende de vergadering met een woord van
welkom, in hel bizonder aan den Heer
Bakker, het Hoofd van afd. 1 „Volk en
Bodem van den Ned. Landstand, die
's middags een inleiding hield over
„Wat is de Ned. Landstand".
Mw. de Haan memoreerde in haar ope-
nngswoord den toestand, waarin het plat
teland reeds jaren verkeerd heeft. Het
vernetigen der tuinbouwproducten, het
onverkoopbaar zijn van visch en andere
landbouwproducten enz. Zij sprak den
wensch uit dal de nieuw gestichte Land
stand dergelijke vernietigingsprocessen
van voorheen over zou doen brengen in
de meest productieve productie voor ons
volk. Indien aan deze wensch wordt vol
daan, wal wij heden, al is de Ned. Land
stand ook nog jong, reeds Imnricn mer
ken, dan hebben wij als Boerin de taaie
j:'zt houding tegenover deze te bepalen.
Nog vele malen wordt de Ned. Landstand
anders voorgesteld dan zij in werkelijkheid
is. Lc Ned. Landstand is in geen geval
en politieke organisatie. Dit in tegenstel
ling met veie andere gedachten.
Ce Ned. Landstand neemt in zich op de
gehcele plattelandsch bevolking, Boeren,
uinders, visscbers, arbeiders, maar ook
de plattelandsvrouw en de jongeren. Ver-
wacft ende, dat dit U allen duidelijk mo-
ue zijn en dit ook aan een ieder, die het
anders meent uit zult dragen, open ik deze
vergadering.
Na het voorlezen der notulen door Mw.
Glijns, die onder dankzegging werden
goegekeurd en het verslag der Penning-
meesteres, Mw. Govers over de finan
ciën, werd het woord gegeven aan den
lieer Bakker.
Leze begon met er op te wijzen, dal
zooveel van het platteland verloren was
gegaan, omdat men zich niet voldoende
instelde op de natuur, waarmede wij
toch zoo nauw verbonden zijn. Ons ge-
heele leven en werken van begin lol ein
de berust op een en al Goddelijke schep
ping. Niet voor niets is dit ons gegeven,
maar wel terdege om er van te maken
wat er van te maken is. Zoovele malen
komen wij nog tegen, dat men eerst zich
zelf ziet, het eeuwige eigen ik voorop
plaatst e-n geen naastenliede toont voor
zijn medemensch.
AI zegt men nu duizendmaal, dat men
een Chrsten is maar er niet naar handelt,
is men een pseudo Christen, dus een die
niet het recht heeft deze naam te dragen
en ci zich op te beroepen. Door ons Gods
vertrouwen en onzen naaste lief te heb
ben als onszelf, zal de eerbeid voor den
arbeid gelijktijdig verschijnen. Eerbied voor
dnn arbeid, hier inzonderheid voor den
plattelandsarbeid, zal geschapen moeten
worden door boer en arbeider lot elkaar
te brengen. Boer en arbeider, boerin en
arbeidrsvrouw bij elkaar in één organi
satie, recht hebbende op HUN belangen en
de plicht vervullende tegenover hun naas
te, moeten samengaan, afgezien van reli
gieuze, politieke of de nog zoovele malen
voorkomende financieele richtingen, schou
der aan schouder als één man, verheffende
hun platteland en hun huishoudelijke be
langen. Dit is het waarvoor de Ned. Land
stand zal werken en bouwen. De platte
landsbevolking zal teruggebracht moeten
worden naar hun eigen waarde, U moogl
U zelf niet onderschatten, want U is niet
slechter dan den stedeling, al zijt gij ook
eenvoudiger, vele malen staat U nog bo-
j ven hen wat zedelijk en cultureel gebied
betreft. Laat U daarom niets ontfutse
len wat van U is, maar sta erop bet te
herwinnen. Hierin alleen zult U slagen, in
dien Ge Uzelf terugvindt en waarin U ge
zicht aangedrukt, zou zou dezen droom
wel op de vlucht jagen.
Zij kon echter de gedachten niet onmid
dellijk van zich afzetten en zij begreep,
dat het eenige wal zij kon doen was, het
huis te verlaten. Zij kon hier toch niet
blijven met een liefde in haar hart die
steeds grooter werd voor een man, die
zich beslist een vrouw zou zoeken uit
geheel andere kringen.
Terwijl zij in elkaar gedoken op een
stoel zat, werd er weer geklopt en voor
dal zij op kon veeren, riep Augustta
„Jufrouw Wernner, bent U nog wakker?'
Een eenigszins verwonderd „ja" was
het antwoord.
„Bent U nog aangekleed luidde de
tweede vraag. Weer antwoordde zij, nog
meer verwonderd „Ja."'
„Dan is hel goed. Augusta trad met 'n
bijzondere gewichtigheid binnen Mevrouw
liat naar U vragen. De witte amazone
heeft haar erg opgewonden. Natuurlijk
heeft zij het gefluit gehoord en de wille
amazone gezien. Asthma en opwinding
gaan nu eenmaal niet samen. Mevrouw
zou graag een paar liederen van U wil
len hooren, zij is heelemaal onder den in
druk van Uw mooie muziek. Het is wel
bijna twaalf uur, maar ik hoop dal U
dat niet erg vindt."
HOOFDSTUK 9.
Een handkus.
Mevrouw von Mallen zat in de huiska
mer in haar gemakkelijken stoel en er
hing een eigenaardige geur, terwijl het
Mariene voorkwam, alsof er een witte ne
vel over de meubelen hing. „Ik heb even
moeten inhaleeren verklaarde de oude
dame, „en nu heb ik het weer wat min
der benauwd." Zij maakte een veront
schuldigende beweging en vervolgde
Het spijt me, dat ik U nog zoo laat
heb laten roepen, maar ik geloof, dat
als U voor mij een paar liederen zoudt
willen zingen, ik weer gekalmeerd zal
zijn en misschien kan ik dan een paar
uur slapen." Zij trok haar warme kinemo
vaster om zich heen en vroeg huiverend:
„Wat denkt U van de witte amazone
Ik ben niet bijgeloovig, maar wat men
met zijn eigen oogen ziet, dat moet men
toch wel gelooven. Nu ongeveer een jaar
geleden liet zij zich ook zien en in dien
zelden nacht brandden er twee van onze
grootste graanschuren af Zooiets maakt
nerveus. En nu dringt zich steeds de vraag
bij me op Wat heeft deze verschijning
van de witte mmazone nu weer te betee-
kenen
„Ach mevrouw, het is beter, dat U er
heelemaal niet over denkt. De brand
van die schuren was natuurlijk zuiver
toeval."
De stem van de slotvrouw klonk heel
zacht „Twee jaar geleden, vlak voor
dien vreselijken moord, heeft zij zich ook
laten zien.
Roberta Olbers heeft het mij bij een la
tere gelegenheid verteld. Zij kwam dien
avnod juist laat met den jachtwagen van
het dorp terug, toen zij, dicht bij huis de
witte amazone voorbij zag rennen Zij
heeft alle mogelijke moeite gedaan om
haar in te halen, maar het leek, alsof
het paard den grond heelemaal niet aan
raakte met zijn hoeven, alsof hij over de
aarde vloog."
Mariene schudde het hoofd,
„Juffrouw Olbers maakt eigenlijk hee
lemaal niet den indruk van iemand, die
zich met spoken bezig houdt, of er aan ge
looft. Ik heb het spook van Maltstein ge
zien, tezamen met baronesse Zabrow
en juffrouw Helm en ik weel niet goed,
wat er van te zeggen valt zoo griezelig
de kwestie op dit oogenblik ook was, en
geloof ik, hoewel ik het spook zag, er
toch niet meer aan. Er moet een verkla
ring voor te vinden zijn."
Zij schoof met Augusta, die in de ka
mer gebleven was, den stoel naar de deur
terkt woidt door afd. 1 van den Ned,
Landstand „Volk en Bodem", die in hoofd
zaak de cultureele en economische zijde
van den Landstand omvat. Vindt U zelf te
rug en ik ben ervan overtuigd, dat wij
een hechtere en betere eenheid krijgen
dan ooit tevoren. Komende aan afd. 1
van den Ned. Landstand „Volk en Bodem'
meende ik U in korte trekken uiteen te
moeten zetten hoe of deze onderverdeeld
zijn in verschillende bureaux's o.a. Sibbe
en erf Landarbeiders Landjeugd
Landvrouwen VormingNieuwe boeren
nieuwe hoeven, en Recht, waaronder
pacht, hypotheek en erfrecht.
Deze 7 onderafdeelingen hebben ieder
een leider, welke gezamenlijk onderge
bracht zijn onder het Hoofd van afd 1
„Volk en Bodem" en omvatten hel gehee-
le economische en cultureele leven.
In tegenstelling met voorheen zal in de
dorpen het zwaartepunt liggen. Vanuit den
Dorpsraad, waarin elke tak van bedrijf en
ook de plattelandsvrouw en jeugd aanwe
zig zullen zijn, gaan de nooden naar de
Gouw door bemiddeeling van een Streek-
gcmachtigde. Dit groote voordeel voor den
Boerenstand ligt geheel anders dan voor
heen, daar men toen van boven naar bene
den werkte. Dit is met den Ned. Land
stand verdwenen tot heil van ons platte
land.
Ten slotte besprak Mw. Bommezij nog
enkele bijzonderheden uit den Bond zelve.
Van vragen stellen werd druk gebruik
gemaakt.
De Voorzitster sloot de vergadering
met een woord van dank aan den Heer
Bakker en werschte ieder veel sterkte in
deze moeilijke dagen en wel thuis.
„Een huis tegen zichzelf verdeeld,
kan niet bestaan."
Hoe zorglijk Kerstmis 1941 ook moge
Zijn, de natie houde het oog gericht
niet op hetgeen zij ontbeert, maar op
hetgeen ïeden geeft tot groote dank
baarheid. - En dat is tenslotte nog zoo
oneindig veel.
Kerstrede MusserL
Woensdagavond vóór Kerstmis heeft
Mussert de volgende rede gehouden
Mijne volksgenooten,
Hel is Kerstmis 1941 en de wereld slaat
iD vlamen. Het einde van 1941 nadert en
1942 wordt met groote zorg tegemoet ge
zien.
War.neei het straks Oudejaarsavond zal
zijn en do bronzen stem zal twaalf malen
geklonken hebben, dan zullen wij met
Gnido Gezelle kunnen spreken
van de muziekkamer en nam voor den
vleugel plaats. Een blik gleed over het
groote portret van de witte amazone cn
zij huiverde even bij de herinnering aan
het zoo juist beleefde. Het kwam haar
voor, alsof die trotsche mond tegen haar
zei „Wat weet jij van hetgeen er tus-
schen leven en dood bestaat en hoeveel
raadselen er nog ver achter den dood van
jullie menschen liggen
Om het onaangename gevoel dat over
haar kwam, te beheerschen, sloeg Mariene
een paar accoorden aan en begon zacht
te zingen, zoo zacht, dat zij Achim von
Malten niet kon storen.
In de kamer ernaast zat Achim von Mal
len bij de deur en luisterde. Ilij was zoo
juist bij zijn moeder geweest en had haar
verlaten, toen Augusta naar boven was
gegaan om Mariene te vragen beneden te
komen, Hij had de witte amazone niet ge
zien, maar het schrille gefluit klonk rog
na in zijn ooren. Hij geloofde niet aan het
spook, maar de moeilijkheden, die zich
steeds voordeden nadat zij zich vertoond
had, deden hem het ergste voor de toe
komst vreezen.
Hij luisterde naar het zachte gezang en
voelde zich steeds vroolijker worden. En
al zong Mariene nu niet haar eigen lied,
toch dacht hij over de woorden
Je bent als
wonder' o, maak mij blij'"
Opeens dacht hij weer aan de witte
amazone. Hij had haar niet gezien maa*
zijn moeder was er hevig van geschrok
ken. Daar moest toch iets aan gedaan wor
den, het was te gek, dat iemand het waag
de onrust te stokon op zijn gebied. Hij zou
er morgenavond met Roberta over spre
ken. Zij kon uitstekend schieten en ook
zijn vastheid van - hand zou na een paar
keer oefenen wel weer terugkomen. Als
de witte amazone zich dan nog eens durf
de te vertoonen, dan zou hij eenvoudig op
haar schieten.
Hoofdredacteur
Corn. J. Boskcr, Wieringen.
BUREAU
Hippolytushoef Wieringen
Telefoon Intereomm No 19
3ij kantoor
Brugstraat 23 Middenmeer. Telefoon 23
Verschijnt eiken
'Jip.sdas. Donderdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs
per 3 maanden f 1.30
Het jaar is uil en 't enden geleefd,
Van al zijn oude ellenden en heeft
Den last het ons ontheven.
Het nieuwe jaar heeft van heaen af aan
Voor elk en de een een schreden gedaan,
Wie zal het ten 't enden leven
Het is mij een behoefte doch tevens
een voorrecht om in dezen tijd langs dezen
weg U te kunnen bereiken, die bereid zijt
te beluisteren.
Groote zorgen drukken ons en vereeni
gen ons. Het is goed deze uit te spreken,
lichter zullen zij dan le dragen zijn. Daar
is dan de zorg om het te verdienen dage-
lijksche brood, een zorg rustend op onge
telde duizenden, drukkend loodzwaar.
Daar is dan de schaarschte aan levensmid
delen en kleeding. Een land als het onze
met zijn enorme bevolkingsdichtheid van
bijna driehonderd menschen op den vier
kanten kilometer heeft het natuurlijk
uiterst krap, wanneer nu, zooals in 1917
en 1918, door de blokkade, de invoer van
overzee is afgesloten. Het stelt eischen
aan allen, maar in het bijzonder aan de
huismoeders, den middenstand en de over
heid.
Boven de persoonlijke zorgen uit, rijst
de bekommernis om de toekomst der natie.
Velen zijn bezorgd om het vaderland hier.
Een zorg die ik begrijp, maar niet deel, om
dat ik het geloof en vertrouwen heb in een
toekomst, beter en schooner dan in het
naaste verleden, om van het heden niet
te spreken.
Maar wat ons allen, de geheele natie,
vercent, dat is de zorg om onze kolonifen
in Oost en West, om de tienduizenden
volksgenooten, die, afgesneden van het
moederland, daar met hun gedachten hun
kerend zijn bij ons hier in de lage lan
den aan de Noordzee.
Maar dit alles zou lichter te dragen zijn,
als er niet was die haat, die vervloekte
haat van volksgenoot tegen volksgenoot,
de in een reeks van jaren zorgvuldig aan
gekweekte haat. De haat. die met de ja
loezie samen elke redelijkheid ontkent en
eiken opbouw belemmert. De haat en de
ialouzie die uit den duivel zijn.
Waarlijk, redenen te over om meer nog
dan in andere jaren, aan het einde van het
jaar 1941 tot bezinning te keeren.
Hij stond onder aan de trap, toen Mar
iene uit de kamer van zijn moeder kwam.
Zij wilde met een vriendelijke groet pas-
seeren, maar hij hield haar met een hand
beweging tegen.
f,Hel spijt me juffrouw Werner, dat U
vanavond ons huisspook reeds moest lee
ren kennen. Min moeder kan zoon opwin
ding niet verdragen het heeft haar erg
aangepakt.
Zij keek hem recht in de oogen.
„Als U spreekt over het huisspook,
ordt het tijd, dat U daar een eind aan
maakt," antwoordde zij.
Hij haalde zijn schouders op.
„Het spook laat zich zelden zien. Als
men het schrille gefluit hoort, is het eigen
lijk reeds voorbij. Men kan toch niet
maandenlang op den loer liggen
Zij knikte „Neen, dat gaat natuur
lijk niet. Goeden nacht, mijnheer von
l^lalten."
Weer hield hij haar tegen.
„Is mijn moeder weer wat rustiger
Zij heeft zoon last van haar zenuwen.
Sinds ons ongeluk heeft zij al haar kracht
erloren."
Nog steeds keek Mariene Achim strak
aan. „Als U het ongeluk beter het hoofd
had geboden, zou Uw moeder er zich
ook beter tegen hebben kunnen verzetten.
Zijn oogen begonnen te stralen.
„Tot die conclusie ben ik vandaag ook
gekomen." Hij greep haar hand. „Dank
U, juffrouw Werner, dank U hartelijk.
Plotseling bukte hij zich voorover en
drukte een kus op den rug \an haar hand.
Daarna keerde hij zich snel om en ver
dween in zijn kamer.
'Hevig opgewonden liep Mariene de
trap op. Zij was bijna tegen de rentmeeste
res opgeloopen, die boven aan de trap
:tond en de heele scène had gehoord en
gezien. Vlug gleed deze nu in een nis in
den muur, terwijl Mariene langs haar liep
zonder iets op te merken.
Wordt vervolgd.