Ik ide vnn Londen Scott Newcastle Veldhuis Huil terug uit zee gisteren nog Dixon Sunderland. Niets uitgezeildi De wind n. w. hard. 30 Junij van Wijk Maria Batavia Crigecede 2 Jongvrouwen Londen Simmerman, Aurora, Laurvig, GjersöeGreven Wedeljacrls- benj Drammen/ Mijhre de Goede Hinzig id. gisteren nog NagelJo- hauua Gebiena Oleron. 1 Julij Jurgens i'icter Eduard Nickerie. 1 Julij uitgez. Z. 51. stoomschip Curacao luit. 1ste kl. Ilinlopen Vlissingen. de wind w. n. w. (Scnuugbe liscvigtew. (ingezonden.) De koninglijke familie slaat vermeerderd te worden. Met een Hongaarsche muizeuvalverkooper heeft Z. M. zijn kabi net versierd. In Berlijn gaat men een journalislische crisis te gemoet. In Frankrijk wordt eene hevige maar bloede- loozo strijd over Espartero gevoerd. Engelschen en Ieren Hollanders en Yriezen baden zich te Scheveningen. Z. E. de minister van oorlog is zorgende dat de officieren van al- 1 le markten klaar zijn. Alle diensten zullen voortaan min- der vrolijk worden. Hut oude Spook bezworen enz. is te Amsterdam voor 1,25 verkrijgbaar: Curieus geleerd! O' Connell bij Continuatie bewijst dat hij sterke longen heeft. Te Lembeck is een monsteraal gevangen van acht voeten langmei manen en met een kop van een speenvarken. Leès hierhet portret van den ter dood veroordeelden J. C. van Stenis a 25 cents te koop. Nieuwe uitvinding om het baar met stoom in alle kleuren te verwen. Het treurig uiteinde van de Rheinische Zeiltuig zal jaarlijks met eeu vrolijk gastmaal herdacht vtorden. De heer van Ollefen heeft in huisselijke twist verdiensten verworven. Een winst gevende Jufvrouwen-affaire en een publiek huis te 's Gra- venhage te koop. Het getal ministers wordt vermeerderd. De werklieden aan 's Rijkswerven worden verminderden men zegt dat de overblijvende voortaan vijf dagen per week in plaats van zes zullen werken. Voorwaar eene doel treffende bezuinx&ing Prins Albert heeft op een dro medaris zijne intogt te Jeruzalem gedaan. Honderd en ze ventig Hongaarsche soldaten hebben de meisjes van Cone- gliano niet met vrede kunnen laten. m b i jr~ïT~lr m li it. Bewijs dat AAPtfliKtfN niet liecü bestaanen niet anders geweest is dan de ZON». Uit h t Fra»sch.) (Vervolg en slot van het vorig Nommer.) Maar zoo men om onze gevolgtrekking le verzwakken Voorgaf dat do Winter niet zonder Rijk was en dat men hem het treurige vorstendom van sneeuw eti rijp wilde toekennen die in dit noodlottig jaarsaizoen onze velden niet hel lijkkle d der natuur bedekken, ons antwoord zoude oogenbiikkolijk ge reed zijn; liet is, zonden wij zeggen, dat men daardoor ons heeft willen aautoonen het nietige en bclagchclijke Vorsten dom waarmede men voorgeeft dat die vierde broeder van Napoleon bekleed is na den. val van alle zijne bloedverwanten: vorstendom een titel die men boven anderen bij voorkeur ge geven heeft aan hel dorp Canino omdat cauiiio komt van eani heigeen beteckcntde witte baren van den verstij bleu ouderdom, hetgeen ons den winter herinnert:; want in de oogeu der Dichters zijn de bosschen die onze heuvelen bedek ken, er het kapsel van, en als de winter ze met lijp dekt, dan zijn het de witte haren der kwijnende natuur van het oud geworden jaar. Cum geitdus crescit canis in montibus humor- Alzoode voorgewende Prins tan Canino is niets dan de verpersoonlijkte Winter; dc winter die begint, als er niets meer van do drie schooue jaargetijden overig is, en dat de zon het verst van ons verwijderd is van dc streken overheerd door de onstuimige hinderen van het Noordennaam dien de Dichte;s aan de winden geven, welke, uit die streken ko mende, onze velden ontkleuren en dezelve met eene hatelijke witheid overdekken iets dat aanleiding heeft gegeven tot het onderwerp der lahelaculige overstrooiniug van Frankrijk door de NoordscUe volken alwaar zij eene vlag met verschillende kleuren hebben doen verdwijnen, waarmede het versierd was, om dezelve te doen plaats maken voor eene wille die het ge heel overdekte na de verwijdering van den even fabelachtige» Napoleon. Maar liet zonde oiinoodig zijn te herhalen dat het niets is dan het zinnebeeld der rijp die de winden van het Noorden ons gedurende den winter brengen in plaats der be minnelijke kleuren die de zon in onze streken onderhoudt alvorens zij zich van het Zuiden verwijdert; eene zaak waar van het verband gemakkelijk is op te merken, met al die kos telijke labeltjes die men in onze eeuw heeft uitgevonden. 6. Volgens dezelfde fabelen had Napoleon twee vrouwen, inen heelt er ook twee aan de zon toegeschreven. Deze twee vrouwen van de zon waren de maan en de aarde; de maan volgens de Grieken iliet is Plutarchus die het bevestigt) en Je aarde volgens de Egijplenaren eu wel met dit merkwaar dig onderscheiddat bij de eene (dat is de maan) de zon geen nageslacht had en dat hij bij de andere een eenigen zoon ge- wan den kleine Horus, zoon van Osiris en I s i s dat wil zeggen van de zou en van de aarde zoo als men lezen kan in liet eerste dcei van de geschiedenis des hemels. Het is een Egyptisch zinucbecld waarbij de kleine Horus, geboren uit ie door de zon. bevruchte aarde den landbouw voorstelteu juist heeft men de geboorte van den zoon van Napoleon doen plaats vinden op den twinligslen Maart dag- en nachl-eve- uiug der Lente, omdat het in de Lenle is, dat de voortbreng selen van den landbouw hunne grootste ontwikkeling verkrijgen. 7. Men zegt dat Napoleon eene einde maakte aan eene vernielende plaag, die over Frankrijk regeerde, en men norm- de dezelve dc Hydra der omwenteling. Nu, eene hydra is ceuc slang en de soort doet er weinig toe vooral bij eene fabel. Het was de monsterachtige draakslaug Python, die Je schrik van Griekenland was en die door Apolio verstikt werd, toen hij nog in zijne wieg lag eu het is daarom dat. nn.u zegt dat Napoleon zijne heerschappij begon met de Fransche omwenteling, even versierd en verdicht als het ove rige, te verstikken; want men ziet wel, dat omwenteling (rê- uoLlionis ontleend aan hel. Lntijuscii woord renolvohetgeen de stelling van eene slang aanduidtdie op zich-zelve rond draait. iiet is Python en niets anders. 8. De vermaarde oorlogsheld der negentiende eeuw had zegt men twaalf rijksmaarschalken aan het hoofd zijner le gers en vier werkeloos. Nu de twaalf eerste, zoo als zich van zelve verstaat, zijn de twaalf teckeneu van den dieren riem, wandelende onder de bevelen ï.in de zon Napoleon, en ieder eene afdeeling van het onnoemelijk aantal sterren ouder ziju bevel hebbende, hetgeen zich in twaalven, in overeen stemming met de twaalf teckcuen, verdeelt. Dit zijn dc twaalf maarschalken die volgens onze fabelachtige kronijkeu in wer kelijke dienst onder Napoleon waren, en de andere zijn waar schijnlijk de vier hoofdpunten, die onbeweeglijk, tc midden der algcmeene beweging zeer wel de werkelo ishcid voorstel len waarvan het hier de spraak is. Aldus alle deze maar- sctialken, zoo wel werkelijke als vverkelooze, zijn zinnebeeldige wezens, die geen meer vvezentlijkheid kebbeu gehad, dan hun opperhoofd. 9. Men zegt dat dit opperhoofd van zoo vele schitterende legers glorierijk de Zuidelijke streken had doorloopcu maar

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1843 | | pagina 3