hij tot den vreemdelingliet doet mij leed uwen inzet niet te
maar liet is deels te laat en deels te wei
manen aannemen maai -- - -
,i„ want men neemt niet minder aan dan een halven pias
er. Een jong kavallerie-officier die nog al driftig was val
kunnen aannemen
uig
ter. Ken j„„a
aard, raapte het stukje geld op en scheen op het punt
het den vreemdeling naar het hoofd te werpen.
De vreemdeling liet zich evenwel niet overbluffen.
er de officier riep hij laat dat geld dat ik n de
1 .- i r
au
van
eer
of
Gü
Mijnheer ,.t r
gedaan heb op uwe tafel te werpen daar stil op liggen
zoo waar als ik hier sta ik snijd u de knevels af.
zegt alzoo mijne heeren dus vervolgde hij dat mijn inzet te
gering is. Maar hoe! zouden uwe edelheden eenen armen boer
dan ile gelegenheid, om een paar piasters te winnen, misgun
nen, of zoudt gij welligt te trotsch wezen om mijn geld aan
te nemen. Het is evenwel eerlijker gewonnen dan eeuig once
gouds in uwe beurs heer pastoor; doch neen ik vergis mij
ik wil zeggen heer kapiteiiimaar versta mij welik ver
klaar u dat het spel geen' verderen voortgang zal hebben
zoo ik er geen deel aan neem. Vier realen zijn mijn inzet.
Kom aan voort geen meer tijd verloren.
Ik herhaal het u mijnheer de ezeldrijver, hernam de ban
kier het is te laat en uw inzet is te gering.
Te laat is het niet en het te geringe van den inzet is
slechts een voorwendselkom aan heer pastoor kapitein
munnik of wie gij ook inoogt zijn, daar liggen mijne vier re
alen en thans copolietgene zoo veel was als ik houd al liet
geld van de bank.
Deze onbcstaamde roekeloosheid voerde de verbazing van al
de omstanders ten top. Het rumoer werd algemeen zij die
zich in de verst afgelegen hoeken van het vertrek bevonden
kwamen nader hij. Bleek van toorn rees de zoogenaamde ge
neraal op van zijnen stoel, roepende: "Wie zijt gij die ons
hier zoo onbeschoft komt sloren; hierop gelastte hij den jongen
officier de wacht te gaan halen.
lieer generaal zeide de vreemdeling blijf bedaard en gij
jong mail, niet van uwe plaats, het geld uw leven, of ten
minste uwe fraaije knevels. Waar gij allen mij ook voor moogt
aanzien ik ben stellig meer dan een van u dan den besten
uit den hoop; maar gij schijnt verlangend, te weten wie ik
ben; wel nu ziet toe; daar ligt mijn mantel en bij liet afwer
pen van dezen vertoonde hij een dondeibuks met eenen gapen
den mond van het eerste kaliber.
Ik ben dit hebt gij reeds aan mijnen tongval kunnen be
speuren geboortig uit de provincie Alava en wel uit Rioja
«ebrek aan eenen grootscher
wel zoo goed zijn zich onderling de een den ander vast te binden en
dat zij vooral zorgen het goed en deugdelijk te doen geestelijke en we
reldlijke officieren en soldaten allen zullen ons als gevangenen volgen
hem die zich mogt willen verzetten of gerucht mogt willen maken zult
daarom niet mishandelengij zult hem maar even uwe messen tot
aan derzelver hechten in de borst duwen. Zoo mogelijk liefst geen schot.
Kom aan mijne heeren aan het werk uw leven hangt van uwe be
reidwilligheid en uwen vlijt af; zoo ik mij niet bedrieg, hebben wij de
eer hier al de leden van het gemeentebestuur bijeen te zien den re-
gjdor den griffier de alguazils enz. Kom aan mijne heeren maakt
voort ieder zal zijne beurt hebben ik zal intusschen mijne buit nazien.
Dit zeggende nam hij al het op de tafel liggende geld ter waarde van
meer dan twee honderd oneen goudsen stak het in eene soort van
schapenvellen wijtasch dien hij over den schouder had hangen.
Het was een vreemd schouwspel te zien hoe al die menschen zich
onderling vast bonden met de koordenhun door hunne gewapende
bewakers verstrekt. Zurbano zag alles in persoon na zich verzekerend
of de knoopen wel goed knelden en omstreeks drie kwartiers na zijne
komst in het huis verliet hij hetzelve weder maar thans gevolgd door
zijne bende en een zestigtal krijgsgevangenen waarmede hij nog voor
liet aanbreken van den dag de voorposten van het leger van Christina
bereikte.
Cl t» c v c i t c w.
Gij
ji'ca. aan v-viivzz 0- klinkenden naam noemen
mijne bandieten mij Martin Zurbano; ik heb de eer geheel
tot uwe dienst te zijn; maar die mij slechts een enkelen duim
breed nadert is een kind des doods. Gij zijt allen in mijne
magt in dit kleine pistooltje dat gij hier ziet, zitten twintig
kogeltjes; Brigadier! zeg toch aan het geëerde gezelschap,
dal liet weder ga zitten en gij Heer kapiteiii wilt gij thans
mijne vier realen aannemen.
Op het hooren van den naam van Zurbanohet zoo ge
vreesde beudeiilioofd bleven al de aanwezigen als versteend.
Die vreeselijke donderbuks, die hij steeds op den bregadier ge-
ligt hield, kon ieder oogen blik den dood ouder allen verspreiden.
Heer pastoor dus ging hij voort de handen af van dien
zak met geld van de kaarten en van de daarop liggende in
zeilen als overwinnaar eigen ik mij dat alles toe geef u de
moeite niet liet mij toe te reiken; mijne knapen zullen er u
wel van ontlasten.
Van onder zijn schaapvachlen buis haalde hij nu een zilver
JI uitje voor den dag, waarvan het schel geluid heinde en ver
re klonk. Eene bende van omstreeks de vijftig man geiva
pend met schietgeweien bajonetten eu messen stoof met een
liet vertrek binnen hunne kleeding verried niet het minst
van cenige militaire uniform.
Toegesprongen knapen, riep Zurbano; dat zes post vatten aan de deur
en niemand binnen laten twintig of dertig anderen hier om deze hee-
ren officieren van het leger van Karei V te knevelen en te binden j
maar neen ik bezin mij legt uwe wapens niet afdie heeren zullen
Men is van meening om op Dingsdag den 15dvn Augus
tus 1843 des avonds ten 8 ure in het Heer en-Logement
aan den Helderpubliek te verkoopen Een HUIS zoo
goed als nieuwingerigt en gebruikt wordende tot de uit
oefening eener Logements- en Tappers-Affaire genaamd
HET I1ELDERSCI1E VEERHUISwaar dagelijks 6
Trekschuiten op- en afvarenmet het daarbij behoorende
ERFbenevens eene daar achter staandegeheel nieuw
gebouwde STAL voor 25 Paarden en Hooiberging; alles staan
de en gelegen bij het Plein op bet beste gedeelte van den
Helder en op den kadastralen perceelsgewijzen legger aan
gewezen in Sectie A, No. 1540, ter grootte van 4 Roeden
en 80 Ellen behoorende het voorschreven Perceel aan den
Heer J. BLOKLANDaan den 1leidervan wien de Koo-
per tevens tegen billijken prijsdes verkiezende kan over
nemen alle de Gereedschappen tot de Logements- en Tap
pers-Affaire behoorendewaaronder een goed geconserveerd
Billard. Nadere informatien zijn te bekomen ten Kantore
van den Notaris J. SCHOON aan den Helder.
PUBLIEKE BlISTBIDIiTG VAN
HAVENWEHKEiLT OP 'TEILAND TEXEL.
Directeuren der Haven beoosten het Oude Schild op Texel.
Zullen op Maandag den 7 Augustus e. k. des 's namid
dags ten vier urenop den Haven alhierbij opbod Pu
bliek doen aanbesteden.
Het uitdiepen der geheele Mond en een gedeelte
in genoemde Havenhenevens het maken van 50
Ellen wier riem in dezelve.
Alles breeder omschreven in bet daarvan opgemaakt be
stek hetwelk ter lezing ligt te Helder en het Nieuwediep
in de Heeren Logementen en te Texel in de 7 Provintie
en rijzende Zon. Zijnde nadere informatie te bekomen bij
den Secretaris der Haven J. Zunderdorp ten wiens Kan
tore de verschenen Intrest Coupons van primo Julij jl. ere
I vroeger betaalbaar zijn gesteld.
Uitgegeven bij C. BAKKER Bz. te NieuweDiep.
Gedrukt bij G. GILTJES te Htlder