(Bcmctigbc ücvigtca.
(ingezonden.)
Te Zutphen is een kat op non-activiteit gesteld zonder
genot van pensioen. Te Ostende Gent en Antwerpen zijn
groote sommen geld verspildom H. M. de koningin van
Engeland op eene schitterende wijze te ontvangen. Het ste
delijk bestuur van Antwerpen heeft om de groote kosten
goed te keuren eene buitengewone vergadering gehouden.
Te Brussel is de ontvangst niet zoo hartelijk geweestmen
zegt dat er scholschrilten aangeplakt zijn tegen koningin
Victoria en Leopold. Op de Citadelop de wallen en in
de forten te Antwerpen staat geschut om er HH. MM. op te
onthalen. Koning Leopold heeft getoond goed te kunnen
zien. De koningin van Engeland en der Belgen omhelsden
elkander bij de eerste onlmoeling als zusters onder levendi
ge aandoeningenbet zijn slechts aangetrouwde nichten.
De prinses van Oranje heeft eenen zoon ter wereld gebragt.
Den 18den September is de tweede kamer aangekondigd,
dat het personeel der prinsen vermeerderd is. Op vele plaat
sen zucht men om de vermeerderiug der lasten. Te Leip-
zig is de Burgemeester en een beambte der hoogeschool
een ketelenmuziek gebragt. Te Hamburg is een wijndrinkers,
gezelschap opgerigt. O'Connell is onuitputtelijk in het be
leggen van vergaderingen. In het vreemdelingenboek der
koninklijke Bibliotheek te Brugge staat Victoria R. Roschid
Bassa is uit zijne betrekking ontslagen. Te Aargau zullen
vier kloosters hersteld worden. In tegenwoordigheid van den
koning van Bohemen wordt door 9500 man gemanouvreerd.
De Fransche consul heeft van de Porte voldoening geeischt
over de belediging de fransche vlag aangedaan. Een maho-
medaan die Christen geworden isis door zijne vroegere ge-
loofsgenooten onthoofd. De Zweedsche regering zal 600
slaven te St. Barlhelemij emanciperen. Te Madrid is weder
een geheimgeuootschap ontdekt.
MENGEEWERK.
DE GEEST V vv DEN BARBIER.
Een heer, die voor eenige jaren eene reis in het Noordelijk
gedeelte van Zuid-Carolina deed, kwam eens in eene herberg,
waar hij den nacht wenschte door te brengen. De waard zeide
hem met alle beleefdheid dat hij hem gaarne spijs en drank
wilde geven maar dat hij hem geen bed konde klaarmaken
dewijl zijn geheel huis bezet was. De vreemdeling kon echter
zijn reis ook niet voortzetten; omdat zoowel hij als zijn paard
beide door de reis geheel afgemat waren. Ka veel hierover
gesproken en er sterk op aangedrongen te hebben stond de
hospes hem eindelijk huisvesting toe, onder voorwaarde, dat
hij het voor lief moest nemen op eene kamer te slapen die
reeds sedert lang niet meer bewoond werd dewijl zij den
naam liaddat er de geest van eenen baardscheerder in huis
vestte die voor eenige jaren in dat vertrek was vermoord
geworden. Zeer goed zeide de reiziger, »zorg inlusschen
maar voor mijn paard en maak mij het avondeten gereed!'
Nadat hij zich hieraan verkwikt had, vraagde hij den hospes,
hoe en op welk eene wijze de kamer waar hij den nacht
zoude doorbrengen door het spook geplaagd werd De
waard antwoordde dat degenen die daar hunnen intrek
hadden genomen na eene korte rust verschrikt waren wak
ker geworden door eene stem welke bevende in eenen lang
uitgehaalden toon deze woorden had uitgesproken r> Doa you
wa-a-n-t la be sha - a - red?" (Wilt gij u laten scheren
Goed" zeide onze held, indien hij kómt en het mij vraagt,
zoo zal ik mij laten scheren!" Nu verzocht hij, dat inen hem
zijne geeslenkauier zoude aanwijzen; deze was op de bovenste
verdieping waartoe hij door eene zaal moestwaar eene me
nigte meuschen aan de speeltafels druk en ijverig hun geluk
in het spet beproefden zij oogden onzen vermeleleu met ver
wonderden blik na die zich gerust en moedig naar het spook-
verlrek liet geleiden.
De slaapkamer was klein en had slechts eenen uitgang
hij onderzocht alles naauwkeurigdoch behalve dat zij" door
het weinige gebruik er cenigzins ledig uitzag vond hij er
niets dan het noodige. Toen hij zich nederleide om te slapen,
kwam het hein voor, alsof hij de woorden; Doa oyn wa-a-
n-t-ta be scha-a-red?" hoorde. Hij stond op, hervatte
zijn onderzoek, maar kon echter niets ontdekken. Maar naauwe-
lijks had hij zich weder te bed begeven of de vraag werd her
haald. Hij stond weder op, begaf zich naar het venster, van
waar hij de stem meende te vernemen daar bleef hij een
tijdlang staan, toen hij op nieuws den toon duidelijk hoorde
en nu was hij overtuigd dat de stem van buitenkwam. Hierop
opende hij het venster en nu trof tot zijne groote verwondering
deze vraag nog veel duidelijker zijn oor echter bespeurde hij
geen mensch noch eenig menschelijk wezen. Hij wilde nu
zijne nieuwsgierigheid bevredigen en ging met hel onderzoek
naar de oorzaak van dit geroep voort; eindelijk bespeurde hij
dat de tak van eenen grooten kastanjeboom die digt bij liet
venster stond door den wind bewogen langs de dakpannen
wreef en een geluid voortbragtwaaruit eene opgewondene
verbeeldingskracht de vraag: Doa yoa wa-a-n-t la be
sha-ti-red" kon opmaken. Als de woorden plat Amerik-
aansch werden uitgesproken hadden zij er veel overeenkomst
mede.
Toen hij zich overtuigd had dat het gevreesde spook niets
dan de tak van eenen boom was die langs het dak wreef
zoo legde hij zich te bed om nu eens rustig te slapenmaar
het iuide praten, gelach en getier, de vloeken en vcrwenschin-
gen der nachtelijke kansspelers in do uabijzijnde zaal hiel
den hem den slaap wel uit de oogen. Het kwam hem einde
lijk in de gedachten dat de gedane ontdekking hem echter
wel den zoo hoognoodigen slaap koude bezorgen. Hij stond
dan voor de vierdemaal op, wikkelde zich in een beddclaken,
nam de waschkom in de handwierp eenen handdoek over
den arm opende de deur der speelkamer, stapte er langzaam
met afgepaste schreden binnen en riep met eene verschrikke
lijke stem de zoo gevreesde woorden: Doa you wa-a-n-t
la be sha-a-red De spelers, door de verschijning van
den geest in doodsschrik gebragt wierpen in de grootste ver
warring de kaarten ver van zich afvlogen door de eerste
deuren en vensters en rolden bijna de een over den anderen
van de trappen. Zoodra onze geest zich niet van lagchen
kunnende onthouden zijne klucht met den gewenschten uil
slag bekroond en de kamer ledig zag verzamelde hij al het
achfergclalene geld in de waschkom en in den handdoek, be
gaf zich daarna in zijne kamer terug, waar hem nu niemand
meer stoorde, en sliep rustig, tot dat de zon reeds hoog stond.
Dij zijn ontwaken vond hij den hospes en zijue huisgenooten
in doodelijken angst. Men vraagde hem terstond of hij wel
gerust had: hij antwoordde ja Dit is ook geen wonder,"
zeide de hospes want het spook in plaats van in uwe ka
mer te gaai' is in ons vertrek gekomen heeft allen doode-
lijk verschrikt gemaakt en ons geld lot op den laatstcn duit
loc medegenomen."
De vreemdeling ontbeet, en reisde verder, eenige douzijucn
Dollars rijker dan hij gekomen was.
TFAT VERMAARDHEID BETEEKENT.
Het fransche dagblad Le Siècle bevatte onlangs do navol
gende annecdote. Voor ceu paar weken werd een jong schrij
ver in ccuc gemeente van het regtsgebicd van Parijs in den
echt verbonden. De getuigen waren de heeren Ingres F'ic-