Past jongen en oiulcn.
Bedenkt tocliAandachtigen eer liet te laat is want een
weinig te laat is 'eel te laat: te vroeg gedaan en te laat be
dacht, heeft menig in het verdriet gebragt: bedenkt dan toch
van den besten wijn koint de felste aziju, en dat er zich meer
in den wijn dan in de zee verdrinken.
«Bij wie is wee, bij wie is kijvage? bij wie wonden zon
der oorzake bij wie roodheid der oogen Bij degenen, die
bij den wijn vertoeven; die komen om gemengde dranken ua
te zitten» die taal is geen koren op uw' molen, maar toch de
waarheid. Die een hoofd van een pintje heeft moet geene
kan willen drinkenééne borrel eéne llesch is voor velen
uwer zoe veel als eene boen in een' brouwketel. «Stoot ceus
aan den zaudlooper» is uw Parool«a vous Nathals» het
Contrasigne maar in het eind moet het tocli buigen of ber
sten de bom barst uit; de beurs krijgt plooijen die eertijds
vol was het aaugezigt krijgt rimpels dat eertijds bol was
en al noemt gij de kroeg uwe Apotheek en den waard uw
Apotheker, het staat vast als een paalbovenwater, die's mor
gens gaat bij zulk een Apotheker is 's avonds dronken dat
is zeker.
Het is toch beter dronken dan gek valt gij mij in de rede.
Ach! aandachtigen! Yol maakt dol; als de wijn is in den
man is de wijsheid in de kan. Yolle liesschen en glazen
maken vloekers en dwazen; de dronkaard is het zwijn gelijk,
zij weiillen beide in het slijk.
Maar waarom vraagt gij zegt men dan dat dronke
lieden en kinderen waarheid zeggen
Jfuigens antwoordt u
De man en was niet gek die 'tin de sinne schoot
Is 't klappen dat men soekt P 'ten waar niet eens van noot
Dat wij een mensclien lid aan plij of pijnbank braken,
Ik wou misdadigers niet meer als dronken maken.
Mooi gezegd! merkt gij spottend aan, maar watervrees is
eene erge vrees; die zich aan een ander spiegelt, spiegelt zich
zacht; daarom spicgeleu wij ons aan Aces-buur en laten Jlui-
(jens links liggen.
Zes liesschen wijn drinkt alle dagen
Mijn buurman Kees
Behoeft men sterker blijk te vragen
Vau water-vrees.
Goed voorgaan doet goed volgen.
Als wij dan zitten bij den wijlt
Dan doen wij niets dan lagchen, zingen,
Eu luchtig in hel ronde springen
Geen Cresus kan dan rijker zijn.
Ja, maar te veel is ongezond; men verlaagt zich beneden
het redelooze vee.
Die weinig eet en minder drinkt
Die is het die de lusten dwingt.
Maar, laat ons spijkers met koppen slaan, aandachtigen!
want magtspreuken zijn de laatste toevlugt van degenen die
hunne zaak verloren achten en die het eerst begint te schel
den, heeft hel onregt aan zijn zij laat de ondervinding spreken.
Daar, waar men JBucchns als Heilige eert, draait het door
gaans op kattenspel uitmen valt in d n kroeg als een eend
in het wak; hangt de molenaar de lappen aan de rakken, in
den kroeg komen zij bijeen; hier zit een kiilebroer te pooijen
aan het saijet dat door den trechter loopt dat hem de
op het hoofd bersten daar zijn nathalzen die in de roode
baai werken als wevers; ginds zit er een te grimmen, want
met den wijn komt de barmhartigheid; die slaat ijzer met
zijne tong, en krijgt de gave der belenteriiige hier maakt er
een een kalf; eindelijk scharrelt de boel door elkander als
een pot vol pieren; de een krijgt de hoogte, de ander geraakt
boven zijn bier of zijn theewater en krijgt een vest of een
laars aan; die heeft een stuk in zijn kraag; ginds houdt er
een allen voor dronken en keurt zich alleen nuchter, en ziet
met een bekeeuwd of kaleiniuk gezigt op de menigte neer;
een enkele zet zich schrap; men schreeuwt wel «houdt den
man, hij wil vechten en drie man zeven armen afslaan men
roept wel heeren inaakt ii van de kermis, de boeren zijn
dronken maar het is altemaal larie de rede trok er uit
-toen de drank er iu trok. Kort-jau komt voor den dag.
En Meen ui is G.itebaard krijgt in zijn regterwang
Een snee naar dat ik gis wel zeven duimen lang.
Dan eerst wijst Silenus allen het vierkante gat; hij heeft
zijn hooi binnen; nu laat men u een goed heenkomen zoeken
en naar de starren kijkeu.
De een zeilt, dc ander laveert, terwijl wcér auderen caram
boleren. Hier wordt er een zandruiter, daar inaakt er een van
zijn neus een anker; ginds gaat er een den weg van alle
visch elders hangt er zich een te droogen; terwijl een derde,
met een nagemaaktcn donderslag, zijn paspoort onderteekent
om als waterschipper de D uiaïden een handje te kunnen helpen.
Houd je roer regt; laat je zwaard vallen! is de cantate
waarineë men naar huis begeleid wordt waar men mooi be
stoven anti-zalig, aanlandt, om vrouwen en kinderen een
tooneel van huisselijke gelukzaligheid te vertonnen.
Gelukkig hij die er zonder kleerscheuren afkomt! Geluk
kig hij die vrijloopt zonder verpligt te worden brood en wa
ter voor een afzakkertje te moeten nemen. Gelukkig hij die
den dans ontspringt en stil in zijn hoekje lodderend eren
als de bakker, in den morgenstond ontwakende, zegt: Komt,
jongens! scheukt nog eens in, hoewel hij alleen zit; maar
driewerf gelukkig hij die denkt zegt en betracht.
Indien er is een welig gast
Die slechts maar op sijn mond en past
Of schier geduerig poogt te siju
Bij mal gezelschap in den wijn;
Die bid ik wal ik bidden mag
Dat hij één uurtje van den dag
Wanneer de dampen van den wijn
Hem uit het brein vertrokken sijn;
Dat hij dan iu sijn boezem ga
En eens ter dege oversla
Hoe dal sijn kostelijcke lijd
Dus ongevoelig henen glijd
Ja als een Aarend heenen vlugt.
En segge dan met diep geslicht
Mijn Ziel!hoe sijt gij niet beschroomt
De tijd die gaat-de dood die koomt.
Hij quest zijn beste deel al wie ontmatig giet
Gij daarom Hollandsch volk verdrinkt uw siele niet.
^öuertciitiüi.
Heden nacht ten half twee ure overleed onzo geliefde
oudste Dochter M ARIA de JONGin den ouderdom van
12 Jaren en circa 9 Maanden.
Wm. de JONG,
J. de JONG geb. BOLL.
Nieuwediep 9 December 1843.
Men is voornemens om op Maandag den 11 December
1843 des morgens ten elf uren bij het pakhuis van den
Heer J. Giltjes Sr. aan den Helderten overstaan van
den Notaris J. Schoon ad opus jus habentium publieke
verkooping te houden van een MAST drie stukken ROND
HOUT een stuk van een ROEFeenig WANT en loopend
TOUWWERK alles afkomstig van bet in de Eijerlandsehe
gronden verongelukte Nederlandscbe Kofschip de Goede
Trouw gevoerd geweest door wijlen Schipper C. Hoek.
Om dadelijk te aanvaarden wordt te KOOP of in HUUR
aangeboden
Een wel ingerigt KOOPMANS-WINKELHUIS met de
daarbij zijnde WINKEL-GEREEDSCHAPPEN, PAKHUIZEN
en ERVEstaande en gelegen op een der beste standen
aan het Nieuwediepvroeger bewoond geweest door den
Heer J. Suijderhuijsen. Te bevragen hij C. Giltjes
aan den kanaalwec/ te Helder. Brieven Franco.
Uitgegeten bij C. BAKKER Bz. te NieuweDiep.
Gedrukt bij G. GILTJES te Melder.