Daarna volgden twee rouwkoetsenin de eene waren ge
zeten de dragers der slippen van het rouwkleed zijnde de
belde adjudanten van wijlen Z. M. Koning Willem Frederik
Graaf van Nassaubenevens een vlag-officier en een Gene
raal beiden buitengewone adjudanten van Z. M. den Koning;
in de andere zaten de Hofmaarschalk en da Kamerheeren
van wijlen Z. M. Koning Willem Frederik Graaf van Nassau.
Deze rouwkoetsen werden gevolgd door een escadron ca-
vallerie (dragonders.)
De trein ging buiten de stad om den naasten weg naar
den Delftsclien straatweg.
Op dien straatweg aan de grens der stad gekomen, schaar
de zich de eerewacht ter zijde van den wegliet den trein
voorbijtrekken en staakte het geleide.
Inmiddels hadden de troepenuitmakende de bezetting
der stad 's Gravenhagezich naar Delft begevenalwaar
dezelve de verschillendehun aangewezene standplaatsen
hebben bezet. Zoowel de schutterij van Delft en het in die
stad liggende batt. artillerie benevens de troepen der resi
dentie (het reg. grenadiers en jagersde dragonders en de
vydende artillerie) hebben bij deze treurige plegtigheid de
dienst gedaan. De troepen stonden geschaard aan de Rot-
terdamsche barrière langs den weg dien de trein voorbij
moesten eindelijk op de Marktvoor de Nieuwe Kerk.
Ten 9| ure kwamen de Koning en de Prinsen uit 's Gra
venhage aan de Nieuwebrug te Delft aan om er het lijk
af te wachten.
Ten 11 ure deed zich de roffel hooren hetgeen tot tee-
ken verstrekte dat de stoet naderde. Weldra was alles in
gereedheid, om zich bij do aankomst van den trein, daarbij
aan te sluiten.
Omstreeks 12 ure bereikte do trein de Nieuwelingbui
ten Delftalwaar het koninklijk lyk door den Koning en
de Prinsen en allen die tot den plegtigen begrafenis-stoet
behoorden werd ontvangen.
Nu werd de stoet zamengesteld en begaf zich stapvoets
van buiten de Nieuwebrug naar de Nieuwe Kerkop de
groote Markt.
De stoet nam den volgenden wegvan de Nieuwebrug
langs de westzijde van het Oude Delfttot aan de Nieuw-
straat achter het stadhuis langs de zuidzijde voorbij de hoofd
wacht naar de Nieuwe Kerk.
Z. M. de Koning en de Prinsen waren zigtbaar diep ge
troffen door de treurige plegtigheid van dezen dag. Zij mog-
ten het aangenaam gevoel ontwaren van de deelneming eener
trouwe bevolking in het door Hoogstdezelve geleden verlies.
Reeds vroegtijdig in den morgen was in de Kerk alles in
gereedheid gebragt tot de ontvangst van het Koninklijk lijk.
Ten dien einde hadden de predikanten der Hervormde ge
meente van Delftmitsgaders de hofkappeliaan Bermout
zich aldaar vereenigd. Ook Z. Exc. de minister van justitie
met den secretaris-generaal van dat departementbenevens
den heer burgemeesser der stad Delftbevonden zich in de
Kerk tot ontvangst van het lijk.
De Koninklijke grafkelder waarin het stoffelijk overschot
van den eersten Koning der Nederlanden welhaast stond ge-
plaats te worden was van binnen met zwart behangen. De
Kerk had een indrukwekkend' aanzien.
Ten ruim een ure kwam de trein aldaar aan na alzoo
omstreeks een en een half uur den weg derwaarts to heb
ben afgelegd.
De officianten rangschikten zich in de kerk in twee rijen,
de jongste aan do kerkdeur en zoo wijders naar het koor
toe de officieren en groot-officieren vervolgden deze beide
rijen tot aan het graf, makende du» twee rijen uit, tusschen
welke het lijk is doorgevoerd.
De generaaldragende den Koninklijken Standaard(die
met rouwfloers bedekt was) met de hem volgende pages
achter zich plaatste zich ter zijde van den ingang van het
graf. De heraut van wapenen stelde zich tegen over hem.
Daarna werd het lijk door 24 kamerheerenbijgestaan
door een gelijk getal onder-officieren, naar den Koninklijken
grafkelder gedragen en aldaar vóór den ingangop eene
lijkbaar gesteld vervolgens werden de kroon en de orde-
teekenen op eenen wenk van den kamerheer-ceremonie
meester van de kist afgenomen en ter bewaring overgege
ven aan den hofmaarschalk van wijlen Z. M. Nadat de Wel
Eerw. Heer Ds. Dermout eenige korte maar kernachtige
woorden op het graf had uitgesproken, werd de lijkkist van
het rouwkleed ontdaan en in het graf nedergelaten.
Aandoenlijk en IrefTend was inzonderheid dit oogenblik,
Hier stonden de Koning en de Prinsen voor het geopende
graf van Hoogstderzelver vader en grootvaderbij de tombe
ook van den grooten Zwijger hier zweefden zoo veie her
inneringen van geluk en onspoed van vroegere en latere
dagen voor den geesthier vertegenwoordigden zich als in
één oogenblik da lotgevallen van Oranje en Nederland, ver
bonden in glorie gescheiden in rampenhereenigd door
hemwiens lijk in dezen stond wegzonk in het gewelf
waar zijne nazatenzijn navolgerzoo vele deelgenooten
van zijne vreugden of smartenhem weemoedig bleven na
staren. Hier voor deze diepte des grafswaar voor nu zes
jaren geleden hij zelf stond om de assche ter ruste te ge
leiden van haar, die zijne gezellin was geweest op bet
ruimste deel zijner aardsche loopbaan bier voor dit graf,
waarvoor een Koning den laatsten pligt aan een Koning ver
vulde hier deed zich in verhoogde mate beseffen de broos
heid der aarde bet wegzinken van 's werelds luistervan
haar gewoel en de pligt tot kalme beoordeelingen der daden
van vorsten wanneer zij overgaan tot den Koning der Ko
ningen lot de Waarheid in EeuwigheidDit oogenblik
zal door iederdie het bijwoonde, niet ligt vergeten worden.
Nevens de leden van het Koninklijk Huisomgaven ook
de groot-officieren en adjudanten van den ontslapene eu
anderen het geopend graf.
Zoodra de lijkkist daarin was nedergelaten, verlieten Z. M.
en de Prinsen de kerk en vertrokken Hoogstdezelven on-
middelijk in de voor hen bestemde rijtuigen welke voor
de kerk geschaard stonden weder naar de residentie al
waar zij voor half drie ure aankwamen.
Vervolgens is de kist met het groot-zegel van liet rijk
door Z. Exc. den minister van justitie verzegeld.
Na dat zulks volvoerd was is de lijkbaar met het rouw
kleed daaroverhoven den ingang van bet graf gesteld
I waarop de Heraut van wapenen met luider stemme heeft
aangekondigd dat de plegtige ter aarde hestelling van