Bevallen A. Rooseboom geb. Remer, z. en d. A. Kunst geb. Bakker, d. G, v. d. Wal geb. Baas, d. T. Nieuwenhuizen geb. Smit, d. E. Beth- lehem geb. Gooien z. J. C. Timmner geb. l'ouw d. A. Steilberg geb. Zuidewind z. Overleden S. Kooijman, 33 j. T.v.d. Vegt, 0 m. N. Wesjel, 11 w. B. J. v. d. Kaai 4 m. E. van Brederode3 j. J. C. Rooseboom, 4j. D. Steeman 7G j. Doodgeboren drie. UITTREKSEL UIT DE SaJHEEFSTXJDXITG-EÏT. van de afgeloopene week. Nieuwediep 13 Jan niets binnengekomen doch uitgez. Landeweer 1'otjewyd en Bakker alle 3 naar Marseille Goossens Fort a Portde Jonge, RochefortNagel, Rouen; Howes Jarmouth; Dekker van Straal- sund naar Leuven en Lindsay van Graugemouth naar Dordrecht. De wind o. z. o. 14 Jan.niets binnengekomendoch uitgez. Snyders Admiraal de lluijter en Groenewoud Maria beide naar Batavia Hoekstra Neptu- nus Havana; Torbjornsen Amerika; Christen, KonstantinopelKonter, Marseille en van Santen naar Gibraltar. De wind o. 15 Jan. niets binnengekomen gisteren nog na Posttijd Fenenga van Petersburg. Niets uitgezeild. De wind o. z. o. 16 Jan. binnengek. Gust van Koningsbergen. Niets uitgezeild. De wind w. n. w. 17 Jan., binnengek. Barlield en Botsonbeide van Londen; Koop, Riga en Kuyper van Dantzig. Uitgez. Grey naar Londen. De wind n. w. 18 Jan. binnengek. SingerKuning JKillem van Suriname. Niets uitgezeild. De wind n. n. w. ten w. 19 Jan. binnengek. de Jong het dorp GaastmeerLonden. Niets uitgezeild. De wind n. w. Den 14 Jan. is te Plymouth masteloos binnengesleept Z. M. oorlogs schooner de lancusr luit. Bastiaans uit het Nieuwediep naar de kust van Guinea. (Bcnu'ugbc Bcrtgicn. (ingezonden.) De Hertog van Bordeaux heeft Engeland verlaten. Te Leuven heeft geen sterveling Z. H. erkend. Weinige der Eransche diplomaten zijn op hunne posten. De Hertog van Angoulême is overleden. Een dienstmeisje voorzien met ge tuigen van de predikant en kerkeraad harer Gemeente biedt zich aan en zal op eene christelijke behandeling letten. Het antwoord der pairs op de troonrede van de koning der Franschen eindigt: de koning heeft zijne eeden gehouden, welk Franschman zoude de zijne kunnen vergeten en ver raden O'Connell vreest dat zijne tegenpartij met valsche dobbelsteenen zal gooijen. Voor 30 cents is bij Leepel en Brat uitgegevende geest van Willem den eersten voor de regterstoel der nederlandsche maagd. Er zijn twee medail les van den Graaf van Nassau vervaardigd. De Burgemees ter en Wethouders der stad Haarlem gelasten om bijten te hakken. De heeren Joh. Enschedé en Z. hebben in een Courant tweemaal hetzelfde dood berigt geplaatst. In de schouwburg te Rotterdam is een dame flaauw gevallen. Een gepensioneerde kolonel heeft een dames paardje te koop. De gedeputeerde staten van Limburg hebben zich tot den koning en de staten gewend om van de buitengewone be lasting verschoond te blijven. In eenige Handelsbladen is geklaagd gesteend gezuchtgekermd gehuild en ge schreeuwd over de buitengewone belasting. De gevolmag- tigde minister Rochussen is in den Haag. Eene jonge juf vrouw heeft hare gouden armring verloren een andere da me hare onschuld en een heer zijne snuifdoos. De vere delde schapenteelt is alom verzonden. Eene Holtentottin heeft kromme naalden in het vleesch gebraden om haren heer te doen sterven. S. Boekbinder vraagt S. Arons excuus voor de beleedigende uitdrukkingen en verklaart hem een braaf en oppassend meusch te zijn. •ffiF ENGEL W JE jR M. MET FEUILLETON. Maar wat is een feuilleton," vroeg mij onlangs eene jonge dame in een gezelschap waar de aangelegenheden van den dag levendig behandeld werden. Ik wit wel bekennen dat ik nooit een vriend van dilinilies ben geweest. Ik stel iiooger prijs op een roos dan op de wetenschap wat een roos is en duizendmaal liever geef ik een kus dan dat ik bepaal wat een kus is. Ik nam dus oogen blik Lelijk hel Journal des debats, dat voor mij op tafel lag, in de hand en zeide; »voila." De iieve schooue was echter met zulk een verklaring gansch niet te vrede; zij liet mij niet los, maar zette mij hare feuil leton-vraag als een pistool op de borst la bourse ou la vie Reeds wilde ik tot haar zeggen: waarde Mevrouw, het feuil leton is ais een vlinder die heden geboren wordt en morgen sterft als eeu spiegel die eiken morgen uw bloeijend beeld wedergeeft 'tis aliik had nog eenige schooue phrasen gereed daar werd men den hemel zy dank aan tafel ge roepen en ik vvas van mijne wijsgeerige verhandeling ontsla gen maar zacht, ik moest mijn woord verpanden tot nadere gelegenheid en wel na den ailoop van het diner. Ik gaf ook stellig mijn woord want ik ben even als Talleijrand nooit karig op beloften geweest, slechts mij zelven de beslissing over het houden reserverende. Veertien dagen zijn er sedert verloopen en heden ik weet zelf niet hoe het komt, overvalt mij de luim mijne belofte te vervullen. Ik heb namelijk lekker geslapen; de koffij is warm als een lavastroom mijn barbier heelt mij niet gesneden en eindelijk brandt mijn cigaar als de Etua. Ik krijg dus een rozenkleurig vel papier, leg mij in mijnen fauteuil en begin te schrijven. Waaide Mevrouw neen dat is te stijf. Augusta te gemeenzaam! Beminnelijke philosophin 1 ach, veels te geleerd! Ik iet eindelijk in plaats van dit alles een eenvoudige streep, en ga dan voort Zekerlijk hebt gij als meisje op den leeftijd van vijftien jaren een klein maroquiu album met goud op snede bezeten. Gij teekende daarin des avonds eenzaam schuchter inet half gesloteue oogen allerlei sijmbolischc karakters en raad selachtige cijfers op.wat weet ik liet de namen die met u gedanst hadden de kleedereu uwer vriendinnen, wat er gesproken was en vrat gij daarop geantwoord had genoeg nu word maar niet rood deze brief heeft geeue oogen alle deze schuldelooze droomeu der jeugd het eerste leven des harte wasemend als een rozenblad en helaas even zoo spoe dig verwelkend Ziet ge, dit album was het feuilleton van uw hart; en nu weet gij ook, wat het feuilleton der dagbladen is. Wat anders als de kronijk van het tegenwoordige, de kaleidoskoop van den dag, eeu potpourri van bagatellen, een bouquet met geu rige bloemen heden geplukt morgen verilenst een melodie eindelijk heden gezongen en morgen vergeten. Maar ik wil waarheid mijnheer, en gij geeft mij zeepbel len ik verlang een ernstig gezet vertoog en gij scheept mij af met wegspattend schuim." Ik scherts niet waardige vrouw zie mij slechts vriendelijk aan, en ik zal zoo ernstig zijn als eeu professor, die een voorlezing doet en suikerwater drinkt ter zake De dagbla den mevrouw zijn de spiegel der tijdgeschiedenis het regis ter der voorvallen. Hunne kolommen ziju als de coulisen van het tooneel. Nu stellen zij een slagveld voor, dan een rede naars gestoelte waarop gezegd wordt dat het landsgeld geroofd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1844 | | pagina 3