li AL MAS 0 K sn PARÉ.
ioo om vergeving te vragen voor de beleedigiug u aangedaan
en bied n de hand der verzoening. Ik twijfel niet of alle
deze heeren zullen wijn voorbeeld volgen. Laat deze satisfac
tie u voldoende zyn om uw gekreukt eergevoel te herstellen."
Zoo als gij verkiest mijnheer, antwoordde G. koel weg,
doch te gelijk stonden allen op en boden hem de hand en
zijn uitdager stak liem twee handen toe en zeide vriend
gij moogt er van mij wel twee hebben maar zie gij hebt u
best gehouden kom laat maar wat anders aanrukken het
bouquet van den beker zal beter ruiken dan de kruiddamp."
Gouvion schelde. Jan neem de soep maar af."
BE ONBELEEFD HEIJ) FAN BET ONGELOOF.
In H woonde een zeker koopman, die zich voor een man
van smaak hield omdat hij veel geld bezat en die te groot in
zijne eigene oogen was om te gelooven omdat hij te veel
smaak bezat: allemaal wind dus, maar dit juist is het hoofd
bestanddeel van het ongeloof. De man kwam dan ook nooit
ter kerk want daar komen ook menschen die geen geld en
dus geen goeden smaak hebben. Een der piedikanten die
hem van verre nog in bloedverwantschap bestond, had velerlei
pogingen aangewend om zijne eigenwaan te buigen en hem
te overreden nu en dan de kerk te bezoeken: alles tevergeefs.
Maar eens op een middag ontvangt de geestelijke het volgende
briefje
«Indien het UWEw. voegt, mag ik u dan heden avond bg
mij zien op een pijpje en zoo het niet te veel gevergd zij
breng eene van uwe leerredenen mede die gij voor het meest
aemoedeliik acht." Ik heb de eer U
T. T.
F.
De predikant was wonderwel in zyn schik met deze uitnoo-
diging en bevond zich op den bepaalden tijd bij den Heer/'.
Zelden had hy een smakelijker kop thee gedronken innig
verheugd, dat het goede beginsel in zijnen bloedverwant, dien
hij anders wel lijden mogl boven dreef.
Toen de thee was afgenomen en do wijn werd opgezet
haalde de predikant zijne leerrede uit de zak legde die op
de tafel zag er eens in en nam ze dan weder in de hand
al wachtende dat zijn gastheer hem zou uituoodigen te be
ginnen. Deze, dit bemerkende, zeide: »liet doel mij p leisier
dat gij zoo bereidwillig aan mijne begeerte voldoet."
«Waarom niet, mijn beste vriend, hoe dikwijls heb ik ver
langd u onder mijn gehoor te hebben; zeg mij wat heeft u
toch bewogen een preek van mij te hooren
Dat kan ik zoo niet zeggen."
«He waarom niet? ik zou wel willen weten waaraan die
aanvankelijke verandering ten goede is toe te schrijven, dat
gij hooren wilt wat gij altijd versmaad hebt.
Als ik u daarmee' pleisier kan doen, wil ik het u niet
onthouden weet dan dat ik reeds sedert zes dagen geen oog
heb digt gedaan. Deze toestand begon mij te verontrusten
en ik heb om den doctor gestuurd. Deze heeft mij in zijne
wijsheid een dosis slaapgoed voorgeschreven; maar ik ben bang
voor dat goed, en nu dacht ik|: wel domine heeft mij zoo dik
wijls uitgenoodigd hein te hooren als ik hem eens verzocht
mij een preek voor te lezen wie weet of het niet tienmaal
beter effect deed dan de heele slaapdrank. Ziedaar do heele
geschiedenis en als ik o verzoeken mag laat ons dan maar
aanstonds de kuur beproeven.'-
«Daarvoor beware mij God," antwoordde de predikant met
ernst en billijke verontwaardiging, «als ik u in slaap preekte
zou het de doodslaap zijn en gij waart Toor eeuwig verloren."
De majesteit waarmede de waardige man gesproken had
drong dieper in de ziel dan de yerwatene zelf vermoedde. Hij
verbleekte sloeg de oogen neer en zweeg. Doch na een poos
van doodelijke stilte, Talie hij bet woord op, en zeide: gij
iiebt gelijk maar lees wat gij daar hebt opdat ik niet insla-
nc maar wakker worde voor de eeuwigheid."
Een oud filozoof gokleed zijnde in een veracht kleed, kwam
eens kloppen aan des prinsen hof, maar werd niet ingelaten!;
maar wederom gekomen zijnde met een sierlijk kleed werd
hij dadelijk ingelaten. Toen hij voor den prins kwam kuste
hij zeer beleefdelijk den mantel dien hij om had. De prins
hierover verwonderd, was begeeiig te weten, waarom hij zulks
gedaan had, en wat hij daardoor te kennen wilde geven?
waarop hij antwoordde: ik eer den eerendewant dat de
dengd niet heeft kunnen verkrijgen dat heeft dit kleed door
zijne schoonheid verkregen."
Koning Demelritis zegt: Mij dunkt niemand onzaliger te
zijn, dan diegene die nooit geen tegenspoed gehad heeft.
Do romein Camilhts had een zoon, die door zijne vroomheid
zeer bemind was alzoo dat vele raden hem gaarne tot eeneu
zwager zoude willen liebben. Toen Camillus gevraagd werd
waarom hij zijnen zoon niet liet huwen, daar hem een vredig
leven en de vader een gerustheid van gemoed zoude volgen
antwoordde hij Ik zal mijnen zoon niet ten huwelijk geven
vermits dat sommige mij aanbieden hem rijke dochters an
dere edele andere jonge en ook eenige zuivere maar nie
mand zegt: wij zullen u eene eerlijke deugdzame dochter geven.
T.
£tb»cricnticn.
Tot eenige kennisgeving dientdat alhier op den 1 Maart
1844verlost is van eenen ZOON J. C. UIILENBROEK
Echtgenoot van J. H. SONSTRAL Predikant.
UIT SE MANS TE KOOP:
VOOR EEN MATIGEN PRIJS.
Een fraaisterk en goed geconserveerd 22 TT I S
met 12 Registers, zeer geschikt voor
een kleine Kerk.
Te bevragen met franco hrieven onder Lett. K. bij den
Boekdrukker G. GILTJES alhier.
Men is van meening op Maandag den 11 den
ggtglgUfe Maart 1844, des avonds ten 8 ure, ten huize
van den Kastelein H. G. IHNENaan het Nieu-
wediep in het openhaar te verkoopen
Een mm: u ac ^3 en jbe: 3Sesi_ mr
staande en gelegen aan de noordzijde van het Ka
naal van voreenigingtusschen den Helder en het
Nieuwediep gemerkt I, No. 120, helend ten oos
ten M. J. Verkozen en ten westen C. Molenaar
kadastrale sectie A No. 2359 groot 2 roeden en
30 ellen.
Nadere informatien zijn te bekomen ten kantore
van den Notaris P. A. B E E T Ste Nieu
wediep.
Ter gelegenheid van het Israëlitisch Purimfeestop
Zaturdag den 9 Maart 1844 ten huize van C. BLOM in
de Lindeboom aan de Helder.
Aanvang 's avonds ten 9 uren.
Entree 30 Cents de PERSOONwelke in vertering zal
worden aangenomen. De DANS VRIJ in eene verlichte
zaal en een welluidend Orehest.
Uitgegeven brj C. BAKKER Bz. te NicwveDiep*
Gedrukt bij G. GILTJES te Helder