n«. 11.
weekblad van de
1844.
helder mhetnieuwediep.
TW1EDE JJLLB61XC.
VGEN h S t
Dit Weekblad wordt eiken Maandag-morgen
uitgegeven bij C. BAKKER Bz.te Nieuwe Diep.
De prijs is 30 Cts. in de drie maanden en voor
de buitensteden franco per post 90 cents. Men
abonneert zich bij de Boekhandelaren en Postkan
toren zijner woonplaats.
MA AND ACr
ADVERTENTIES gelieve men ongezegeld aan
den Uitgever in te zenden, uiterlijk Zaturdags des
middags ten 12 ure de prijs van 1 tot 4 regels
is 60 centen voor eiken regel meer 15 centen
behalve 35 centen zegelregt voor elke plaatsing.
11 MAART.
WIE OF EU BMO VOOR IS?
Bij de verdediging van de groote wetheeft de minister
van oorlog ook een vroord willen medespreken een hartig
woord dat of schrikkelijk is of niets beteekent. De stem
was in de kamer gehoord dat de wet bij hare uitvoering
op tegenstand en verzet zoude kunnen stooten en daarbij de
twijfel geopperd, of de gewapende magt wel gezind zou zijn
den arm des gewelds op te heffen. De heer List heeft dien
twijfel opgeheven en openbaar voor de gansche natie ver
klaard dat het gouvernement er op rekenen kandat
wanneer het tot dat uiterste mogt komen, de militaire magt
op de burgerij zal hakken en inhouwen en inblazen dat het
een lust zal zijn om aan te zien.
Levendig vooruitzigtmaar wij beklagenen betreuren
tegelijk de bravade waarmede de minister van oorlog zich
zoo zonderling heeft onderscheidenwant zijne bluf is in
onze oogen nutteloos gewaagd en hatelijk.
Wij willen niet onderzoeken hoe men er toe komeil kan
eene wet voor te stellen welke oproer in haar gevolg kan
hebben en dus het vaderland ten ondergang kan leiden
en voor de regering heilloos uitvallen. Die moed heeft durft
alles maar krijgt daarom nog niet alles men vrage het aan
Buckingham den gunsteling van Engelands ongelukkigen
Kareiaan Alha en het ministerie Polignac. Maar genoeg
de wet is voorgesteld en de meerderheid der kamer had zich
ter harer gunste verklaard. Eenc groote minderheid evenwel
had zich krachtdadig tegen dezelve doen hooren. Dat de
minister van finantien zijne wet met hand en land vasthield
en verdedigde zoo goed hij kon, wie zal Z. E. dit ten kwade
duiden. Dit is de weg tot overtuiging en hij zoude eenc
onsterfelijken roem hebben ingeoogstindien zijne verdedi
ging zoo ware uitgevallen dat de Luzacs enz. hunne stem
veranderd haddenmaar de weg dien de heer List is in
geslagen om de aanneming te faciliteren is geene over
tuiging ook geene overreding die wel eens ten koste van
overtuiging plaats grijpt, het is overbluffen; wij gelooven
echter nietdat zijne krasse toespraak de kamer in verle
genheid gezetof die leden welke ze gold beschaamd heelt
doen staan. Wij gelooven ook nietdat de natie er door
in haar gevoelen veranderd verschrikt of beureest geraakt
is. Als de overtuiging is geboren dat het vaderland door
deze wet gered kan worden zal hel volk zich offers laten
welgevallen als die overtuiging faaltzullen bajonetten de
schatkist niet vullende krachtspraak in de kamer geuit
is dus nutteloos.
De spreuk kon ook wel hier bewaarheid worden: wie het
zwaard neemt zal door het zwaard vergaan. Daarom achten
wij het ministerieel woord hoogst gewaagd. Heeft men reeds
eene oproeping gedaan aan de armeeen de verzekering
ontvangendat dezelve op de natie zal losgaan als of
ze nog eens België inviel zou de uilvoering aan do belofte
beantwoorden onze armee is niet meer een afgescheidene
kaste of een troep vreemdelingen zij doet haren eed niet
alleen aan de regering maar ook aan het vaderland. Ter
harer bescherming is de jongeling verpligt zijn ouderlijk hnis
te verlaten en de wapenen aan te gorden. En nu zal hij
geroepen worden om op zijn ouders te vuren. Er ligt in
die verwachting veel gewaagds. Maar de officieren of die
ook niet ontevreden zijn men dwale nietzij hebben bur
gerzin. Zij sidderen op de gedachte het doodvonnis hunner
medeburgers te moeten uitvoeren. God beware ons dierbaar
vaderland maar wat zal de militaire magt doenindien
alle belastbaren hij onverhoopte uitvoering der belasting
wet, lijdelijk blijven, niets aangeven, niets opbrengen, maar
zich executeeren laten Wat zal de militaire mast ver-
mogen of zal het land gered worden met moord en brand.
Misschien gelooft men dit in den Haagmaar die verheven
gedachte ligt verre buiten ons hereik.
Er ligt iets hatelijks in deze verzekering. Dat een lid
der kamer zijne vrees openbaarde dat de armee haren arm
niet zou leenen als de zaak lot een uiterste liep is toe
te geven al ware het ook beterdat er van gezwegen wa
re want het woord der leden heeft als zoodanig geen offi
cieel karaktermaar dit karakter bezit wel liet woord eens
ministers. Ziedaar dan den loon vsjj-JSfderlandsche trouw
li zoo vele jaren ten koste van volgehouden^