verwachting zijns vaders niet en verzamelde zich eene uit
gebreide en gegronde kennisin de mathesis en militaire
wetenschappen.
Geen vak dat hij niet met gelukkig gevolg beoefende
ouder de schoone kunsten trok vooral de muzijk zijne liefde
en hij heeft zelfs eenige groote composities geschreven. Om
menschen en hunne zeden en instellingen te leeren kennen
bezocht hij verscheidene landen van Europa, zoo als in 1822
Denemarken Duitschland en Italië in 1830 Rusland. Dat
hij over alles nadenktwat eenen vorst na aan het hart
moet leggengetuigt behalve veel anders zijn werk over
het gevangeniswezen, dat door onzen Lipman zoo hoogelijk
als welverdiend geprezen is.
Jaren lang is hij groot-admiraal en chef van de Skandi-
navische vloot, bevelhebber over de huistroepen en lijfgarde
des koningsopperbevelhebber in Schonen generaal veld-
tuiemeester en chef der artillerie tweede bevelhebber van
O
den burgergarde te Stockholm en kanselier van de militaire
akademie te Karelsberg geweest; wij verblijden ons, dat wij
hier van geen heldendaden hebben te gewagende palm
des vredes bloeit nog schooner dan bloedige laurieren om de
slapen van een vorst.
In 1823 huwde hij met Josephine Maximi liane Eugenie,
dochter van Eugene Beauharnais de stiefzoon van Napo
leon die eens onderkoning van Italië wasen later den
titel voerde van hertog van Leuchtenberg. De Zweden na
men de dochter van den edelen krijgsman de kleindochter
van keizerinne Josephine met liefde aanen zij maakte
door hare ongekunstelde bevalligheid door hare eenvoudig
heid en welwillendheid de toegenegenheid der natie zich
waardig.
Op den 3 Mei 1826 schonk zij haren gemaal eenen erf
genaam Karei Lodewijk Eugenius hertog van Schonen
en daarna werd zij nog moeder van drie prinsen en een
prinses Frans Gustaaf Oscar hertog van Upland geb.
18 Junij 1827. Oscar Frederik hertog van Ostgothland,
geb. 21 Jan. 1829; Charlotte Eugenie Augustegeb.
24 April 1830 en Nicolaus August, geb. 24 Aug. 1831.
Zoo als wij weten heeft Oscar op den 8 Maart van dit
jaar den troon beklommenen hoezeer de schrijver dezes
uit Zweedsch bloed gesproten den val van het groote huis
van JTasawelks bloed voor de edelste zaak der mensch-
heidvoor het heil van het Protestantsche Duitschland te
Lutzen (1632) stroomde, diep betreurt, hoopt hij dat koning
Oscar op den troon van Zwedeneen zegen voor dat edel
volk uit het Noorden wezen zal.
HELDER en NIEDWEDIEP 30 Maart.
Z. Exc. de Staatsraad Gouverneur der provincie Noord-
Holland heeftkrachtens de door Z. M. den Koning op hem
verstrekte lastvoor de commissien van voorloopig en van
eind-onderzoek bedoeld by de wet van 6 Maart 1844 de
volgende benoemingen gedaan over het
KANTON DEN HELDER.
Den Helder. Voorl. Comm. de HH. A. BoomsmaJ.
Spigt C. Bakker Bz. Plaatsverv. de IIH. J. C. Facée
M. Rezel K. Metzelaar. Eind. Comm. Bestendig Lid de
HH. D. BerghuijsPlaatsverv. de Hr. J. T. Zürmühlen.
Afw. Leden de HH. A. Boomsma J. Wz. BorstJ. Seven-
huijsenW. de Jong. Plaatsverv. de HII. H. J. van Es
A. Franken A Senderman M. Bol!.
IVieringenFoorl. Comm. de HH. Mr. J. van Hengel,
J. KuytN. Heyblok. Plaatsverv. de HH. S. Bakker
S. de Vries D. Koorn. Eind. Comm. de HH. Mr. J. van
HengelJ. Kooyman J. Tijsen S. Asjes. Plaatsverv. de
HH. S. Bakker C. de Haan S. Koster P. Lont.
Texel. Voorl. Comm. de HII. P. Kevzer Sz. C. B.
Bakker J. Pz. Dijksen. Plaatsverv. de HH. J. Bruin P.
R. KoningP. Gz. Bakker. Eind. Comm. de HH. P.
Kevser Sz. J. RoeperD. Gz. BakkerP. K. Kuiper.
Plaatsverv. de HH. G. SchraagP. Sz. KoningP. Rz.
KeyserY. Koppen.
BURGERLIJKE STAND.
Gehuwd M. Kruijff en T. Hubbeling. P. J. Scheer en G. R. Fortune.
Bevallen J. Franke geb. Kikkert d. II. Nonnekes geb. Groot z. T.
Cordemans geb. Goomes d. G. Stijn geb. van Dijk d. G. Smit geb.
Drentz. C. Roos geb. Boendermakerd. M. Milatz geb. Numan, z.
Overleden G. van Weizen 8 m. L. van Dalen 40 j. D. Makelaar,
60 j-
UITTREKSEL UIT DE
S3HSSPS7IJSI1T3S1T.
van de algeloopene week.
27 Maart binnengek. T. Visser van Huil gisteren nog Fox van Sun-
derland en uitgezeild Verkade, McrcuriusSt. Thomas; Cramer Kon-
stantinopelBentzon Triest Suerken Genua; Postema Nantes Pott,
Landerneau; Storey en Smith, beide naar Londen; Ouweband en Oetzes,
beide naar Huil en de Vrede op avontuur. De wind z. o. tot z. w.
28 Maart binnengek. Skaarup van Drontheim en uitgeieild Latjes
Alida WillcminaRotgans Plancius HaasnootAlbatros BartPrins
MauritsSchut, Cornelia Hcnrittte Volkertsen, Java Courier en Vte-
ning Prins Hendrik, alle 7 naar Batavia; van der MeySuriname,
naar Suriname en Fokkema naar Londen de wind n. tot n. o.
M K x a jl~w 11 H
Onder het zoekeu naar iel* in de Konst- en Letterbode van
1841 viel ons oog op een Dichtstuk aldaar als een proef van
meesterstuk uit den Muzen Almanak overgenomen wij ver
lustigden ons nog eens met de herlezing van dit schoone en
roerende kunststuk, en gelooren, dat wij onze lezeressen eeni
ge zoete oogenblikken zullen bezorgen door het iu dit blad
over te nemen; het is getiteld:
ELEGIE AAN EEN SPELEND KIND
Wees niet zoo druk en woelig lieve Kleene
Wend niet uw hoofd half spijtig Ta* mij af!
Yerstoort het u dat ik om Moeder weene
Nu pas haar lijk geborgen werd in 'tgraf?
Het treurig zwart omhult uw bruine lokkeu
Eu tengre leest en toch, gij schreide niet
Toen 't vreemd gewaad u 'teerst werd aangetrokken,
Maar danst van vreugd, uu ge u in 'trouwkleed ziet.
Ach, speel zoo niet!Uw blijdschap breekt mij 't harte
Staak voor een poos dat hupplen dat gedruiscli
Uw vreugde scherpt den angelslcek der smarte
Ze is wanklank in den treurtoon van dit huis
Uw lachje is als de zon die straalt en schittert
In 't doodsch vertrek, door luik en vensterreet,
Wier vrolijk licht de droefheid ineer verbittert
Als spotte zij gevoelloos met ons leed
Uw zou betrok in 't vriendlijk uchtenddagen
Geen zevenmaal ontlook de Lenteroos
Of half verweesd moet gy dat rouwfloers dragen
Geen zeven jaar! reeds zijt gij Moederloos!
Uw Yaders stem blijft in zijn tranen smoren
Slaat hij op u de vochtige oogen neër
Gij lacht, gij juicht als hadt gij niets verloren:
Gij speelt en, Kind gij hebt geen Moeder meer!