Slbwcrlcntiëti. PUBLIEKE VERKOOPING. hem loopenaltijd zooveel gewonnen, J)e koppigheid is een Tan die gebreken welke ontzag inboezemen en die zijn de beste. De oploopeudheid heeft zeer veel goeds in eeno vlaag van gramschap antwoordt op alles. Een storm is zoowel een argu ment als eenig ander: een groote toorn dient overheerlijk om over een groot ongelijk heen te s'appen. En hoe snel verwerft men niet eene gunst door cene van pas aangewende bedreiging. In deze eeuw van vrees zijn de dreigementen de meest vermo gende smeekschriften gelukkig hij voor wien men beefthij alleen vindt nog vlejjers. De onbeschaamdheid is niet te verwerpen: maar zij is gevaar lijk. Gelukkig bezitten de met dat gebrek bevoorregleu een verwonderlijk instincten zij weten zoo behendig met hun ge brek om te gaan zij weten zoo juist, hoe, wanneer, in welke mate en met wien zij het moeten gebruiken dat het hnn maar zelden slecht bekomt. Dank zij der onbeschaamdheid, kun men in de wereld.... Maar waarom het niet gezegd?gij weet dat alles even goed als wij. In de staatkundige weield zijn sommige gebreken ware goud mijnen. Met wispelturigheid bouwt men zich eene heerlijke toekomst van magt en invloed. Wie zoo gelukkig is den naam van gewetenloos te hebben behoeft geen oogeublik aan zijne staatkundige fortuin te twijfelen. Een deputè zonder geweten, wij zouden hem vledermuis noemen, is het eenige wezen op den aardbodem, dat zich mag vleijeii den steen der wijzen te hebben gevonden. De on gestadige deputè is Koning van Frankrijk is de beschikker van ons aller lot. Hij kan een' kok ontberen: zijn couvert staat bij iedereen gereed. Men betwist men ontrukt elkander den staatkundigen weerhaan. Men zal nu gemoedelijk met ons instemmen, dat er sommi ge, ja zeer vele voordeel aanbrengende, winstgevende gebreken zijn: het lust ons nu eenige goede hoedanigheden te monsteren, welker bezit nadeel en verderf toebrengt. Hel aas! de schoonste hoedanigheden zijn juist de nadeelig- ste. De waardigheid maakt u iedereen tot vijand. Het is be ter gemeenzaam en boosaardig te zijn, dan zijne waardigheid 1e behouden en een grootmoedig karakter te hebben. De goedheid schaadt niet zoo zeer maar zij maakt ondank baren. De openhartigheid doel u voor gek aanzien en dezucht naar onafhankelijkheid voor een zonderling schepsel. De onpartijdigheid doet u allee» blijven; wees onpartijdig cu weldra zult gij verdacht worden, De moed is eene doodelijke hoedanigheid in de wereld. Ie mand die eens mosd heeft getoond is verloren is een Fa- riah wien elk schuwt of vliedt. Beter ware het melaatsch te zijn dan een' groolen moed te bezitten. De moedige man vindt niemand 0111 hein bij te slaan of te verdedigen al wat hij vindt zijn eenige vrouwen die hem in stilte bewonderen en beminnen. Maar de noodlottigsle aller goede hoedanigheden isdekiesch- heid. Voor haar gcene genade, geene vergeving. Wie haar bezit wordt verfoeid door alle degenen die haar niet kennen omdat zij hen beschaamd maakt: wordt belasterd door alle de genen die de verborgenheid haten zij de getrouwe zuster tier kieschheid. Wij hadden een' vriend, rijk met kieschheid begaafd zijne goedwilligheid grensde aan het romaneskezijne groothartigheid aan het heldhaftige zijne lankmoedigheid aan het onvoorzigtige zijno belangeloosheid aan overdrijving. Wel nu die vriend kostte ons menig oogeublik van vertwijfeling en verwcnsching. Wegens zijne gebreken? Waarlijk niet, maar wegens alle zijne goede en schoone daden die men niet begreep omdat zij altijd met oen' zweem van raadselachtig heid of geheimhouding omhuld bleven en aanleiding gaven tot allerlei vermoedens en lasteringen. Want niets geeft meer stof lol kwaadspreken dan eene verborgen goede daad. Het is droevig, wij bekennen zulks volgaarne, wanneer men zijne bewondering moet regtvaardigen moet bepleiten maar hoe groot is ook onze vreugde wanneer wij na eene levendige, zoo niet hevige redewisselingden aanlijgers deze bekentenis afpersen hoe! is het zóó toegegaan? daar wist ik niets af. hel is waarlijk schoon! Het is jammer voor hen die met die heillooze hoedanigheid zijn begaafd, dat zij hunne gansche kieschheid stellen in het verbergen van hunne kieschheid. Stellen wij nu als grondbeginselen dat de gebreken voor- deelig de goede eigenschappen schadelijk zijn dan zouden wij zeer ligt tot de opmerking komen dat het verschrikkelijk is in eene maatschappij te moeten leven, die zulke verschijnselen ter waarneming aanbiedt. Alles behalve dat. Die studie is in tegendeel eene bron van troost. Voor den regtscbapen man houdt het iets verhevens in zich te denken wat slecht is slaagtwel nu dan wil ik niet slagen. Om tot dit doel te geraken behoef ik niij slechts te bukken met eene oogen- schijniyk kleine lage daad kan ik het bereiken,., wel nu, die daad zal ik nimmer verrigten. Een oogenhlik Tan lafhartig heid is Toldoende ik veracht de lafhartigheid,,. Een enke le logen. ik vloek de logentaal. Een schitterend bestaan verwerpen om aan zijne beginselen getrouw te blijven; zich op offeren voor een edel gevoelen, welks volhouding slechts vijan den verwektde bewustheid hebbendat men verkeerd zal worden beoordeelden het wreed oordeel trolseren dat is godsdienstige zin. Keizer Phocas toen hij eens een oud soldaat onder zijne troepen zag sprak wat wilt gij oude kaalkop toch in den krijg doen De soldaat antwoordde heer keizer ik ben nu veel sterker dan in mijne jongheid waut toen inoest ik twee ezels hebben om het koren te dragen dat ik voor één goud gulden kocht, maar sedert gij keizer geworden z y t heb ik liglelijk zeiven kunnen dragen zoo veel koren als ik voor twee goudguldens koopen kan; hiermede den keizer zijne kwade regering verwijtende. Op Woensdag den 1 Mei 1844, des avonds ten 6 uren, in het Heeren-Logement aan den Helderten overstaan van den Notaris J. SCHOONvan Eene partij van ongeveer 500 differente BOEKWERKEN, uitmakende de voormalige Leesbibliotheek van het aan den Helder gevestigde Leesgezelschap HARMONIE Catalogussen zijn tegen 15 Centen per exemplaar te be komen bij den Notaris Schoon en in het Heeren-Logement aan den Helder en bij den Boekhandelaar C. Rakker Bz. aan het Nieuwediep. Een Burger Jufvrouw wenscht hij fatsoenlijke Burgermenscheneene vrije Kamer met volle Kost en Bewasschen tegen drie a vier gulden per Week. Yan een Bed met zijn Toehehooren is men voorzien. Adres met franco brieven onder letter Z bij den Uitgever dezes. ondergeteekende waarschuwt een ieder geen gelden of goederen op zijne naam af te geven aan deszelfs vrouw Maria Doretliea Wieg man want dezelve zullen door hem niet voldaan worden. J. J. II. L A F O N T A IN E. Uitgegeven bij C. BAKKER Bz. te NicivwcDicp. Gedrukt bij G. GILTJES te Hdder.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1844 | | pagina 4