te maken en zich die vrijheden en privilegiën te bedingen waar door maatschappelijke orde vrijheid van personen en goederen en gelijkheid van allen voor de wet geboren zijn. Maar zal men zeggen velen beschouwen de grondwet zoo als zij daar ligt voor goed en aan haar doel beantwoordende anderen hebben het tegendeel betoogd terwijl weder eene derde partij voor verandering en verbetering is maar niet op het tegenwoordige oogenhlik. Wat is nu waarheid aan welk gevoelen zal men zich houden Volgaarne beken nen wij dat er over een zoo teder punt verschil van gevoelen bestaat maar juist omdat over een vraagpunt van dat groot belang verdeeldheid van meening bij de natie is omdat die verdeeldheid tot groote oueenig- heid onrust en verwarring aanleiding kan geven is het de pligt der regering om niet stil te zitten maar om hetzelve in ernstige overwe ging te nemen en aan dc vertegenwoordiging ter beoordeeling voor te leggen opdat bet aan het Nederlandsche volk kenbaar wordedat de Koning en de regering volksgeluk en welvaart op vaste grondslagen wenscht gevestigd te zien. til 'M jW «V jK Jib W JK H M AAN NEMER LAAD, IN HE 1.1, Vi h VAN 1844. door Mr. I SA AC J»A VOSTjI. Hebt gij nog niet dit woord des dichters, uitgesproken op den 9 April in de vijftiende vergadering der tweede klasse van het koninklijk Nederlandsche Instituut gelezen? Gij kent immers da Costa wel dat beeld van het levend Christendom uit Isra ël die, eerst in de overspanning zijner wedergeboorte en met den overmoed der jeugd de rigtiug van den geest des tijds aangreep later door de wijziging en ontwikkeling van het mannelijk karakter het wezen des Chrislendoms in zijne vrijheid en in zijn leven handhaaft en verdedigt. Die man is meer dan dichter hij levert meer dan poèzij en bewijst dat dc vates vroeger dan de poeet het vaticiuium eerder dan de poëzij bestond Bezong da Costu in profetische verrukkingen mag ik het woord gebruiken? inspiratie in 1840 de vijf-en- twintig jaren zijn lente-lied in 1844 handhaaft den billijk verworven roem. W ij bebben daar reeds een tweeden druk voor ons liggen en verblijden ons, dat een lied, dat zich door kunstwaarde, en bovenal door zulk eene treffendeu inhoud vol waarheid geest en leven kenmerkt, gelezen wordt en wij wensciien, dat het in do ziel der natie grijpe en dat zij 's mans overtuiging deelo. Wij raden u daarom vriendelijk aan dit lied u aan te schaffen. Gij zult voor 30 ceiileu goud inwisselen. Oin dit gevoelen te regtvaardigen zullen wij hier een stuk uit het lied mededeelen: Lente, van een jaar dat, somber, zijn gedrukten loop begon Gij op nieuw getuigt van redding uit diezelfde leddingsbrou. Kiemden bittre burgerveteu mompelde onwil, wrevel, haat, Broedde slingerende orkanen in den dampkring van den Staat Wederom schoot door de wolken een verhelderende straal En de zeehoos in de verte stoof in damp weg andermaal. na Lof en dank den God der Vaadren zegg' het volk den Koning Maar dat Neerland bij Gods werken ook Ziju wenken gadesla. Dat wij 't vragen zonder uitsteldat wij 't vragen voor Zijn troon Welke weg en wat beginsel door deze uitkomst wordt geboou Wat thans plicht is, wat behoefte, - voor de Natie, - voor'tgeslacht, Dat weldra ons gaat vervangen, en eene erfnis van ons waclit.- Dicht omwikkeld in den mantel van een angstig zelfbehoud, In gaan sluimren op de stapels van het aangebrachte goud? Ons verschansen achter muren van vooroordeel of belang? ZoekenWijsheid tegen d'Eeuwgeest in descholen van den Dwang?- Of wel-dienaars van dien Meerseher sterk door damp en door pa- Yoorziju stelsels, zijn beloften blakende van ijvervicr (pier, Medevliegeu op zijn stoomschip, inedeholleu voor zijn kar, Zonder reiskaart of bestemming, zonder Noord-of Morgenstar? Geen van beiden!-Geen van beiden waarborgt immerNeërlauds lol! Seen! geen sluimren! -neen! geen stilstaan! -al wat leven mist, mist 'tZij dan leien! 'tzij beweging!maar beweging zij hier kracht;(God Geen verplaatsing slechts door 'tschudden van den bodem voortge bracht Geen vervoering door den prikkel van een smaakrijk zwijmeigift; Geen verbloemde goud- of staatszucht geen gehate factiedrift Ja, 'tzij leven, 'tzij herleven voor dit weer gespaarde volk! Maar een leven niet van droomen stout gegrepen uit de wolk; Niet ontvoerd aan vreemde zeden als een nuttelooze roof, Neen! ontwikkeld uit den wortel van Gescïiiednis en Geloof! In zijn wezen, vrucht der tijden,-in zijn vorm van dezen tijd! Nederland aldus herboren aan een roeping weer gewijd Zal zich toonen waard de Vaadren. Zij het needrig zij liet klein Zoo slechts telkens als oud lsrel van zijn volksschuld weder rein! God te vreezen waarheid te eeren vroom te handlcn zij de keus «Met Gods woord voorYorst enYrijheid!"de onveranderbare leus! Yaderlandscho jongelingen deze leus is waard den gloed Die zich uitdrukt in uw blikken en die ombruischt in 11 w bloed Kweekt dien gloed, maar met geen voedsel uit onreinen wortel ooit, Hoe de vrucht ook voor uw oogen zich met valsche kleuren tooit Werd Gods Woord of Rechtof Yrijheid ooit een spot voor 'tjon ge Euroop 'tjonge Neérland in God moedig zij voor beter zaak de hoop Toorts wij allen kleinen grooteu 's Konings dienaars en zij n Afgevaardigden en Oudsten van den Nedenaiulscheu Staat! [Raad! Heel gij natie! Ook voor volken is er heil slechts in één' naam (Dat geen Neèrland,gceiiEuropa,zichdonStalensclieppcrscliaam!): ./eSMsUAWsfws-(schrik nict,Isrel! 'tisuw Koning, JudaasLeeuw,)! Do Eeuw vergaat, maar Zijn regering is van eeuw door eeuw tot eeuw. Zij zullen liet niet hebben Ons oude Nederland Het bleef bij alle ellenden Gods en der Vaadren paud! Zij zullen het niet hebben De Goden van den Tijd Niet oin hun erf te wezen, Heeft God het ons bevrijd Zij zullen ons niet hebben Zoo lang deze Ystad staat; Zoo lang ia Neèrlandsche aadren Eén polsslag Neèrlandsch slaat Zoo lang er heldenzielsgloed In Nassaus Telgen blaakt; Zoo lang de geest des Zwijgers Op 't Delftsche praalgraf waakt. Met al hun schoone woorden Met al hun stout geschreeuw, Zij zullen ons niet hebben De Goden dezer Eeuw Tenzij het woord des Zwijgers Moedwillig werd verzaakt: 'k Heb met den Heer der Heeren Een vast verbond gemaakt. Slbtiertcnticti. Heden overleed tot onze innige droefheid onze jong ste ZOON PIET ER, in den ouderdom van 14 dagen. P. A D R I A A N. Nienwediep14 Mei 1844. T. BRUIN. UIT MA Bi 19 TE K3DF; Een fESBK IET: JHLa TSIS5 9 bij H. de HRIESin de Langestraat aan de Helder. De ondergeteekende Boekhandelaar op de Luan aan de Helderberigt met deze zijne geachte medeburgersdat li ij zich van eene LEESBIBLIOTHEEK voorzien heeften dezelve op heden voor ieder openstelt. Tevens berigt de ondergeteekende, dat hij nog ruim voor zien is van Patent-inktkokers van Perrij in C°, idem met Porceleinen cilindersPatent-schrijfinktalle teelten behoef ten Dames toilet en breiwerkboekjes borduurpatronen enz. Beveelt zich bij voortduring in UEds. gunst en recom mandatie belovende eene prompte en civiele bediening. Helder, 20 Mei 1844.Jb. T II I E. Uitgegeven bij C. BAKKER Ilz. te NicmvcDicp. Gedrukt hij G. GII.TJES te Ilddcr.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1844 | | pagina 4