te zijn of om welke andere redenen ook liet Gouvernement heeft voorgeslagen voortaan alleen de leden van de Jury te zullen benoemen. De voordragt is verworpen en daarentegen stelde de Kamer voor, de wijze van zamcnstcllen der Jury on veranderd te laten, doch jaarlijks bij loting twee leden van de vier voor de Gcdepnteeiden en de Senatoren in iedere sec tie benoemd te laten aftreden en even zoo één van de drie door de Regering benoemd terwijl een lid eerst na verloop van een jaar weder in dezelfde sectie zal mogen benoemd wor den. Daarenboven zullen de twee leden door ieder der beide Kamers benoemd geen Professoren van dezelfde Universiteit mogen zijn en voor de gelieele sectie niet meer dan twee le llen van de zeven uit Professoien van dezelfde Universiteit ge kozen mogen worden. Al deze bepalingen zoudenbij wijze van proefneming voor den tijd van vier jaren ingevoerd wor den. Dit voorstel door den Koning bekrachtigd is thans als wet voor den gemelden tijd ingevoerd worden. BUITENLANDSCHE BERIGTEN. DUITSCHLAND. COBLENZ 20 Mei. De Rhein- und Moselzeitung behelst het volgende: De twisten in de Joodsche godsdienst, door welke in dezen oogenblik ook bij haar eene her stelling van het geheele wezen der religie uit haar diep ver val ten gevolge van het overijld genomen ceremonie-be sluit schijnt te zullen bevorderd wordenhebbennaar men zegtin onze nabijheid aanleiding gegeven tot eene barbaarsche misdaad, welke met den dood verdient te worden gestraft. In Immerdorf, onder het ambt Ehrenhreilslein behoorende haalde een onlangs aldaar gekozen en geïnstal leerde Joodsche godsdienstleeraar, Jacob Tohiaz Schatz oud 43 jaren zich door zijne polemiek tegen de ceremo nie-wet den verregaanden haat der regtzinnigen op den hals hunne verwijten vermoglen niet zijne onafhankelijke zelf standigheid tot wankelen te brengen. Hetgene er nu verder gebeurd is, is een gerucht. Verleden Vrijdag, namelijk zoude de godsdienstleeraarnaar het gerucht luidtna het uiten van sterke woorden tegen het ceremonie-wezen deer lijk in het lokaal der school zijn geslagen. Hij had daarop de school verlaten en keerde er niet terug terwjl b j liet weten, dat hij die gemeente en plaats zijner inwoning voor nemens was te verlaten. Gewaarschuwd van niet des nachts in zijn huis te blijven vertoeven, was hj onvoorziglig genoeg te zeggen dat hij naar het naburige Arenberg wilde gaan, om in de herberg den Rooden Kaan te overnachten. Tot zooverre het gerucht. Het volgende is daadzaak. Ongeveer te half tien des avonds verliet een van de gasten des her bergiers Klee in Arenberg het huisdoch keerde spoedig terug, aan de aldaar aanwezigen mededeelendedat hij buiten gesteen en gejammer gehoord had. De herbergier meende dat dit misschien veroorzaakt werd door een ven ster hetwelk de wind op zijne grendels deed krakendoch op de verzekering van den bewuslen gastdat het gejammer het geschrei eens menschen scheen te zijn verliet bet ge zelschap mei eene brandende lantaarn het huishoorde duidelijk het gesteen en gejammer, volgde deszelfs rigting en kwam zoo op den weg naar Immerdorf, alwaar deze lieden een' Immerdorfer Jood ontmoeteden die op hunne vragen antwoordde dat hij van Ehrenbreitslein over Aren berg naar Immerdorf ging dat hij het gejammer eveneens vernomen had doch uit vrees was terug gekeerd. Weldra vond men den Immerdorfer leeraar op den weg liggen met den dood worstelende rondom hem lagen verscheidene sleenen die de grootte van een menschelijk hoofd hadden. Een der lieden rigtte het hoofd des stervende op die nu zonder een enkel woord meer te kunnen spreken of gespro ken te hebbenden laatsten adem uitblies. Het geregtelijk onderzoek heeft doen zien dat de leeraar gestorven is ten gevolge van twee doodelijke wouden aan het achterhoofd en aan den linker slaap van het hoofd. Er is echter niet gebleken wie den verslagene gedood heeft. F R A N K R IJ K. PARIJS 27 Mei. Gisteren avond ten 7 ure is een der grootste mannen van de Juiij-dagende heer J. Luffitte aan de gevolgen eener longontstekingbezweken. Hij laat slechts eene dochter na die met den zoon van den maar schalk Neij gehuwd is. Lafjitte was een mandie zich door buitengewoon talentdoor vlottenden rijkdom en door bestendige regtschapenheid gunstig onderscheiden heeft. Id den jare 1767 te Baijonne geborenmaakte hij zijn eerst fortuin in het bankiershuis van den Senator Perregauxin 1806 werd hij er chef van en hij werd weldra de grootste ban kier van Frankrijk. Reeds voor het jaar 1815 in aanzien lijke betrekkingen geplaatsten door een voorschot van 2 millioenen de slad Parijsbij de capitulatie uit verlegenheid reddende, trad hij in 1816 in de kamer en plaatste zich aan de zijde der oppositie en hoezeer hij door zijne begunsti ging van de rente-reductie in populariteit verloorbleef hij getrouw aan zijne zinspreuk toen geuitle credit se lie a tous les principes de prospérité nationale." En hoe groot het vertrouwen wasdat hij genootblijkt daaruitdat én Lodewijk XV111 én Napoleon beide bij hunne vlugt aan hem hun bijzonder eigendom toevertrouwden. Lafjitte be hoorde in 1830 tot de bekende 221 en toen de storm dei- omwenteling in de schoone Julij-dagen opstak Parijs mot bloed bedekte het vaderland met regeringloosheid met de herhaling van de gruwelen der vorige revolutie en Europa met beroering bedreigde stond L. op bezwoer den storm sprak het woord uitgeen redding dan in het uitroepen van Orleans" en do kweekeling der Jezuïten viel van den troonLouis Philip werd op het stadhuis tot burgerko- niug uilgeroepen, en een nieuwe orde trad in het la ven. Maar de omwenteling kostte L. zijn aanzienlijk vermogenterwijl hij zich aan het hoofd van het gouvernement niet vermogt te handhaven maar voor het beginsel der doclrinairen moest wijken. Sedert 10 jaren heeft hij zich niet meer op den voorgrond geplaatst. Schitterend was de nationale dank baarheid in 1833toen eene algemeene inschrijving zijn groot hotel, de wieg der nieuwe dynastiehet hoofd kwartier der Julij-dagendat le koop werd aangeboden, voor de familie Lafjitte redde. De naam des mans is gered door de geschiedenis. Frankrijk gaat Lafftte begraven maar zijne daden zijn te groot voor een graf. BINNENLAND. HELDER en N1EL WEDIEP 1 Junij. Op den 29 dezer is le Amsterdam overleden de Wel

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1844 | | pagina 2