zelve dienen tot nietsdan om de gevangenissen te vullen
welke reeds vol zijn. De verbittering neemt steeds toe en
een algcmeene opstand had reeds plaats gehad indien men
Oostenrijk, niet vreesde. De Pausdie zich te veel met
andere landen bemoeitkan het zijne niet regeren en wil
geene verbeteringen Reformeninvoerenwelke openlijk
gevorderd worden.
BINNENLAND.
HELDER en NIEU YVEDLEP 13 Junij.
Wij hebben met genoegen vernomen dat de commissie
van H. H. Kerkvoogden en Notabelen tot den opbouw van
het Nieuwe Kerkgebouw voor de Hervormde Gemeente al
hier besloten heeftdat de eerste steen van hetzelve zal
gelegd worden op aanstaanden Dingsdag den 18 Junij 1844,
des voormiddags ten half twaalf ure en dat niet alleen de
onderscheidene Autoriteiten uitgenoodigd zijn om den pleg-
*tigheid met hunne tegenwoordigheid te vereeren maar dat
ook de beide Leeraren der Gemeente ten vriendelijkste ver
zocht zijn den dag en liet uur waarop dezelve zal plaats
vinden van den kansel bekend te maken en do respective
leden der Gemeente te verzekeren dat het der commissie
hoogst aangenaam zijn zalwanneer velen van hunne be
langstelling en deelneming, door hun bijzijn, doen blijken.
Dezelve heeft teregt begrepen dat in ecne Godsdienstzaak
tot bevordering waarvan aanzienlijken en geringen gegoe
den en mingegoeden vreijen en dienstbaren zich verbonden
hebben hunne offers te brengen niemand behoort uitgeslo
ten te worden. Moge zij dan ook daarin de algemeene
goedkeuring wegdragen en de Hervormden eene aansporing
te meer in vinden om hen die geheel belangloos voor hare
Godsdienstige belangen ijveren in hunne moeijelijke taak
te ondersteunen en de inzameling der liefdegaven, waarvoor
men ingeschreven heeftzooveel mogelijk te vergemakkelijken.
De liefdegiften ingezameld voor de Wed. Boeltjes,
wier man op den 22 Mei bij het omslaan van eenen sloep
zijn leven in de golven verloorhebben de aanzienlijke
som van ruim ƒ240 beloopen. Ons vertrouwen, dat wij in
No. 22 uitdrukten is niet beschaamd geworden de welda
digheid onzer plaatsgenooten niet vruchteloos ingeroepen.
Dezer week hebben onderscheidene dagbladen het be-
rigt medegedeeld, dat wijlen koning Willem F reder ik aan
de algemeene armen van 's Gravenhagebij uitersten wil
heeft toegezegd de som van ƒ100,000 onder bepaling dat
dit kapitaal niet verkoopbaarof op eenige andere wijze
vervreemdbaar zij, alsmede nog een legaat van ƒ10,000,
welke som dadelijk kan en moet worden uitgedeeld. Zulke
beschikkingen kon hij maken die met de navolging van
Christus in de hand stierf. Het testament van Napoleon
ligt daar voor onswij vinden er milde beschikkingen in
voor zijne vrienden en werktuigen die met hun bloed zij
ner grootheid ter dienst stonden. Napoleon vermaakte zij
ner goede stad Parijs zijne assche en zijnen roemmaar
had niets voor hare armen hij had er ook te veel gemaakt.
Willem van Oranje door velen zijner landgenooten niet
minder bitter dan de exkeizer beoordeeld beantwoordt uit
zijn graf miskenning en laster met werken der liefde.
Het hoog militair geregtshof te Utrecht heeft op den
13 dezer uitspraak gedaan in de zaak van het duel tusschen
de heeren Lith de Jende en Pr. Bolhuis. De eerstge
noemde die in de oogen van het publiek schuldig staat
aan eene moord van onbeleefdheid is veroordeeld tot vijf
jaren correctionele gevangenisde beide getuigen tot drie
jaren alsmede in de kosten. Ieder weldenkende beklaagt
zeker de slagloffers van een vooroordeeldat zich van het
punt van eer in den achtbaren militairen stand heeft meester
gemaakten menigeen dwingt een feit te bedrijvendat
hij zelf verafschuwt; maar ieder veracht zeker degenen,
die dit noodlottig voorval hadden kunnen voorkomen of be
letten. De publieke opinie verfoeit het dueldat in do
barbaarsche middeleeuwen een zaak van eer en regt mogt
heeten maar bij de tegenwoordige beschavingwaarvan de
militair niet zal willen uitgesloten zijn als moord gebrand-
teekend staatwij hopen nietdat onze geëerbiedigde Ko
ning door het verleenen van gratie de algemeeno stem
des volks zal tegenspreken maar wij hopen weldat de
tijd zijne goede diensten zal bewijzen door de overtuiging
in den militairen stand algemeen te maken dat de degen
of pistool gerigt tegen den medebroeder schande brengt en
eer vernietigt.
Bij onze vlugtige beschouwing van den grooten Julij-
man in ons No. 23, voegen wij enkele trekken uit de lijk
rede door Arago op het graf van Lajfitte uitgesproken
Lajjittes grootmoedigheid was een spreekwoord geworden.
Durfde ik de groote personadien noemen die door zijne ouuit-
putbare goedwilligheid aan handelscatastrophen ontrukt zijn
kleine kooplieden wier wankelende kantoren hij staande
hield letterkundigendie hij op eene bescheidene wijze
ondersteuning deed toekomen weezen voor wie hij als va
der optrad, gevierde redenaars die hij aan de nationaal-tri-
bune gaf of er op staande hield. Sommigen hebben de
handelwijs des weldoeners luide verkondigd maar hoevele
ondankbaren zijn daar onderachindien zij door mijn
zwijgen eene openbare beschaming ontgaanzoo geschiedt
het slechtsomdat ik de edele grootmoedigheid van onzen
vriend navolg. Hun onverschillige blik in de Salons, hunne
opzettelijk verstrooid voorkomen bij ontmoetingen op open
bare plaatsen verwekte bij hem slechts een medelijdenden
glimlach. Wat de redenaar den afgescheidene tot hoogen
lof aanrekende was ditdat hij die uit den boezem des
volks ontsproten wiens dagelijks werk gedurende 60 jaren
eene twaalf lot vijftienurige aanhoudende arbeid wasnooit
anders als met een gevoel van billijken trots op zijne nede
rige afkomst nederzag. Eens verhaalde hem zijn kleindoch
tertje het kind van den prins de Moskwadat hare
speelnooten haar eene prinses noemden maar verlegen ston
den hoo het kwamdat de grootvader van eene prinses
geen vorst was. Het antwoord is eenvoudig zeide Lajfitte
gij moet ze zeggenik ben een vorstprins van de
Schaaf (prince du rabot) en indien zij dit nog niet ver
staan zeg dan maar en ik beveel het udat mijn vader
een timmerman was.
BURGERLIJKE STAND.
Gehuwd geene.
Bevallen J. Schnetz geb. Meijer z. M. Lobman geb. Wissing z.
M. Koorn geb. Spanjerdtz. T. J. de Ruijter geb. Kok, z. J. M.