SSHEEPSTIJDX1T3E1T. Cftcmcugbe föevtgtcit. HET MEESTERSTUK VAN EEN ONBEKENDE. "Wobben geb. Huisman z. A. de Moei geb. Goudsblom d. K. S. Kannewasser geb. Schoenlapper, z. J. Weits geb. liruchd. Overleden M. van Nierten47 j. U1TT1JEK.SEL UIT DE van de al'geloopeue week. 10 Juuij binneugek. de Jong HuilHowe SunderlandI'ringle Clackmannan en Olsen van Drammenen uitgezeild Ouwehand Huil Williams Sunderland en Sietzema op avontuur de wind w. z. w. 11 Junij binnengek. Nielsen Lyna Macaio; Lovius, Cadix; Schreu- der llulï en TJlstrup van Drammen gisteren nog Ouwmans Afrika van de kust van Afrika en Iluvl Noord-Holland van Suriname en uitgezeild Schut, Triesty Hanssens Livorno i'otjer Gibraltar; Kramer en Dood beide naar Nantes; Dekker, Kuyper en boontjes alle 3 naar Londen de wind n. w. 12 Junij, binnengek. Kuen Torravechia Botson en Visser, beide van Londen en Marcussen van Drammen en uitgezeild BonjerKon- stantinopel en Smirna Jliller Cammin Schultz Stettin en J. Jersöe naar Drammen de wind z. w. 13 Junij binnengek. Safström Iris BataviaJanssen Ddphin Havana; de Jong, Londen; Watson, Sunderland en Eyde van Dram men en uitgezeild Cummings naar Londen de wind w. z. w. hard. De keizer Tan Rusland heeft te Kissingen eene woning laten huren. Z. M. heeft op zijne reis naar Engeland en terug geen hinder van zeeziekte gehad. In Engeland en in Holland zijn diners en groote krijgsinanouvres ter eere van den keizer gegeven. Met eene milde hand zijn ridderorden uitgedeeld. De hertogin van Berry gaat uit spaarzaamheid te Venetië wonen. Rotschild is met de Spaanscho minister van Finantien aan het onderhandelen de zaakjes gaan langzaam voort. De koninginnen van Spanje zijn te Barcelona. De koning van Zweden neemt de behoeften van zijn land naauwkeurig op. 180,000 franken zijn voor de postmeesters in Frankrijk tot schadevergoeding aangevraagd. De koning der Franschen heeft alle bekwame werklieden die hunne artikelen op de tentoonstelling gebragt hadden goed getrak- teert. Een jufvrouw bedankt hare begunstigerseen ander biedt zich aaneen kleermaker paruikmaker en scheerder zoeken vast werk, en een speelhuis is te koop. H. B. 14 Junij. De aartshertog Karei heeft eene memorie van grieven ontvangen. Te Maagdenburg zal over het tegenwoordige en toekomende jodendom beraadslaagd worden. Te Amsterdam is de puikzalm a 80 cents de 5 once. Te Groningen is de vuurspuwende Vesuvius zeer natuurlijk voorgesteld met een molshoop en een voet zoeker. In Pruisseu is de handel in spoorwegactien verboden. De gisting is in Griekenland tot eene hooge trap. De heili ge Vader is de koning van Beijeren tot het voorvertrek te gemoet gegaan. De keizer van Marocco heeft de Franschen de heilige oorlog verklaard. Het Belgische hof is naar het kasteel van Ardenne om het huisselijk leven te genieten. Prins Hendrik is met zijn escader onder zeil. Spaansche en Portugesche papieren flaauw. Te Mons zijn de wagens zon der locomotief in het station aangekomen. *V E A C JE L W E II K. Op zekeren dag stapte Rubensbij gelegenheid van eene wandeling in de omstreken van Madrid een klooster binneu van een strengen ordensregel en bemerkte niet zonder ver rassing in liet haveloos koor een schilderstuk dat slechts het voortbrengsel van het uitstekendst talent kon zijn. Het schil derij stelde den dood van eeneu monnik voor. Rubens riep zijne scholieren, hun het beeld toonendeen allen deelden zijne bewondering. Wie mag de schilder van dit beeld zijn?" vroeg van Rijk. de lieveliugs-leerling van den meester. «Er is een naam onder aan het stuk geschreven geweest men heeft denzelven zorgvuldig uitgekrabtantwoordde van Tulden. Rubens liet den prior verzoeken tot zich te komen en vroeg vervolgeus den ouden monnik naar den naam van den kun stenaar dien luj bewoudering schuldig was. De schilder is niet meer van deze wereld." «Dood riep Rubens uil, «dood!en niemand heeft heai tot hiertoe gekend niemand met bewondering zijnen naam uitgesproken, welke de onsterfelijkheid verdient, zijnen naam. die welligt den mijnen verdonkert. Eu toch ben ik" voegde de kunstenaar met edelen trots daarbij toch ben ik mijn vader Peter Paul Rubens. Bij het hooren van dezen naam helderde het bleeke gelaat van den prior met eene ongewone warmte op. Zijne oogeu vonkelden en hij vestigde op den grooten meester blikken waarin meer dan nieuwsgierigheid lag; maar deze opwelling duurde niet lang. De monnik sloeg do oogen neder, kruiste over de borst zijne armen, welke hij iu oogeublikken van geestdrift ten hemel had opgeheven en herhaalde De kunstenaar is niet Tan deze wereld." «Zijn naam, mijn vader, zijn naam, opdat ik hem der- wereld noemen opdat ik hem den roem kan locdeelen waar op hij aanspraak heeft." En Rubens van Rijk Jacob Jor- dans Justus van Nuelvan Tuiden, zijne scholieren, bij kans had ik gezegd zijne mededingers omringden den prior en baden hem dringend den schepper van dit meesterstuk te noemen. De monnik sidderde koude zweetdroppelen vielen van zijn voorhoofd op zijne holle wangen, krampachtig trokken zijne lippen zaïnen als waren zij geneigd een geheim te verraden. «Zijn naam, zijn naam," herhaalde Rubens. De monnik maakte met do hand eene plegtige beweging. Hoort mij," zoo sprak hij, »gij hebt mij verkeerd verstaan; ik hc-b gezegd de schilder van dit stuk is niet meer van deze werelddoch ik heb daarmede niet willen zeggendat hij dood was. Hij leeft leeft hij leer ons hem kennen Hij heeft zich aan al het aardsche onttrokken, hij is in een klooster gegaan en monnik geworden." «Monnik mijn vader? in welk klooster leeft hij? Hij moet het weder verlaten, indien God het zegel van liet genie in het hart drukt, nxag hij die heerlijke gave niet in eenzaam heid begraven. God heelt hem eene verhevene zending opge dragen, en hij moet ze volbrengen. Noem mij het klooster, waarin hij zich verbergt; ik zal hem daaruit trekken, en hem den roem wijzen die op hem wacht. Is hij weigerachtig dan zal ik hem door ouzen heiligen vader deu paus doeu beve len in de wereld weder te keeren en het penseel weder aan te vatten. De paus houdt veel van mij mijn Tader de paus zal mijn bede verkooren." »Ik zal noch zijn naam, noch liet klooster noemen waarin waarin hij zich verschuilt," antwoordde monnik op vasten toon. De paus zal het n gelastenhernam Rubens eeuigzius geraakt. v Hoor mij aan," antwoordde de monnik. In 's hemels naam hoor mij aan; meent gij, dat de man, eer hij de wereld verlieteer hij zich geluk en roem ontzeide niet een innigen strijd heeft moeten worstelen? gelooft gij niet, dat liet slechts bittere teleurstellingen en gruwzame smarten waren, die hem zoover konden brengen dat hij zich op de borst sloegen tot de erkentenis kwam dat alles hier beneden

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1844 | | pagina 3