(fócwcugbc iScrigtcu* Bij het paleis te Amsterdam staan vier monumenten met 12 Duxon's in Co. In Nederland is de schatkist ruim voor zien maar de beursen der goede burgerij zijn ledig. De te Weenen vergoode en aangebedene Fanny Elsler heeft te Londen weder voor de hoog zwangere koningin gedanst. Het kraambed en luijermand is voor hare majesteit gereed gemaakt. In het logement do Klok te Amsterdam zijn aangekomen eene exquise partij opregte Engelsche hondjes. De Russische pantoministen zijn in Holland aangekomen om de kermissen te vermaken. Men zegt dat de kermis alhier door een beestenspel van zes voet lang en vier voet breed luister zal worden bijgezet. De speelbanken in de Duitsche plaatsen worden meer en meer met bloed geverwd. In Belgie is eene leening geopend van ruim 84 millioenen francs. FEI/IJjIJETOW. DE SPION. II. L. verstond alles want ook het spaansch was liem niet vreemd. Hij werd in eene kamer gebragt, die voor de naarste gevangenis niet onderdeed. Als de deur achter hem gesloten werd had hij reeds sedert 18 uren geen voedsel genuttigd denk daarbij aau de vermoeidheid en het schrikkelijke van zijnen toestand en gij zult het zeer natuurlijk vinden dat de ongelukkige bijkans bewusteloos op het strooleger neder- zonk dat in een hoek der gevangenis neergeworpen was. De zon was nog niet ondergegaan hij zag haar door het kleine venster hoog boven aan de muur en haarin het schoone Estremadara zoo glansrijk licht verblijdde nog eenigen tijd hel oog van den armen gevangene. Maar weldra ging zij schuil, de hemel werd donker, duisternis omhulde alles; L. bevond zich alleen tegenover zijnen schrikkelijken toestand en hij beoordeelde dien zoo als hij was, bijkans hopeloos. Hij bezat, daar twijfelde hij zelf niet aan, moed, maar in het achttiende jaar te sterven dit is toch zeer jong. Hij kampte eenigen tijd met de sombere beelden, die hem zijne fantasie voorwierp, maar toch zegevierde de slaap en weldra was hij zoo vast ingeslapen dat hij bijna eenen doode geleek. Hij mag alzoo een paar uren geslapen hebben als de deur van zijnen kerker zich langzaam opende en iemand voorzigtig binnentrad. Men hield de hand voor het licht van de lamp om de vlam te verbergen, vervolgens ioog men zich zachtelijk over het leger van den gevangene, klopte op den schouder van Leckinski en eene welluidende zachte vrouwenstem sprak in het fransch tot hem: wilt gij eten?" De jonge Pool sprong, door den glans van het lichtdoor het aanraken van de hand en door de woorden van het jonge meisje uit den slaap ge wekt spoedig op en vroeg met half geopende oogen in hel duitscli«wat wil men van mij?"—Men geve den man aan stonds wat te eten zeide Castagnos toen hij de uitkomst van deze eerste beproeving bemerkte, dan late men zijn paard zadelen en liem zijnen weg voortzetten. Hij is geen Fransch- man. Hoe zou hij zich in zulk een hooge mate kunnen bo- heersclien 't is onmogelijk." Maar Casiugnos was niet alleen. Men gaf hem wel te eten maar zijn paard werd niet gezadeld en hij bleef tot aan den morgen in zijne gevangenis. Toen bragt men hem op eene plaats waar hij de verminkte lijken van 10 Fransehen koude zien, welke de boeien van Truxillo vermoord hadden; hier liet men hem den ganschen dag den dood en wel den gruw- zaamsten dood duchten. Onophoudelijk van strikken omgeven, door ooren bespied die gretig naar eenen toon luisterden bewaakt van scherpe oogen die elke beweging gadesloegen dacht de edele en moedige jonge man aan hel woord dat hij gegeven had en geen enkele beweginggeen enkel geluid verried wie hij was. Eindelijkna verscheidene nren van gruwzame beproeving, werd hij weder in zijne gevangenis te- rug gevoerd en kou in huiveringwekkende eenzaamheid over het gevaar van zijnen toestand nadenken. Mijne heeren zeide de generaal C. ik bezef even als gij het groote gewigt om de tnededeeliiigen tusschen de onder scheidene bevelhebbers der Fransche armee in Spanje te ver- hindereu maar in den toestand waarin zich die officier be vindt kunnen wij hem op de bloote verzekering van een onzer lieden niet als spion behandelen. J)e man kan zich vergissen eene toevallige gelijkheid kan hem misleiden en dan zouden wij moordenaars zijn; dit wilt gij toch immers niet, mijne heeren?" De olficiervoor welken de boer zijne verklaring gedaan had, was een van die liartstogielijke menschen, die zich zeiven met den toestand verwisselen waarin zij zich gebragt hebben. Hij had nu eenmaal het denkbeeld in zijn iioold gezetde man is een franscbe spion en hij moet zich voor een belangrijk persoon uilgeveu; «en al ware hij ook een Rus," voegde hij er bij «welnu, de Russen zijn de boudgeuooten vaudeFran- sclieu." L. was verblijd dat bij weder in de gevangenis was, want bijna 12 uren lang liad bij slechts galgen en verminkte lijken voor zijne oogen gehad Nog geloofde hij aan de gebarsteue muren zijner gevangenis de schaduwen van de slagtoffers te zien, die men hem aan de boomeu op den weg getoond had. Onder deze bloedige beelden zonk hij op nieuw in eenen diepen slaap en toen hij regt vast ingeslapen was opende zich wederom langzaam en zacht de deur. Men kwam aan zijn leger eu dezelfde vriendelijke slem sprak hem aan: sta op en ga meé men wil u redden; uw paard staat gereed." De moedige jongeling werd door deze stem wakker doch be zat tegenwoordigheid van geest genoeg om in het duitsch to antwoorden: «wat wil men van mij?" Toen C. deze nieuwe proef en den uitslag er van vernam zeide hij de jouge Rus is een edel jong meusch." Hij had hem wei doorgrond; maar zijn gevoelen had geen invloed op de commissie welke den officier volstrekt schuldig wilde vinden, eu.toch hem steeds onschuldig vond. De nacht, dien Z.door- bragt, was afgrijselijk. Des morgens, de zon was nog naauwe- iijks opgegaan, kwamen vier mannen eu onder deze degene, die hem in Madrid wilde gezien hebben om hem voor een soort van krijgsraad te voerengedurende den korten weg daarheen, stootten zij de verschrikkelijkste bedreigingen tegen liem uil maar getrouw aan ziju genomen besluit scheen hij van dit alles niets te verstaan. Yoor zijne regters vraagde hij immer in het duitsch, waar zijn tolk was. Men liet dien komen en het verhoor be gon. Hetzelve liep in den beginne over zijue reis van Madrid naar Lissabon. In plaats van antwoord wees hij op zijne de- peches van den Russischen gezant aan deu admiraal Siniawin en op zijn pas. Gewis zouden zonder die ongelukkige ontmoe ting met den boer, die beweerde hem te Madrid gezien en ge sproken te hebben, de bewijzen voor voldoende gehouden zijn. Maar de bewering van den man die met buitengewone en dewijl bij gelijk had. met natuurlijke vastheid er bij bleef, wierp op den Pool een licht in hetwelk ieder hem voor een spion aanzag, eu zijn toestand werd verontrustend. lutusschen bleef hij bij zijne verklaring en was op zijne hoede om zich niet te weerspreken. s Vraag hem" zeide eindelijk de presi dent van de commissie, of hij de Spanjaards bemint, daar hij geen Fraiischmau is?" de tolk vertolkte deze vraag. «Ja, zonder twijfel," antwoordde L.y «ik bemin de Spaan- sche natie en acht haar hoog van wege hare alles te boven gaande vadcilaudschliefde. Ik wcnschte dat de beide volken vereeuigd waren." Mijnheer de overste.," zeide de tolk tot den president, »de gevangene zegt, hij haat ons, vermits wij den krijg voeren als ware bandieleu hij veracht ons en belrcurt het slechts dat hij niet de gaiischc natie als een eenig man verccnigen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1844 | | pagina 3