«net hunne hofhoudingen binnen kort naar Madrid den
ierugmarsch aannemen. Het Engelsche magazijn op de Vij
gendam te Amsterdamkrijgt bij de herbouw zulk eene
buitengewone hoogte dat hetzelve bij eene herhaalde Ter
branding door bijna het geheele land zal kunnen gezien
worden. Te Gorinchem heeft zich een knappe jonge meid
verdronken. Kapitein Warner vraagt voor het geheim van
zijn vernielings machienetje de ronde som van tweemaal
honderd duizend ponden sterlings. De alhier in Februarij
gevallene sneeuwisniettegenstaande de warme Julij-
Hondsdagen wederom te voorschijn gekomen.
FETIJjIJJETOX.
DE DUELLIST.
(Eene tvare Geschiedenis.)
{Vervolg en Slot.)
«Wat zal dit briefje beduiden?" sprak Stewartna hij liet
gelezen had, »en wat wil de heer d'Egville van mij?" »l)it
schrijven beduidt, dat mijn vriend zich door u, mijnheer, be
ledigd houdtwijl gij gisteren aan de tafel van den heer In-
voice met een gewaand berglied den draak met hem gestoken
hebtweshalve hij mij aan u zendtom u te verzoeken u
morgen aan de bogt achter de Iguanna-rots met pistolen te
laten vinden." Zeg den heer d'Egville dat ik mij er niet
zal iaten vinden, want ik heb geen lust, om het getal dergenen
te veigrooten, die hij reeds in sluipmoord om het leven heeft
gebragt." Ik kan onmogelijk gelooven, dat dit het gansche
antwoord zij dat gij een' mail van eer wilt geven dien gij
zwaar beleedigd hebt; moet ik werkelijk mijn' vriend zeggen,
dat gij hem de verlangde genoegdoening weigert te geven?"
Ik spreek Engelsch en gij verstaat deze taal, mijnheer!
moet ik den heer d'Egville misschien op Grielssch ofSchotscli
antwoorden?" J)e heer d'Egville zal allenthalve dus het
regt hebbenom te zeggen dat gij hem uit blooharligheid
genoegdoening geweigerd hebt?" hernam de Kolumbiaansche
Officier verachtelijk. Wat de heer d'Egville van mij denkt,
bekommert mij weinigantwoordde Stewart koelbloedig
gelijk hij onder dit geheele gesprek gebleven was. De heer
d' Egville F vervolgde fVilthorpe, »zal denken, dat een man,
die laag genoeg is om iemand te beschimpen zonder hem
genoegdoening te geven, als een bloodaard verdient behandeld
te worden, en dat hij regt heeft, u openlijk de straf toe te
dienen die uw gedrag waardig is."
Op deze woorden steeg den Kapitein het bloed in het aau-
gezigt, maar ras had hij zijne vroegere bedaardheid herkregen
en zeide, terwijl hij TVilthorpe's stotterende uitspraak en zijn
stijve houding treffend nabootste; »heb de goedheid, mijnheer,
den scheepsladdcr af te klimmen om inij de noodzakelijkheid
te sparen, u in het water te werpen;" hierop sprongen vijf
of zes matrozen op het dek en JVilthorpe klom met een'
woedenden blik op den Kapitein en verdween.
»Ik weet niet," zeide Stewart«hoe men mijn gedrag be-
oordeelen zal; maar daar ik reeds eenmaal het bloed van mijn
eTeiiuicnsch vergoten heb, zoo verbiedt mij mijn geweten,
eene uildading aan te nemen daar te boven is het leven een
te kostbaar geschenk des hemels dan dat ik het zoo loszin
nig op het spel zoude zetten en dat om een' man dien ik
veracht, genoegdoening tc geven." »Uw besluit strekt u tot
eer," hernam ik; «maarIk weet, wat gij zeggen
wiltviel mij Stewart in de redegij wilt mij vragen
wat ik doen zal als d'Egville de bedreiging van dezen er-
barmelijken TViltliorpe gestand doet: ik draag vijflikteekeus
en die zijn eervolle getuigen der diensten, die ik mijn Vader
land bewezen heb. Drie dezer wonden ontviug ik aan boord
der Victorie in den gedenkwaardigen slag van Trafalgar
waar JVelson zijn roemvol leven met de onsterfelijkheid ver
wisselde deze likteekeus zijn te diep, dan dat de hand eeus
ellendigen vechters ze immer zoude kunnen uitwisscken.
Dit zijn besluit was nu wel schoon en mannelijk doch
Stewart mogt geen woord houden een uur na dit gesprek
begaf mijn vriend zicb naar de haven om nog eeuige klei
ne bezigheden af te doen voor hij onder zeil gingen ik be
geleidde hem. NaauweJijks hadden wij voet aan land gezet,
als d'Egville dien wij niet dadelijk bespeurden ons te ge-
moet trad Kapitein Stewart met eene karwas in het gezigt
sloeg op het gereed staande paard sprong en weg reed. Dit
alles geschiedde in tegenwoordigheid van onderscheidene per
sonen en in korter tijd, dan men uoodig heeft om het te ver
halen.
Nooit zal ik den indruk in Stewarts gelaat in dezen oogen-
blik vergeten; deszelfs trekken waren gewoonlijk zoo zacht
en regelmagtig schoon dat men ze volstrekt niet vatbaar
achtte om hevige en gloeijende driften uit te drukken doch
in dezen oogenbtik waren zij door toorn en woede zoo zeer
misvormd, dat de man geheel onkenbaar was geworden; slechts
met moeite gelukte het mij hem naar mijn op weinige schre
den afstand verwijderd huis te brengen, of veel meer te slepen,
waar ik hem dringend bad zich te bezadigen maar zijne woe
de was niet te bedarenmet groote schreden ging hij de kamer
op en neder uitroepingen van toorn en kwaadaardigheid tus-
schen de tanden brommende; plotseling echter stond hij stil
en brak in de woorden uitJa het is besloten met opof
fering van mijn leven, wil ik de wereld van een sluipmoorder
verlossen, en gij riep hij uit, terwijl hij mijne hand kramp
achtig drukte, wilt gij mijn sekondant zijn?" Ik gaf een
toestemmend antwoord, en nu maakte hij mij met zijne gewone
koelbloedigheid, zijn genomen besluit bekend. I)'Egville moest
vallen, maar ook de ondergang mijns vriends was onvermijdelijk.
Het plan was zoo huiveringwekkend, dat ik mijne belofte
om als getuige tegenwoordig te zijn, terug nam. «Hoe"
riep Stewart uit; indien ik mij op twaal f schreden afstands
van mijne partij had willen stellen en hij zeker van zijn schot
ware geweest, dan hadt gij er in toegestemd om mij te verge
zellen en au, nu het gevaar, naar mijn plan, voor beiden
gelijk is, neemt gij uw woord terug? Ik zal een' anderen
sekondant zoeken en ,vind ik niemand die mij deze dienst
bewijstzoo ga ik alleen."
Ik bevond mij in vreesselijke angst; zoude ik een tweege
vecht bijwonen, bij hetwelk beide partijen onvermijdelijk moes
ten vallen of kon ik mijn vriend geheel alleen naar eeno
plaats laten gaan waar hij aan de hinderlaag van den om
zijn slecht karakter bekenden JVilthorpe was blootgesteld. Na
eeuige oogenblikkeu van een' inweudigen strijd willigde ik
eindelijk inaangemoedigd door eene zwakke hoop dat do
wakkere Kapitein misschien het gevaar nog gelukkig ontko
men mogt.
»Ik beu uw sekoudautzeide ik vast besloten. Stewart
antwoordde niets, maar omarmde mij. «Welaan,» sprak hij
op een' vasten toon men moet vier matrozen laten roepen
oui een graf te delven, ruim genoeg, om twee lijken to ber
gen; heb de goedheid mijn laatsteu wil te sclirijveu en mijne
bevelen aan den Luitenant van den Planter over te brengen.
Vergeet het uur niethet is te zes uren en de kampplaats
aan de bogt achter de Iguauua-rolsMet deze woordon
scheidde bij van mij af.
Thans begaf ik mij onmiddelijk naar d'Egvillebij wien
ik op staauden voet werd toegelaten. Ofschoon het reeds twee
uren na den middag was, vond ik hem nog aan het ontbijt;
toen ik binnentrad stond hij op en verzocht mij met hem te
ontbijten; ik bedankte en verklaarde, dat ik eene boodschap
van Kapitein Stewart aan hem te doen had.
«Stemt hij er eindelijk in toe, om met mij te duelleren?»
zeide d' Egville «ik verwonder mij dat een Officier van zijn
rang mij noodzaakt, hem te dwingen zich als een man van
eer te gedragen.s»Gij hebt alzoo het oogmerk van mijn
bezoek geraden, en gij zult u dus op do door Kapitein TVilt-
horpe bestemde plaats laten vinden?» Gij kunt er op re-
keuen.»»Er blijft mij alzoo niets over, dan u de voorwaar-