v.m deze beginselen brengt orde en eensgezindheid te weeg. Verslapping in de handhaving van die beginselen kweekt on rust en tweedragt aan. In eenen liberalen regeringsvorm waarin de Regering de medewerking van het Tolk niet uitsluit, moge er vrijheid gegund worden aan bijzondere personen om ouderwijs to geven die vrijheid blijft altijd aan het toezigt der regering ondergeschikt, en beperkt binnen die grenzen, welke de wet noodig oordeelt ten einde de Regering zonde kunnen nakomen de verpligtingdie op liaar rust, om in alle standen nuttige burgers voor don Staat te vormen. Tijdgeni EUITENLANDSGHE BERIGTEN. OOST-INDIE. in de Pinang Gazette van den 13 Januarij 11. komt liet navolgend berigt voor o O Eenige Maleijersinboorlingen van ons eiland en van de provincie Weiiesleyzijn weder uit de gevangenschap en slavernijwaarin zij gedompeld waren, verlost geworden door de bewerking der Nederlandsche gouvernements-kruisvaar- tuigen. Het aantal personenhetwelk aan het bestuur is opgezondenbedraagt 36. De dankbaarheid die deze on gelukkige menschen welke anders een leven vol onophou delijke ellende zouden geleid hebben voor hen koesteren die de terugverkrijging hunner vrijheid bewerktenmoet onbeperkt zijn. Het is zeer blijkbaardat de Nederlanders niet achterlijk zijn in het ten onder brengen der zeerooverij in de Indische zeeën. De hier bedoelde verrigtingen van de Nederlandsche gouvernements-kruisvaartuigen schijnen met vaste volharding ten uitvoer gebragt te zijn en verdienen den hoogsten lof. Ofschoon wij weinig hooren van hetgeen zij doen toonen deze omstandigheden nogtans dat zij op den weg zijn om de zeerooverij ten onder te brengen." DUITSGHLAND. BERLIJN29 Julij. Tschechde koningsmoordenaar want het mislukken van zijnen aanslag kan hem van deze benaming niet ontheffenschijnt zijn moordplan lang bij zich in den boezem te hebben omgedragenen de zucht om van zich te doen spreken schijnt een der voornaamste zijner drijfveeren te zijn geweest. Nu omstreeks vijf weken geleden verscheen hij onder anderen in de werkplaats van een alhier woonachtig portretteer in daguerreotype en ver langde in eene theatrale houding te worden afgebeeld ten einde zich die houding te gevende hand opgeheven en het oog ten hemel geslagen houdende bestempelde hij zich zeiven met de benaming vanKracht van uit den hooge. Op de aanmerkingdat hij veel gelijkenis had op eenen overledenen geliefden tooneelspelergaf hij ten antwoord dat zulks hem meermalen was gezegd, en na eenige oogen- blikken pozens liet hij hierop volgen: »Op de planken eene rol te vervullen is geene kunstmaar wel om zulks op het groote wereld-tooneel te doen." Aan den portreltcur be loofde hij gouden bergen wantzeide hij geheel Europa zal het portret willen hebben." Zucht tot vermaardheid schijnt hem alzoo ten verderve te hebben geleid. BINNENLAND. 's GRAVENIIAGE3 Aug. Zondag, den 28 Julij, had er op den Hollandschen IJzeren Spoorweg weder eene ge beurtenis plaats, die op nieuw overtuigend doet zien hoe zeer het materieel van den Spoorweg een hoogst naauwge- zet toezigt vorderten welke verbeteringen dit zoo gewig- tig vak nog behoeft. De laatste van Amsterdam afkomende trein die des avonds ten 8 ure van het slation aldaar vertrokken waskwam eerst ongeveer middernacht alhier aan. Naar men zegt zoude dit oponthoud veroorzaakt zijn door het breken van eenen staug aan het excentriek der locomotief Syriusdie zich als sleper voor den trein bevondhetgeennaar het heetnabij de Piei-Gijzenbrug zoude zijn voorgevallen waardoor de trein aldaar plotseling stil stond. Reizigers die zich op denzelven bevonden verhalendat men aan het station ter genoemde plaatse de locomotief niet koude doen stil staantot dat dezelve op eenigen afstand voorbij ge noemde plaats plotseling ophield te werken dat dezelve ten laatste weder in beweging gebragtvoortging tot bij Warmonderhekalwaar hij eindelijk onbeweeglijk bleef staan. Hoe dit alles nu met het breken van het excentriek kan gepaard gaankunnen wij niet beslissenmaar zoo veel is zekerdat men alstoen voorgafdat er geen ge noegzaam water voorhanden wasen dus met beleid moest worden gehandeld waarom men de reizigers uitnoodigde den trein van Warmond naar Leiden voort te duwenwaar na intusschen om eene hulp-locomotief geseind zijnde de zelve eindelijk door den van hier afgezondenen Amstel werd binnen gebrast. O O Vroeger reeds klaagden wij over gebrek aan openbaarheid bij de administratie van den Hollandschen IJzeren-Spoorweg en wij kunnen dit hier slecht herhalendaar naar onze meening het publiek er een zeer groot belang bij heeft te wetenwaaraan zoodanige gebeurtenissen toe te schrijven zijn. Bedroevend is het intusschen, te zien, hoe dergelijke voorvallen zich schijnen te vermenigvuldigendaar dit bin nen korten tijd reeds het tweede van dien aard isen zoo wel in het belang der onderneming zelve als ook vooral in dat van het reizend publiek is het meer dan tijddat hierin, door het bestuur van den Spoorweg, voorzien worde. Wij willen niet spreken van het onaangename dat voor de reizigers gelegen iszoowel in eene zoodanige teleurstelling als in den angst en de ongerustheid der betrekkingen van velen hunner maar hoe kan de administratie van den Spoor weg op vertrouwen van de zijde van het publiek rekenen wanneer men telkens aan dergelijke onaangenaamheden is is blootgesteld Immerswanneer de locomotiven in eenen zoo veegen staat schijnen te zijn bieden zij geen den min sten waarborg aan voor de veiligheid der reizigersniet al leen dat dezelve alsdan even zoo goed bloot zouden kunnen staan aan grootere gebreken die een aantal menschenlevens konden kostenmaarhoezeer men een voorval als dat waarvan hier sprake isals eene beuzeling moge trachten te doen voorkomen is hetzelve echter verre van zonder ge vaar te zijn zoodra zich gelijk bij groolen toevloed van reizigers dikwijls gebeurttreinen achter elkander bevinden dan kan een zoodanig gebrek dat der locomotief van den eersten trein overkomtde schromelijkste gevolgen na zich slepen ook hier zelfs zoude dit zeer ligt het geval hebben kunnen zijn. Z,. M. de Koning zoude met eenen extra- Spoor-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1844 | | pagina 2