ie deelcn jadan beliooren ook wij tot de oppositie. Doch die oppositie bepaalt zicli niet alleen tegen de ziens- en han delwijze Tan het gouvernementmaar ook tegeu alles wat met het welbegrepen belang van het vaderland strijdig is. Wien wij er mede behagen of mishagen wij zullen trachten het goede te bevorderen van welken kant het koine en wat ver keerd is tegengaan. Niemand zal ons hopen wij ooit beschul digen dat wij hooggeplaatste personen ten koste der goede zaak, vleijen, maar wij zullen ons ook niet verlagen om eeuen factiegeest ter dienst te staan dio afbreekt zonder op te bou wen. De dagbladen vermeten zich te veel, als zij uitbazuinen, dat zij do publieke opinie uitdrukken dit kan toevallig zoo wezen maar absoluut is het alzoo niet. Zekerder gaat het dat zij de publieke opinie kunnen leiden en in beweging bren- gen en gaande houden. De dagbladen vervullen de grootsclie taak dio in de oude wereld de Grieksclie en Romeinsclie redenaars op de markt voor hunne rekening namen. De dagbladen zijn niet meer couranten kronijken van den dag; voortgaande met den tijd grijpen zij in op den tijd, en brengen dien in verband met het loven en streven der menschen die er zich in bewe gen. Dit is ook onze taak. Wij hebben ons vaderland lief, iiebben eerbied voor wet en orde, maar juist daarom wenschcn wij dat het den lando welga, dat de regering, die om en door liet volk bestaat, hare hooge roeping getrouw zij en het volk die instellingen niet weigere die het verlangtwaaraan het behoeite heeftwaar door het gelukkig kan worden. Wat aan dien betamelijken wcnsch in den weg staatwij zullen er onze bedenkingen tegen inleggen en de medewerking van zoo velen als daartoe willen bijdragen zal ons welkom zijn. Verre werpen wij van ons weg dat wij daarmede eenen vijandigeu gecsl tegen de regering des lands zouden vertoonen wij heb ben hoogachting en eerbied voor dezelve; maar wij zouden het betreuren indien zij om welke reden dan ook zoo lang het in en buiten de kamer levendig uitgedrukt verlaugen weder stond, tot dat de eendragt zich in partijzucht oploste, en men te laat uit dwaiig moest geven wat de welvaart op het spel zou kunnen zetten. Wij voor ons gelooven dat elk die volk en regering do geschiedenis van 174895 voorspiegelt, een goed werk doet, al moet het ook in oppositie geschieden. ƒ20.000 BEZUINIGING OP DE WERKVOLKEREN VAN HET MARITIME ETABLISSEMENT HILLEMSG O JIJ). Als men het beklag bij de ondergeschikten over buitenge wone gestrengheid in aanmerking neemt, dan mag men Termoe- ilen dat Z. E. de Minister van Maiine bij zijne tegenwoordige inspectie, stol' tot tevredenheid zal gevonden hebben. Aan de vaste hand van den tegenwoordigen Minister van Marine is het te danken, dat de misbruiken (een woord der tegenwoordige bescha ving om een zaak te verzachten die de regtbank als zij er keunis van neemt, niet zacht beoordeelt), dat zeggen wijde misbruiken van vroegere dagen zij n opgeheven. Dit zal den lande vele dui zenden besparen. Te betreuren alleen is het, dat, zooaJsmenons stellig verzekert, de aanzienlijke som van ƒ20,000 opdewerk- volkeren op dit Etablissement zal moeten worden nitgezninigd. Hoe vele huisgezinnen zullen daardoor worden geti'oifen Nie mand zal het gouvernement het regt daartoe betwisten. Maar waarom alleexx op den gei'ingen man den last der bezuiniging geworpen? omdat hij alleen zijnen God kan klagen? omdat hij heen kan gaan als het hem niet aanstaat? wel datzoudexx de heeren Scholten van oud Haarlem de kolonel de Steurs de genexaal Ui es en de kolonel van der Smissen ook kunxxeu doen die eigentlijk niets doen, en de Staat had ƒ27,000 uit gewonnen.. BUITENLANDSCHE B E R I G T E N, ENGELAND. De uitvindingen doen thans reuzenschreden. Te Londen is men er op bedacht geweestom op de spoorwegen het aangename met het nuttige te verbinden. Een ingenieur is. op de gedachte gekomenom instrumentaalmuzijk bij de locomotieven aan te brengenwelke gedeeltelijk door het omdraaijen der raderassengedeeltelijk door stoom in gang gebragt wordt. Men heeft reeds een locomotief, die twaalf muzijkstukken speelt. Het God save te Queendat lang zaam moet voorgedragen worden wordt doorgaans bij het vertrek en de aankomst gespeeld. Nadere bevestiging ver wacht meneven als van den aardschok op Yan-Diemens- landvan het volgende Een Alpenjager in Zwitserland had eenen adelaar gescholen. Toen hij zich van het dier meester wilde maken verweerde het zich en pikte met zij nen scherpen snavel den jager een oog uit. Een artsdie wegens zijno handigheid hekend iskwam op de gedachte, om het vei'loi-en oog door een ander te herstellen en wel door een oog van den adelaar. De stoute proef gelukte het adelaarsoog groeide zoo volkomen in de oogholte van den jager vastdat deze zich gelukkig achtde ruiling gedaan te hebben ofschoon zijn gezigt een zonderling voor komen verkregen heeft. De scherpheid van zijnen blik is zoo verbazend dat hij op de hoogste bergen de in de dalen voorkomende menschendie zich aan zijn ander oog als punten voordoen naauwkeurig kennen kan. Jl. Maandag heeft in de nabijheid van Merryclose (graaf schap Northampton) een vuistgevecht plaats gehad tusschen zekeren Frederik Fitzhugh en den bokser Cumherpath om te heslissen wie van heiden do sterkste zoude zijn. De prijs der overwinning hestondj in tien shillings. Het gevecht heeft een uur geduurd. De overheiddie door hare tus- schenkomst het gevecht wilde doen eindigenis door de omstanders, die rondom de boksers eenen digten kring vorm den, daarvan weerhouden. Frederik Fitzhugh, een' laat- sten slag van zgne tegenpartij hekomen hebbende, is geval len om niet weêr op te staan. Het lijk is door de policie- beambten weggevoerd, die, op het oogenblik van het eindigen der bokspartijter plaatse waren aangekomen. De vader van het slagtoffer bevond zich in den kring der omstandex-s, en toen men hem vroeg waarom hij niet trachtte het ge vecht te doen eindigenantwoordde hij dat hij liever het lijk van zijn' zoon zou wegdragen, dan hem te raden, den strijd op te geven. De jury van onderzoek heeft tegen dezen barbaarschen vader tegen Cumherpath den overwinnaar en tegen acht andere personen, die zich onder de omstanders bevondeneen Terdicl van vrijwilligen moord uitgesproken, FRANKR IJ K. PARIJS6 Aug. Eene omstandigheid schijnt het kabinet der Tuilleriën aangemoedigd te hebbenom tot openlijke vijandelijkheden tegen Marokko over te gaan. Ten gevolge namelijk van de nota'sgewisseld met verschillende hoven van den tweeden rang als van Stockholm Koppenhage 's Gravenhage en Napelsheeft het zich verzekerddat al die hoven wenschlen, dat Frankrijk Marokko te regt sielde, en hetzelve noodzaakte de te Tanger wonende Christenen met meer gelijkheid dan vroeger te behandelen. Er is geen dezer hoven, dat niet eenige belangrijke grieven tegen Ahd- el-Rhaman heeften de minste zelfs hebben eskaders ge zonden voor de havens der barbarijsche kustenom hunne landgenooten le beschermen. Men voegt er zelfs hij dat

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1844 | | pagina 2