SSHSEF3TXJDX3TOS3ST.
(Bcmengbc $3crtgfc«.
het verloonen van zijne kunsten werkzaam wasen als al
tijd zijne slang aanbad hield hij dezelve welligt te sterk
in beide handen gekneld en zoo digt bij zijn aangezigt
dat de slang (slechts eene gewone hei-slang) hem eenig
vocht in den mond spoot. De wildeman het gevaar ken
nende waarin hij daardoor verkeerde maakte dadelijk een
groot misbaaren liet ijlings heelkundige hulp inroepen
terwijl zijne wang van binnen en van buiten en vervolgens
zijn gebeele aangezigthals en borstverschrikkelijk op
zwollen. Inmiddels trachtte men door wrijven en wasschen
het gevaar af te wendentot dat de heelmeester verscheen
die door eene bloedontlastingdoor snijdingvooral van
biunenhem eenige verligting aanhragt. Deze gaf zijne
verwondering te kennen over het verschil in kleur der bei
de wangenen nu verklaarde het zichdat de wildeman
niets anders wasdan een zwart gemaakt matroosdie zich
verontschuldigde met te zeggen dat men toch wel iets
moet aanvatten om op eene eerlijke wijze aau den kost
te komen. Hij is thans hersteld en gaat voort bezoeken
af te wachtenof hij zijnen afgod nog even vurig aanbidt
is ons niet bekenddoch wij hebben reden dit te betwijfe
len immers men zegtdat hij de slang zou gedood hebben.
BURGERLIJKE STAND.
Gehuwd P. A. Hellegers en G. Bakker. L. Verhagen en J. Zeeman.
J. Hopman en C. M. de Wit. P. Kloppers en C. de Vries.
Bevallen T. Amiabel geb. de GraafD. G. Cornelisse geb. Smit
D.
Overleden W. A. Stoun 14 j. J. van Leijen, 9 m. C. Hillen,
5 m. C. M. Heeres 1 m. R. Veen 10 m.
UITTREKSEL UIT DE
Nieuwediep 16 Sept.Schenk Ida en Cornelia Suriname Meriel,
Caen en Tippema van Londen niets uitgezeild de wind w.
17 Sept. niets binnengekomen doch gisteren Almgren Gustav
Ware van Newjork en uitgezeild Valk KonstantinopelJongehloed
Livorno en Benoit naar Nizza de wind w. tot n.
18 Sept. binuengek. de Haan Cardill'; Ouwehand HuilNavier
Stokton Cathpoole Sunderland; Falkenherg en Jager, beide van Riga,
gisteren nog Jongebloed Nizza; Aubert en Billard beide van St. Va-
lerieJenssen Caende Boer Newcastle en van Rehn van Huilen
uitgezeild Hofman Henrietta Klazina Batavia ZaalGoode Vrede
Suriname; RodiMessinaRodriguezBilbao; Pronk en Tippema, beide
naar Londen en H. Rozema naar Huilde wind n. o.
20 Sept.binnengek. Visser Fiume en T. Smith van Londen gis
teren nog FlorenaessCaenPeters en Hooland beide van Dantzig en
uitgezeild Rademaker Jaennette Philippine Batavia Kroon Nantes
de Roos Londen Engelsman HuilRoberts Mutel en Mills alle 3
naar Sunderland Clark Newcastle Bartels PeterburgBerg Muller
en Eyde alle 3 naar Drammen en Goosens op avontuurde wind o.
De prins van Joinville staat op het puntom weder naar
Frankrijk terug te keeren. Er wordt vermist eene jufvrouw
van 53 jaarzij was met de schuit van Rotterdam naar
Delft vertrokken. Het paleis van Z. M. onzen geëerbiedig-
den koning wordt aanmerkelijk vergroot en verfraaid. Er
wordt tegen een gering loon eene goede keukenmeid ge
vraagd. De vrede van Frankrijk met Marokko is geleekend.
De Israëliet Abraham Elbinger heeft eene joodscbe kolonie
gesticht. De aandrang bij de heilige rok is groot. Hugo
en Jan Pieter Cornetz de Groot zijn bij den Nederlandsche adel
stand ingelijfd. Tot levenslangen dwangarbeid tentoonstel
ling en brandmerk veroordeeldPetrus Albertus Mintjes.
Er wordt gevraagd een huisbewaarder gedurende de win
termaanden. De generaal Espartero ex-regent van Spanje
wordt in de volgende maand op zijne reis naar Italië te
Parijs verwacht. Te Londen slapen des nachts meer dan
22,000 menschen onder Hooibergen en tenten. Z. M. is
weder op reis naar Tilburg. De vooruitzigten op den wijn
oogst zijn treurig. De koningin van Engeland wordt in de
brieven van de keizer Marokko eene vervloekte tooverheks
genoemd. De Amsterdam hebben zich wespen vertoond.
FEUILLETON.
PATER URBAAN OF DE GESCHIEDENIS YAN EENEN
EERLIJKEN JESUITEENE RARITEIT.
Al wie voor 100 jaren te Ingolstad kwam bezocht ook het
kabinet van rariteiten toebehoorende aan pater Urbaan. In
hetzelve was een chaos van uitrustingen klecdingslukken van
vreemde volken derzelver gereedschappen en wapenen anti
quiteiten, opgezette vreemde dierenschilderijen, instrumenten,
ja zelfs een stuk van de hersenpan vau den even beruchten
als beroemden Cromwelldat de hertog van Marlborough
hem ten geschenk gegeven had. Merkwaardiger evenwel dan
het kabinet was deszelfs bezitter, pater Urbaan zelf; want hij
was een Jesuit. Dit nu zou in dien tijd niets bijzonders ge
weest zijn. Maar hij was ook een eerlijke Jesuit, en dat wilde
toenmaals veel zeggen. De man was een rariteit zoo als zijii
kabinetwij zullen gaan verhalen waarom en hoe het zoo veel
wilde zeggen dat hij eerlijk was.
Pater Urbaan was vele jaren lang biechtvader van Keurvorst
Johann Wilhelm van de Palts en van wege zijne kennis en
niet het minst om zijne eerlijkheid de lieveling van dezen vorst.
De keurvorst had zoo als velen in dien iijd een groote lief
hebberij voor alchijmie en de pater Terzainelde gaarne curio
siteiten. Dewijl men dit wist, en de betrekking kende, waarin
de pater tot den vorst stond, zoo zocht ook ieder, die bij dezen
iets te vragen had den biechtvaderdoor hem de eene of
andere rariteit aan te biedenvoor zich te winnen. Langs
dien weg had pater Urbaan een tamelijke uitgebreide collectie
zamengebragten daar de keurvorst ook nog bovendien verza
melde zoo vermaakte hij hem bij zijn afsterven wat hij van
dit soort bezat, en pater Urbaan kwam alzoo in het bezit van
een aanzienlijk kabiuet vau curiositeiten.
Inmiddels had de keursvorst ook nog op eene andere wijze
voor zijnen vriend gezorgd en voor zijnen dood bij den Jc-
suilen-Generaal eene dispensatie uitgewerkt krachtens welke
de pater, na het overlijden van den keurvorst, in een collegie
naar zijn eigen welgevallenvrij van de gewone discipline
koude leven. Na den dood van zijnen beschermheer zette zich
de pater in het Jesuiten-collegie te Landshut nederrang
schikte aldaar zijne zeldzaamheden in meer dan zeven kamers,
beoefende natuurkundige wetenschappen en was bij iedereen
zoo om zijne kennis, als om zijnen aangenamen omgang gezien
en bemind. Alleen zijne ordebroeders konden hem niet dul
den want hij ging door voor een schrander man, zoo als zij,
en bovendien voor een eerlijk man dat zij niet waren. Een
enkele maal echter schijnt hem de in het hofleven geoefende
schranderheid begeven te hebben; hij sloeg nameutlijk om
te disputeren de volgende Thesis aan
»quid sit Jesuita neino scit nisi qui fuit ipse Jesuita."
(wat een Jesuit zij, weet niemand, behalve hij die zelf Jesuit
is geweest.) Dit berokkende hem ineuigen vijand onder zijne
broeders. Nog meer evenwel werden zij om een armenhuis
verbitterd. De keurvorst nameutlijk had in Holland ongeveer
180,000 gulden subsidie-gelden reeds sedert zoo langen lijd te
vorderen dat hij ze voor verloren schuld aanzag en liad er
meer dan eens in dien zin met pater Urbaan over gesproken.
Welzoo zeide deze eens als uwe doorluchtigheid er zoo