niet bij den dag en bij het jaar geregeerdmaar in vredestijd de gebre ken der Staatsregeling verbeterdmen had Nederland niet in eenen toestand geplaatst, waarin men Fransche hulp inriep tegen een goedwil lig en deugdzaam Vorst. De liefde yan eene Natie tot bare staatsinstel lingen is het krachtigste bolwerk Tan de onafhankelijkheid yan eenen Staat; maar hoe kan eene Natie yoor eene Staatsregeling liefde en eerbied koesterenwaar de meest conserratieyen zelve erkennen moeten dat in de gewigtigste bepalingen yerandering en yerhetering mogelijk zondeu zijnen waar iederdie eerlijk en naauwgezet oordeeltdagelijksche afwijking opmerkt God behoede ons Vaderland dat het immer weder in eenen toestand gerake als in 1795. Geene Grondwetsherziening, wanneer zij tot zulk eenen duren prijs moet gekocht worden en echtertot waarschuwing moet het gezegd en herhaald worden, zoodanige toestand wordt op nieuws voorbereid door hen die eene Grondwet onyeranderd willen behouden welke voortdurend onbestaanbaar is met de maatschappelijke behoeften. Maar er is nog een andereen meer dreigend een nader gevaar wanneer men de herziening der Grondwet elk jaar verschuilt. Het is te lang verschovenwanneer de Grondwetsherziening zal plaats hebben als eene concessie aan eene felle oppositie, onder omstandighedenwaar onder men gedwongen wordt toe te geven aan ültramontaansche en De mocratische eischen. Nederland levertontkend kan het niet wordenvele elementen op voor eene Union-Catholique libérale. Tot heden zijn alle pogingen die met tot zoodanige coalitie heeft aangewend vruchteloos geweest. De TJi— tramontaanscha partij en de Anarchistische rigting zijn op het oogenblik niet als volwassene krochten te vreezen. De volteekening van de Leening nit de Wet van 6 Maartisbehalve hare financiële voordeelen in vele opzigten een triomf geweest op hendie eene omwenteling hegeer den of te goeder trouw door hunne beginselen er toe medewerken. BUITENLANDSCHE B E RI G T E N. DUITSCHLAND. BERLIJN 3 Oct. Men meldt uit Kuenheim (departement van den Bovert-Rijn) de volgende bijzonderheden Wij hebben op drie mijlen afstand van Colmar in de ge meente van Kuenheim eene maatschappij van convulsion- naireswelke van de 12de eeuw dagteekent. Deze maatschappij bestaat uit 30 of 40 ledenmannen vrouwen en kinderen bijna allen daglooners en arme lie den. Zij vergadert driemaals 's weeksdes Woensdags en Zaturdags van 8 tot 11 uren des avonds, des Zondags van 2 tot 11 uren of middernacht. Wij hebben de volgende bij- zonderbeden van een ooggetuige die alle geloof waardig is. Deze partij houdt hare vergaderingen in eene beneden zaal ten huize van het opperhoofd. Deze is een weinig vermogend landbouwernog jong en die zich altijd door zijne godsdienstige opgewondenheid heeft doen opmerken. Op de tafel ligt een opgeslagen bijbelwaaruit het opper hoofd met luider slem aan de vergadering voorleest die ron dom hem overeind staat of gezeten is. Deze voorlezing geschiedt op eenen plegligen toon eerst in het Duitscb, de eenige taal die de vergaderden begrijpen; vervolgens in eene brabbeltaaldie voor de toehoorders en zelfs voor den redenaar onverstaanbaar is. Indien gij, na de bijeenkomstaan het opperhoofd vraagtwelke taal hij ge sproken heeftzal hij u antwoorden dat het dan latijn dan hebreeuwsch was, dat hij noch latijn, noch hebreeuwsch kentmaar dat hij op die oogenblikken door een' Godde- lijken geest is geinspireerd die hem eene taal naar wille keur doet spreken. Naarmate de brabbeltaal van den rede naar snellersterkeren duidelijker wordtmort de ver gadering maakt geraasen begint eindelijk te brullen en op zulk eene verschrikkelijke wijze te huilendat men hen In het naburig bosch hoortop meer dan een kwartier uurs afstand. Te midden van deze opschudding, staan de vrouwen op, (bijna altijd de jongsten) slaan hare armen boven het hoofd draaijen op de hielen omen gillen op eene wijze dat men haar boven al dit woest gelier uit hoort. Vervolgens maakt eene plotselijke beweging zich meester van baar geheel lig- chaam, en zij vallen als uitgeput neder. Meisjes van twaalf tot vijftien jaar zijn mede met aanvallen van opgewonden heid behebtwanneer deze vrouwen weder zijn opgestaan beginnen zij na verloop van tien minuten te dansente zin gen en te lagchen, doch zenuwachtig, als in dronkenschap de dans ea zang zijn ongebonden en schaamteloos, de oogen schitteren en de tranen biggelen op do wangen van deze ongelukkigen. Dit schouwspel heeft iets droevigs, iets tref fends. Op dat oogenblikhad ik lust om te schreijen zeide de persoon die zulks had bijgewoond. Gedurende deze verschrikkelijke verwarringbewaart de redenaar de bedaardheid vaii een geinspireerd opperhoofd. Hij treedt te midden zijner leerlingen, op het oogenblik dat de opschudding bedaartdiegenendie een weinig door de vermoeidheid verzwakt zijnnaderen hem dan. De digst gekomenen buigen zich voorover en raken hem met het hoofd aan anderen met de handaan eenigen gelukt het slechts hem met de toppen der vingers aan te raken. Aldus omringdbegint hij zijne brabbeltaal en gebaren weder draait op zijne plaats rond en doet de omstanders insgelijks ronddraaijen. Na verloop van 5 minuten verdubbelen de aanvallennieuwe stuipen overmeesteren do vrouwenen deze walgelijke tooneelen duren iederen zondag negen a tien achtereenvolgende uren en zelfs tot laat in den nacht. Vele personen bewerendat de welvoegelijkheid niet al tijd in deze bijeenkomsten in acht wordt genomen vooral des avonds. Klagten zijn daaromtrent aan het parket van Colmar ingebragten wij welen dat een onderzoek plaats gehad heeft. ENGELAND. LONDEN, 7 Oct. Men meldt uit Falmouth van den 5 Oct: Gisteren is in deze haven binnengekomen het schip Ara- chirekomende van Sidney Nieuw Zuid-Wallis, van waar het den 6 Junrj naar Londen vertrokken is. Het heeft hier deszelfs brieven en passagiers ontscheeptonder welke zich de Luitenant Rose van II. M. Corvet Hassard bevond, met belangrijke berigten voor het gouvernementbetrekkelijk eene nieuwe beleedigingwelke den 4 April jl. door den Kapitein Brautbevelhebber van Otaheite aan de Engel- sche vlag is aangedaan. Naar wij hebben vernomenhad de HassardKapitein Bellop deszelfs overtogt van de Sandwicli-eilanden naar de Sidneyinstructien van de zijde van Admiraal Thomas van Z. M. schip de Dublinom Otaheite aan te doen met depêches voor den Engelschen Consul ad interim. Tevens had Kapitein Bell bepaald bevel, om geene Fransche au toriteiten in de vervulling zijner zending te erkennen. Dien ten gevolge had de Hasard Otaheite aangedaan en en eene boot met 4 man en den Luitenant Bosenaar de op de reede geankerde Engelsche brik Basilic gezonden

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1844 | | pagina 2