deze boot werd door eene groote gewapende sloeptot een der Fransche fregatten behoorende aangehouden. De offi cier die er het bevel over voerde verklaarde dat hij be vel had de Engelsche boot en deszelfs ekwipaadje naar den Kapitein op te brengen. De Luitenant Rose protesteerde hier tegenmaar de Fransehenzich gereed makende ge weld te gebruikengaf de Luitenant Rose zijn degen aan den Franschen officier over en zeide dat hij zich als zijn gevangene beschouwde. De sloep begaf zich onmiddelijk naar boord van het fregat de Chartede Engelsche boot op het sleeptouw medevoerende. De Luitenant Rose werd verzocht aan boord te komen. Na eene beraadslaging van twee uren tusschen de officie ren van de Chartegaf men aan Luitenant Rose zijn' de gen terug en veroorloofde hem naar zijn boord terug te kee- ren op zijne vraag naar eene verklaring en excuses bekwam hij ten antwoord dat daartoe geene aanleiding wasen dat de communicatie met het land verboden was. Bij de terug komst van den Luitenant Rose aan boord van den Hasard vertrok deze Korvet onmiddelijk naar Sidney en wij vernemen dat Luitenant Rose opzettelijk naar Europa is teruggekeerd, om zelf aan de admiralireit de depêchesal de bijzonder heden dezer zaak bevattendemede te deelen. Bij het vertrek van den Hasard bevonden zich te Otaheite de Urainede Charteeen derde Fregat en het Stoom schip Phaëtoneen ander Fransch Fregat lag geankerd voor het Schiereilandwaar een gevecht tusschen de Franschen en Otaheiters had plaats gehad. Men telt onder de Otahei- tische troepeneen honderdtal Europeanenwaarbij ver scheidene artilleristen.. De Hasard heeft de Zeemans-eilanden aangedaanom hout en water in te nemen. Terwijl het bij dien Archipel ten anker lag had er te Tootooilah eene vergadering der voornaamste hoofden plaatsin welke de Koning voorzat. De uitslag derzelve washet aannemen van een adres aan Hare Britsche Majesteitom hare bescherming te vragen voor hen en hun volken dat zij haarals bewijs van konink lijke gunst, eene zinnebeeldige vlag zou geven, de aan hechting aan Engeland aantoonende. De inboorlingen dezer eilanden schenen zeer te vreezen voor een bezoek van de Franschen maar zij hadden besloten liever te stervendan hen toe te staan hun land in bezit te nemen. BURGERLIJKE STAND. Gehuwd geene. Bevallen B. W. Klein geb. KohnhorstZ. M. J. Smits geb. Blom, D. J. P. R. Fockens geb. Elsevier, D. A. Veen geb. Kok Z. A. Kikkert geb. Rijkers Z. C. Bethlehem geb. HartogD. A. Witlam geb. BregtD. SI. Schmidt geb. Elias D. J. Gal, Z. Overleden W. C. Henkes 11 w. Doodgeboren 1. Een Onbe kende Drenkeling. UITTREKSEL UIT DE Nieuwediep 7 Oct. binnengek. Backlund Helios v. Batavia Sic- kens Lewe van Nyenstein v. Tjilatjap Roos Otto v. Newjork Boes- sel V. Caen Senechal v. Havre n. Hamburg als bijleggerCarvalle v. St. Yalery Smit v. Hartlepool Ekamp en de Jonge beide v. Sunder- land Pippert v. Newcastle Boyson en Krohn beide v. Arcbangel en Bradhering v. Rigagisteren nog Slenkmanjimstel v. BataviaOlsson Éclair v. Babia en uitgezeild Boontjes, Barheid en Disney, alle 3 naar Londen de wind n. w. 8 Oct.binnengek. van DuinIfaterloo v. Batavia en Bakker v. Lon« den gisteren nog Jahnholtz v. Archangel en uitgezeild Canham Ap- pletonSmith en Stegengaalle 4 n. Londen Meriel en Aubertbeide n. Sunderland de wind w. n. w. tot z. z. w. 0 Oct. binnengek. Remkes Carolina Johanna v. Batavia Singer Koning IKillcm v. Suriname Cousins v. Londenen uitgezeild Abra hams en Bruchts beide n. Gibraltar SI. Ouwehand n. LisbonC. Ou» wehand, P. Yisser, Hoeksma, Ellens, Koning, Schippers en Schreuder, alle 7 n. Huil, Schill n. Sunderland, J. Watson en Listerbeide n. Newcastle Ketelböter en Stiller beide n. StettinJ. Olsen n. Osterri- soer J. L. Holst, O. Holst, Torgersen en Gundersen alle 4 n. Holrn- strand Scblytter H. Olsen LundArcesen en Christophersen alle 5 n. Drammen en de Jong op avontuurde wind o. ten z. 10 Oct., binnengek. Silven, Nadesclida v. Newjork en uitgezeildKruse n. Kopenhagen en Guldenarm n. Londen de wind z. tot z. w. (y»cmc«0bc Bcvtsjteu. Te Warschau heeft men hij den herhouw eener kerk binnen hare muren 6 mill. oude Poolsche guldenstukken gevonden. Lodewijk Philips wordt ridder van de kouseband, waar kan een mensch op zijn ouden dag al niet toe komen? J. C. SmitJ. G. Klumper en H. Romijnhebben kwijt-» schelding van de straffe des doods gekregen. Te Madrid bestaat een zekere Portiilo welke zijne 1204de adres aan de heer Pidal ingediend heeft, welke alle aan het ministerie van binnenlandsche zaken bewaard zyn. Koning Otto van Grie kenland, heeft bij het openen der Nat. vergadering eene in het oog loopende onverschilligheid van het Atheensche publiek ont dekt. Te Haarlem heeft bij een drogist eene noodlottige vergissing plaats gehad waardoor twee kinderen van acht en negen jaren overleden zijn. De heer Guizol heeft ten ge volge van een ontijdige purgatie een hevig kolijk gehad. Het aantal krankzinnigen neemt te Parijs schrikbarend toe. Na dat de eerste bokking te Scheveningen aangekomen was, is ze dadelijk verkocht. De drukke avondwandeling tusschen de oude en St. Hipolitus kerk te Dolft heeft geene resulta ten opgeleverd. De geïllustreerde courant mist zijn hoofd. De WelEd. zeer gel. heer P. H. Suringaris tot hoogleer aar in de geneeskunde te Amsterdam benoemd. Gedurende twee eeuwen zijn de oudste zonen der koningen van Fran krijk door den dood belet om aan de regering te komen. Benoemd tot lid van de eerste kamer L. F. C. Ridder van Rappard. Gelukkig dat er eene eerste is voor hen die in de tweede niet meer te huis behooren. FE FIIEETOJ. WAARBORG-MAATSCHAPPIJ YOOR DEN ROEM EN DE ONSTERFELIJKHEID. Vervolg en Slot.) «Ziet gij nu, wat ik met u Toor liad?» vroeg hij. «Ik heb het stukvervolgde hij voor ditmaal anonyni laten verschijnen: dan vraagt mendan gist men, meu fluistert: wanneer gij ergens verschijnt wenkt meu elkander toe en- zoo doende hebt gij x'eeds een' naam gemaaktzelfs eer gij nog uwen naam aan het publiek ten beste geeftlaat mij daarvoor zorgen, uw roem is op het spel van gevestigd te wor den.» Ik stond als aan den grond genageld en het was mij tevens alsof ik bij mijne haren naar den hemel getrokken werd. Hij zag mijne verlegenheid, eu zeide: «Kom, de zedig heid is wel eene zuster der verdienstemaar men moet do zedigheid niet te verre drijven of men geeft der daar tegen over staande vermetelheid te veel voet; wij zullen het kort

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1844 | | pagina 3