11 Nov. niets gepasseerd de wind w. z. w. tot w. n. w. hard.
12 Nov. binnengek. Z. M. fregat Jasok kapt. luit. Bouricius en Z. M.
brik Siteikeid luit. Eeg beide Tan Gibraltar laatst van Duins Vol
kersen Java Courier v. Batavia, Vally v. Newjork, Engelsman v. IIull,
Grey v. Londen en AVygers van Dantzig als bijlegger naar Antwerpen.
Niets uitgezeild de wind w. ten n. tot z. z. w.
13 Nov. binnengek. Guldenarm v. Londen Ouwehand v. Huil en
van Aken v. Sunderland en uitgezeild Winther n. Brammen de wind
het kompas rond.
14 Nov., binnengek. de Groot, Jacoba v. Suriname, Svensen v. New-
bedford Schreuder v. Huil, Bakker v. Ilartlepool, Croueil v. Sunderland
en Zeven v. Pillau gisteren na posttijd Bik en Ekamp beide v. New-
castle en Akenson v. Sunderland. Niets uitgezeild de wind w. n. w.
15 Nov.binnengek. Parraa de Stad Zwolle v. Suriname laatst van
Portsmouth Rotgans v. Newcastle Williamson v. Sunderland Visser v.
Seabam Smit v. Bergen gisteren na posttijd Goosens v. Seaham de
Boer v. Sunderland en Beerta v. Newcastle. Niets uitgezeild de wind z. w.
F E IT I Ij L E T O w.
DE VEROORDEELDE.
I.
Robert Linan dreef te gelijker tijd landbouw en handel.
Nog voer dat hij mondig was, huwde hij een jong meisje met
uitstekende hoedanigheden die hem uit grond des harte lief
had en hem verscheidene kinderen schonk. Geen vader kon
Toor zijne kinderen meer over hebben dan Robert IJinan en
deze aanbaden van hunnen kant den dierbaren vader. Robert
was wel geen wijsgeer maar hij zag toch volkomen in dat
men kinderen beter door zachtheid dan met gestrengheid op
voeden kan, en men moest het toestemmen, zijn gelukkig ge
zin was een voorbeeld van liefde, eendragt en welwillendheid.
Geruimen tijd gingen Roberts zaken glad van de hand daar
kwam de handelkrisis van 1831 cenige ondernemingen van
onzen koopman mislukten eene oogenblikkelijke verlegen
heid meldde zich aan.
Reeds sedert jaar en dag bragt Ernst Trevilleeen jong
advokaat uit eene nabij gelegen stad een gedeelte van zijne
vacantie op een landgoed door dat aan het eigendom van Ro
bert grensde, en dikwijls, als deze bij zonnen-ondergang aan
de poort van zijn tuin in den kring zijner familie zat slapte
hij over, om met den schranderen koopman een gezellig on
derhoud aan te binden zoo ook op een zekeren avond van
cenen zwoelen Augustusdag. Staande den maaltijd die in de
open lucht in het voorbijgaan van de maaijers die van het
veld terugkeerden gehouden werd bragt do knecht de dag
bladen en net gesprek kwam natuurlijk op de staatkunde van
den dag men sprak over de glansrijke hoop op geluk enjvrij-
heid die thans na den triomf des volks zich algemeen zou
openbaren. Men verwijlde langer als anders onder den blooten
hemel. De nacht was frisch en aangenaam en de maan ver
spreide haien beliagclijken glans over het landschap. Robert
l)inan scheen echter niet zoo gelukkig als wel anders hij
was sil en afgetrokken en slechts de teerhartige liefkozingen
van zijne oudste dochter kon een vlugtigen glimlach over zijn
gelaat lokken. Maar Maria was ook een allerliefste kleine
meid En toch was het smartelijk Robert aan te zien die
zich geweld aandeed om over de invallen van dit vijf of zes
jarig kind te lagchen dat eindelijk uit de bekommerde hou
ding van haar lieven vader zijne ontstemming herkende.
Uit enkele uitdrukkingen, die Robert ontvielen, giste Ernst
den grond van zijne droefgeestigheid. De gade van den braven
handelaar had nog immer goede hoop maar de zaken gingen
slechtde regten van invoer waren met een derde verhoogd
Robert had eenige wissels in te lossen en de kapitalisten on
trokken hun vermogen aan den arbeid en de industrie. Een
geruimen tijd kampte Robert tegen deze ongelegenheid maar
te vergeefs zag hij naar middelen uitom zijnen val voor te
komen. De arme is immer verlaten als het ongeluk hem
genaakt. Ten einde een onleerend bankroet te ontwijken liet
Robert alle zijne bezittingen aan zijne schuldeischershen»
bleef niets over als een vierde gedeelte van het huis dat hij
bewoonde en het gebruik van eenen kleinen tuin in welken
hij na de Julij-revolutie eene tabakskweekerij had aangelegd.
Weldra nam hij zijne toevlugt tot dit laatste hulpmiddel. Toen
de honger uit de vervallene wangen zijner kindereu sprak
toen hij de geheime smart zijner vrouw die hem nog steeds
opbeurde en vertroostte zagkon hij het besluit niet langer
weerstand bieden, om geld te schaffen eu zijne kinderen, wier
zwakke stem om brood riep, levensmiddelen te bezorgen: hij
trok tabaksplanten uit, en verkocht tegen de wet, een gedeelte
van zelf toebereiden tabak voor lagen prijs bood hij ze aan
en kreeg op deze wijze geld. In het bezit van eenige geld
stukken geloofde hij zijn geluk weder gevonden te hebben
en zong en danste van blijdschap. »Hier kinderen!" riep hij
uit en wierp het geld op tafelthans hebt gij brood ziet
mij niet zoo verschrikt aanwees opgeruimd mijn lieven
wat ik zeg is waar, gij zult van nu af te eten hebben. Kom,
lieve vrouw neem maar aan eu slaat nu goed in wat gij
noodig hebtgij zult niet langer zoo bleek en verhongerd uit
zien,--en zoo gij een goede vrouw zijt, haal mij dan een glas
brandewijn ik ben een heel ander mensch en gij Marie
mijn duifje kom eens hier en geef mij een zoen."
Helaas! dit nieuwe geluk was niet lang van duur. Ook an
dere boeren volgden het voorbeeld van Robert. Als tabaks
planters geloofden zij dat het wettig regt van eigendom in
hun voordeel sprak ,-Treurige dwaling De agenten van den
fiscus verschenen weldra in grooter aantal in de gemeente zij
waren van plan de tabakskweekerijen te verstoren. De dorps
bewoners boden tegenstand twee dienaren van de administra
tie vielen in den strijd en Robert werd als derzelver moor
denaar aangewezen.
Toen Koning Philippus eens dronken zijnde, op zijn reg-
terstoel ging zitten om de zaak van eene vrouw te regten
riep deze overluid ik appelleer. Het volk dit hoorende be
spotte haar en zeiden tot wicn wilt gij appelleren dit is im
mers de Koning zeiven. De vrouw sprak Ik appelleer van
den Koning die dronken is tot eenen nuchteren Koning
want hoe zoude iemand regt kunnen spreken die overladen is
van den wijn
De oude Cato zeide eens tot zijne vrienden dat hem drie
dingen in zijn leven berouwden. Het eerste was dat hij ge
heime dingen aan zijne vrouw geopenbaard had het tweede
dat hij over water gereisd was waar hij over land had kun
nen komen en het derde dat hij een dag had laten voorbij
gaan zonder wel of goed gedaan te hebben.
De koning Dionijsins verdiende binnen Corinthe den kost
met schoolhouden nadat hem zijn rijk ontnomen was. Rio-
(jenes hem ontmoetende vroeg hem waartoe hem nu al de
philosophie van Plato gediend had waarop hij antwoordde f
opdat ik zulke groole veranderingen der fortuin met geduld
verdrage.
Socrates veranderde nooit van aangezigt of wezen wat on
gelijk men hem ook aandeed, alzoo dat men ziende niet kon
oordeelen of hij redeu had zich te verblijden of te bedroeven.
De philisoof Crates nam al zijne rijkdommen en wierp ze
in de diepte der zee zeggende ik wil liever u versmoren
als door u namaals in ecu eeuwig verderf versmoort te worden.
Uitgegeven bij C. BAKKER Bz. te NieuweDiep.
Gedrukt bij G. GILTJES Helder.