Qthvevtcntiên.
FEirninroj.
Daar er op Maandag den 16 e. k. juist een vijfde van eene
eeuw verloopen is sedert liet groot Noord-Hollandscli Kanaal
als het ware met de wereldzee werd vereenigd en hetzelve
door doelmatigheid en nuttigheid de stoutste verwachtingen
overtroffen heeft en deze plaats met gezegd Kanaal in liet
naauwsto verband staat kwam mij in gedachte of het ook
doelmatig geacht zou kunnen worden het nevens gevoegd
stukje uit de Alkmaarsche Courant van den 27 Dec. 1824 in
het Heldcrsehe Weekblad van 16 Dec. e. lc. te plaatsen.
Uit de Alkmaarsche Courant van den 27 De.c. dSt-l
Alkmaar den 25 Dec. 1824.
ii ii L n E
aan den Hoog Edele Gestrengen Heer J. Blanken Jansz.
Staatsraad Inspecteur Generaal van 'sLands Waterstaat enz.
enz. bij de Opening van het Groot Noord-Kollandsch Ka
naal op den 16 Dec. 1824.
Blanken ja het is voldongen
Schoon ja schoon is 't pleit beslecht
Alle harten alle tongen
Doen aan Uw verdiensten regt.
't Driest vooroordeel ligt gebreideld
Yuige laster zit verzuft
Helsche listen zijn verijdeld
Door Uw kund' en moed verbluft.
Daar waar men voor twee drie jaren
'tWolrijk schaap en melkrijk vee
Hunne zuiveleu zag vergaren
Yind men nu den weg naar zee.
Wie wie stond niet opgetogen
Toen Bellona 'sLands Fregat,
Yoor de nog steeds weif'lend oogen
Zeewaarts trok door deze Stad.
Toen Christina Bemadina
Zwaar belaan hier binnen kwam
'tEerst den nieuwen weg van Java
t'Huiswaarts keert naar Amsterdam.
Schoon ja schoon is 't pleit voldongen
Eer zij Blanken's grootsch beleid
Alle harten alle tongen
Koemeu Blanken1 s werkzaamheid.
M.
KUNSTENAARS-JUA ARDE.
Spanjes oppermagtige Alleenheerscher Karei V betrad Jta-
liens bodem. De roem vati ïitiaan was ook lot hem doorge
drongen en de arbeid van dezen voortreffelijken kunstenaar
had den keizer zoodanig getroffen dat deze Titiaan uitnoo-
digde zijn ('s keizers) ai beedsel te malen. Gewillig voldeed
de kunstenaar aan deze vereerende opdragt. Kareiomringd
door eeneu schitterenden stoet van zijne riiksgrooten plaatste
zich voor Titiaan. Deze vangt zijnen arbeid aan; doch te
midden daarvan ontvalt hem zijn perseel. Dadelijh treedt de
keizer toe, bukt, val het penseel, en stelt het den kunstenaar
ter hand. Deze tegen Spanjes strenge hofgebruiken lijnregt
strijdende, daad des keizers, verbaasde zijnen hofstoet. Karei
hunne afkeuring bemerkende keert zich wrevelmoedig tot
hen en roept hun toe: »iu een oogenblik schep ik een twin
tigtal rijksgrootenieder hunner veel magtiger dan gij allen
te zameu zijt j maar God alleen kan een Titiaan scheppen."
KUNSTENAARS-PR OFETTE.
Frankrijks verdienstelijken dichter Lemercier behoorde tot
het zestal personen, door welke Europa's overweldiger nimmer
werd gehuldigd. Zij waren Bitcis, de LilleMevr. de Staal,
Benjamin ConstantChateaubrand en LemercierOmtrent
den laatste zegt Victor ffugodat Lemercier te voren de
vriend van den consul den keizer nimmer huldigdehem
kastijdende met de grootste grief voor den hoogmoed met hem
niet op te merken. Eenmaal echter moest Lemercier zich
als lid van het Instituut naar de Tullerien begeven. Het
was in 1812, korten tijd voor dat de werelddwinger naar Rus
land snelde om daar met eigene hand het graf te delven
voor zijn gedroomd wereldrijk. INaauwelijks bemerkt de over
weldiger Lemercier of hij treedt naar hem toe met de woor
den Weina mijnheer Lemercier wanneer schenkt gij ons
weder een schoon treurspel Lemercier ziet hem aan met
een strengen blik en antwoordt slechts deze woorden: «Wel
haast! ik wacht." Teregt roept Uictor JJugo uil: «Yrees-
sclijke woorden -woorden nog meer die van eencn profeet,
dan van eenen dichter! woorden, die uitgesproken in 1812,
in zich bevatlenden Moscou Waterloo en St. Helena."
ONBAATZUCHTIGHEID YAN EENEN JOOD.
Isaac Lopez Suasso schoot aan JUillem IIItoen deze
zich tot den togt naar Engeland gereedmaakte, geheel belang
loos en zonder bewijs de som vau twee millioeneu guldens
voor met bijvoeging van de volgende schoone woorden zijt
gij gelukkigzoo ben ik overtuigd dat mij deze som zal
terug gegeven worden. Zijt gij ongelnkkig welnu dan zal
zij voor mij verloren zijn."
DE PARIJSCHE HOSPITALEN.
Bevatten gezameutlijk 5680 beddenvan welke (voor over
de 900000 inwoners) steeds 5519 bezet zijn het getal van alle
in de jaren 1841 en 1842 daar in opgenomenen bedroeg 85,067,
vun welke 6371 stierven. Hel vondelingshuis nam van 1816
1842 123,491 verlatene kinderen op en wel in toenemende
voortgang: 1838: 3037; 1839: 3182; 1840: 3628; 1841: 3698
en 1842 3922.
Heden middag ten 2 ure overleed te Rotterdamplot-
'selijk E. BERGMANSde geliefde oudste broeder mijner
beminde huisvrouw in den ouderdom van 26 jaren en 10
maanden. Volgens de verklaring van geneeskundigen zou
de scherpe koude bij ijsvermaak het hart hebben afge
scheurd.
A. G. HOUTMAN.
Nicuicediep10 Dec. 1844.
De Commissie tot uitdeeling van warme Spijzen maakt
bij deze aan de Ingezetenen bekend dat zij zich den 16
en 17 dezer aan hunne woningen zal vervoegen tot het
bekomen van eene bijdrage ten einde zoo veel mogelijk
de heersehendo armoede te verzachten.
Re Commissie voornoemd
J. S. JANZEN, Pres.
L. JELGERSMA, Secr.
Uil gegeven bij C. BAKKER Bz. te JYieuweDicp
Gedrukt bij G. GILTJES te Helder