kend (kamen wijs, maar ook wel eens de liefde stom, do
wijsheid Jt dwaasheid pas op uw zak is wel eens de waar
schuwing bij groote volksverzamelingen pas er niet te voel
op, als ij veel armen ziet. Ledig hem van tijd tot tijd, gun
der voozienigheid het vaderlijk genoegen dien weer eens te
vullen. Ik heb nog niet gehoord dat die aan mcnschcn gaven
van Go niet ontvingen; maar meer dan eens is het mij ge
bleken dat zij die het minste voor een ander overhadden
ook hei minste genot deelden ontevredenheid is het lot van
kariglud.
Nu Dg eeu enkel woord tot mijne Plaatsgenooleu. Wij heb
ben vor eenige jaren een verarmd huisgezin doen plaatsen
dat thns gelukkig, tevreden en dankbaar leeft. Dit is uw
werk ïedeleden! Als die man zijnen Hemelsclien Yader dankt
dat hj ontheven van knellenden kommer thans zonder zorg
zijn Irood eet, dan is die dankzegging uw loon. Gij hebt
daarvor menigen zeeuw te koste gelegd hoe veel hebt gij er
bij d/arbij verloren? niets, gij denkt er niet eens meer aan;
maar hoe veel heeft dat gezin er bij gewonnen? alles! en zij
denlen er eiken avond aan. Apropos! onzer subcommissie
ontlreekt nog ƒ200 en dan kunnen wij weder een huisgezin
uit den brand helpen; wie doet er mee? Zouden er geen hon
den! menscheuvrienden aan den Helder en het Nieuwediep
zijn dan zijn wij binnen het jaar klaar. Met de geringe
ondersteuning, die wij nu ontvangen, zal er nog wel vijfjaar
vcrloopen voor dal onze wensch vervuld wordt en als er dan
nog bedanken, wordt onze hoop nog verder verwijderd. 100
zeeuwen in het jaar is van honderd menschen niet te veel ge
vergd en dan kunnen wij wat goeds uitrigteu. Maar welligt
is het bij dezen en genen die het goed kan doen aan een
doovemansdeur geklopt. Ik ben meer dan eens aan zulke
deuren geweest en denk dan maar niemand thuis ik kom
op een anderen tijd terug. Maar zoo ik eens dien weigereuden
op het sterfbed thuis trof, en hem de verzekering kon geven:
een zeeuw in liet jaar en gij kunt leven. Ik geloof, dat vriend
Hein voor die som kon heen gaan. "YYat wil ik hiermede zeg-
geu dat hetgeen men zou doen om te leven men ook doen
moet om het leven tot leven te veredelen. Immers zonder
liefde is het leven dood. De liefde is als de zon aan den hemel.
Zij verlicht, verwarmt, koestert wat zonder haar donker, koud
en beweegloos zou zijn. Yergeef het mij geëerde lezer ik reken
op uwe goed wil ligheid|, en als ik buiten den waard reken?...
ik kan het niet helpen maar ik zie op het woord dat in
ons blad boven het Heldersche wapen staatWij huldigen het
goede.
J01IANNES RONGE.
Uit Ereslau schrijft men oJohannes Ronge heeft in Bres-
lau gestudeerd en werd tot Katholiek Priester in het Se
minarium alhier opgeleid. Hij muntte voornamelijk uit door
vlijt en onvermoeiden ijver in de studiën als ook door bij
zondere reinheid van zeden zoodat zijne leermeesters be
tuigden dat zij zeer zelden eenen jongeling onder hunne
leiding gehad hadden die met zulk een diepen en heiligen
ernst er zich op toelegde om de waarheden der Katholieke
Godsd.enst te verstaan.
Na het Seminarium verlaten te hebben werd hij Ka
pellaan in Grotthauongeveer zeven mijlen van Brcslau.
Als zoodanig nam hij tevens het onderwijs der kinderen op
zich en verwierf zich door ernst en zachtmoedigheid en
door bijzondere paedagogische bekwaamheden hunne liefde
zoo zeerdat zij hem als eenen vader eerden. In geene
mindere mate bezat hij de achting der ouders, niettegen
staande hij eenen Priester tot ambtgenoot haddie hem uit
nijd en jaloerschheid trachtte te belasteren. Toen ter tijd
was het Bisdom Breslau door het bedanken van von Sedl-
nitskyzonder Bisschop. De Domheer Ritter noemde
zichofschoon hij van Regeringswege niet erkend was
bestuurder des Bisdomsen veroorloofde zich als zoodanig
aanmatigingen waarover hij bij eene openbaar gemaakte
kabinetsorder, gestreng werd berispt. Over hel algemeen kwam
de partij der Ultramontanen en Jezuïten toen stout te
voorschijnmaakte zich van de gemoederen der jeugdige
Geestelijkheid meesteren heerschte met geweld over de
gewetens-vrijheid. Nu trad Ronge in de Sdchsische Vci
ter land sbl at ter op doch zonder nog zijnen naam te noe
men en viel met kracht van redenen do machinatiën der
Jezuïten in dit Domkapittel aanhetwelkzoo als boven
vermeld isdoor den Domheer Ritter geheel werd be-
heerschtzelfs nadat de nieuwe Vorst-Bisschop Knaucr
gekozen was. Zoodra Ronge opgevorderd was, op zijn Prie
sterlijk woord van eer te verklarenof hij de steller van
dit artikel wasbekende hij zulksals niet in staat zijnde
om te liegenen tevens bereidom alles voor hetgeen hij
voor waar hieldop te offeren.
«Dientengevolge werd hij veroordeeld, in het Seminarium
alhier gestrenge boete te doen. Daar hij echter uit vroegere
ervaring wisthoe zeer de geest in deze inrigting in sla
vernij werd gehouden gehoorzaamde hij nieten werd als-
toen van zijn ambt ontzet. Met hoeveel droefheid de Ka
tholieke Gemeente in Grotthau hem van zich zag scheiden
blijkt daaruit, dat de magistraat en stedelijke raad zich aan
het Domkapittel voor hem adresseerdendoch natuurlijk
zonder gevolg. Ronge begaf zich toen naar Laurahüte
een bergwerk in eene kolonie bij Beuthen in Opper-Silezië,
en gaf aldaar onderwijs aan de kinderen der ambtenaren.
Ook hier verwierf hij zich door zijne in allen opzigte voor
treffelijke eigenschappen de liefde en achting der ouders en
kinderen. Uit deze plaats schreef hij den brief over den
Trierschen Rok in de Sdchsische Vaterlandshlatter. Dat
dezelve het uitvloeisel is zijner innige overtuigingbehoeft
na hetgeen hier boven van hem gezegd isniet verzekerd
te worden. Ronge is onbekwaam met woorden of daden
tegen de waarheid te zondigen hij iswat deugd en rein
heid van zeden betreftmisschien te streng tegen zich zei
ven maar ook even zoo toegevend en zachtmoedig jegens
anderen. Slechts de hedendaagsche woelingen der Ultra
montanen en Jezuïten hebben in hem eenen heiligen ijver
doen ontgloeijen en in dien ijver heeft hij den bekenden
brief geschreven. Intusschen wat sommigen wenschen en
anderen vreezendat Ronge tot het Protestantismus zal
overgaan, zal nooit gebeuren. Ronge is en blijft getrouw
aan het Katholiek geloof in deszelfs waarheid en reinheid
maar hij is en blijft ook een onverzoenlijken vijand van het
rijk der duisternis het bijgeloof en de Jezuïten.''''
De brief, welken deze man aan Bisschop vtrnoldi ge
schreven heeftis Europa doorgegaan en is met zijne af
zetting en excommunicatie evenmin wederlegdals de 95
stellingen van den 31 October door ban en brandstapels,
al wierden zij ook van Gibraltar tol aan de Niemen gestookt.
Het kapittel van Trier heeft in eenen rondgaande brief be
kend gemaakt, dat het niet zal antwoorden op de aanvallen
tegen het Katholiek geloof, dat dus eenzelvig is met den
dierbaren rok. Zij hebben echter gelijk dut zij zwijgen