eenige ingezetenen der Gemeente van de inzending van
voorwerpenen dus van de deelneming in deze weldadige
inrigting teruggehouden worden door het denkbeelddat
de opbrengst der verloting aan bijzondere armenbussen der
gemeente of aan de commissie van spijsuitdeeliug zal ter
hand gesteld worden.
Ter teregtwijzing dezer dwaling heeft het Bestuur geraden
geoordeeld door middel van dit blad de volgende Artikelen
van het reglement der vereeniging ter algemeene kennis te
brengen.
Art. 15. Do opbrengst der tentoonstelling en der ver
loting, alsmede alle geschenken, die in gelden mogten wor
den aangebodenzullen strekken tot onderstand van belioef-
tigen onverschillig van welke geloofsbelijdenis.
Het bestuur is belast met de zorg daarvoordoch zal zich
bepalen tot het verleenen van onderstand (na omstandigheden)
in kleedingslukken voedsel of brandstoffenmaar nimmer
in geld.
Art. 16. Tot opsporing der behoeftigen zal het bestuur
de hulp van Wijkmeesteren inroepen ten einde zoodoende
hekend te worden met wezenlijke behoefte en verborgene
armoede.
Ook zal het aan elk der leden dezer vereeniging vrijstaan
hieromtrent het bestuur in te lichten.
Het bestuur vleit zichdoor deze mededeeling allen twij
fel omtrent de spoedige en meest doelmatige besteding der
opbrengst dezer onderneming weggenomen te hebben. Onder
dankbetuiging voor het aanzienlijk getal der reeds ingezon-
dene giftenroept hetzelve ook thans weder dringend de
medewerking in van allen die zoo gelukkig zijniels te
kunnen afzonderen tot ondersleuning van hunne minder be-
voorregte medeingezetenen.
Namens het Bestuur,
Yov EICHSTORFFSecretaris.
BUITENLANDSCIIE BERIGTEN.
RUSLAND.
De Augsburger Allgemeine Zeitung geeft het volgende
herigt van de Russische grenzen van 20 Januarij
Uit St. Petersburg meldt men, dat een der aanzienlijkste
adelijke grondeigenaars uit Lijfland aldaar aangekomen was,
om de bede voor den troon te brengen dat de Staat de
goederen van den proteslautschen Lyflandschen adel mogt
aankoopon en dat de keizer vervolgens aan dien adel de
vergunning verleenen mogt om het Russische rijk te veria-
en zich in Duitschland te gaan vestigen."
ENGELAND.
LONDEN, 31 Jan. Voor eenige dagen trok eene kleine
menagerie van wilde beeston door Poller-Eigham om zich
naar Yarmouth te begeven voor een ander rijtuig willende
uitwijken naderde do geleider te digt bij den kant eener
drooge sloot en zijne karavaan keerde hel onderste boven.
Daar de traliën van het hok des tijgers niet sterk genoeg
warenom de zwaarte te dragendie daarop kwam te
rusten braken dezelve en het op zoo onverwachte wijze
bevrijde woeste dier snelde het land in na in het voorbij
gaan den kop eens arends te hebben afgebeten. Met reden
voor hunno huisgenooten cn hun vee beduchtwegens de
nabijheid van zulk eenen gevaarlijken nabuurberaamden
twee pachters daar ter plaatse met den eigenaar der mena
gerie de gepaste middelen om te trachten het ondier in
hunne magt te krijgen. Men wapende zich met geweren
en dranggeholpen door eenig met hooivorken gewapend
landvolkop den tijger aan om te pogen hem in eenen
strik te vangen. Daar echter deze poging mislukte, plaatste
men in den omtrek van het beest eene groote mand met
een stuk vlcesch daarin de tijger sprong in den mand om
het aas te vatten en oogenblikkelijk sloeg men het deksel
digt en bond hetzelve stevig toe terwijl het wilde dier een
vreeselijk gebrul uitstiet, hetwelk zelfs de sloutmoedigsleu
zijner bestrijders niet dan met rilling aanhoorden. Geluk-
kiglijk leed niemand eenig letsel.
F R A N K R IJ K.
Pierre Theodorebijgenaamd Pierreteen eenvoudig
daglooner te Choisy-le-Roihuwde in 1843 een allerliefst
meisje van zestien jaren, met azuur-blaauwe oogen, ebben-
zvvart haareen gedaante en leest als die van een ideaal.
Wal was hij gelukkigroept gij uit. Geenszins. Sedert
zijnen trouwdag is Pierret zoo grimmig als een tijger. Noch
Blaauwbaard angstwekkender gedachtenisnoch de jaloer-
schc Olhello alias moor van "Venetië, noch zelfs de zoeto
Orosman die niet eens wil weten dat hij jaloerseh isver
toonde ooit zoo veel minnenijd. Het kleinste blikjehet
ligtste zuchtjede onschuldigste bewegingmaakten zijne
vermoedens gaande en deden hem in toorn ontbranden. Op
zekeren avond na van een landelijk bal te zijn terugge
keerd deelde Pierret aan zijn vrouwtje de aangename
tijding mede, dat, terwijl zij op den thuisreis langs de Seine
wandelden de gedachte bij hem was opgekomenhaar te
vermoorden. Hij toonde haar, bij die gelegenheideen scherp
geslepen snijmes en legde haar verder zeer netjes uit hoe
hij na een paar steken met dit werktuig te hebben toege-
bragthaar in de Seine zou hebben geworpen.
Het zal wel noodig zijn dat het arme vrouwtje bij die
allerliefste openbaringen alles behalve bedaard bleefschrik
en angst bevingen haar gemoeddat zich in snikken en
tranen lucht gaf. Zij vroeg haren man wat zijne woede hai
gaande gemaakt. Ge zijt te mooiantwoordde het mon
ster«door u sterf ik duizend dooden en ik verlang dat
gij dadelijk uwe haren afsnijdtdat zal ten minste iets van
het mooije wegnemen Die opoffering was hard te hard
voor eene jenge schoone vrouw; zij bad, smeekte, snikte,
niets kon den barbaar vermurven en de ongelukkige door
bedreigingen beangst gemaaktonderwierp zich aan de be
werking tweemaal klonk de schaaren het schoonste
ebbenzwarte haar dat ooit van een vrouwenhoofd golfde
zonk ter aarde. De ongelukkige had den moed een blik
in den spiegel te werpen. O smart haar hoofd was zoo
kaal als dat van een koorkind, als dat van een rekruut pas
bij zijn korps ingelijfd.
Bleef het daarbij 'l Neen. In den nachten terwijl do
ongelukkige vrouw naast haren man een weinig uitrustte van
den schok gedurende den avond doorstaan doet een sissend
gefluit haar met schrik ontwaken. Zij zet zich half overeind