2 1) u c r 1 c n U tt.
worden. In Schotland heeft men reeds koekoeken ge
zien. Eerlang zullen uit hel eiland Schoutven weder ver
scheiden huisgezinnen naar Noord-Amerika verhuizen. De
minister Peel heeft in het Parlementop grond der onder
vinding verklaard, dat lage regten en betrekkelijke overvloed,
grootelijks bijdroegen tot bevordering der zedelijkheid. Met
niet minder regt zouden onze ministers kunnen getuigen
dat drukkende belastingen en toenemende armoede de zede
lijkheid ondermijnen en de misdaden schrikbaarlijk verme
nigvuldigen. Men leze slechts de couranten waarvan het
O O 7
binncnlandsch nieuws hoofdzakelijk uit berigten van armoede,
aanrandingen, rooverijeu en diefstallen bestaat. De Haag-
sche Nieuwsbode roept in zijn laatste uommer twee malen
om de azijnflesch.
FEUIJLIjETOW.
Toespraak bij den aanvang van het jaar voorgedragen in
het Departement HELI)KR der MaatschappijTot
Nvt vj.it 'r Nzgemeeit doch dit overal
kan gelezen worden.
[Vervolg en Slot van het vorige.]
Allez Heeren atlez in de wachtkamer klonk hel ons uit
den mond der bedrijvige oppassers in de ooren. Rust woont
niet op aarde en wij rusten zoo graag. Beweging is de stoot
die ons allerwege treft. Eiken dag maken wij eeue omme
zwaai van 5400 urenen na dit 365 maal gedaan en dus
1,971,000 uren afgelegd te hebben naderen wij het oude jaar
en wij moeten uit de kast. Doch aanstonds weder naar de
nieuwe. Wij hebben naauwelijks tijd eens bedaad achteruit te
zien over den afgelegden weg en onze avonturen op ons gemak
te vertellen. Voort! Voort en nog driemaal voort is
het woord van deu dag, dat het gewemel en gewoel bcheerscbt
komaan dan maar in de wachtkamer.
"Wat zal je gebruiken?" vroeg een mijner vrienden.
»AVel wat levenselixer."
Zoo ik dachtdat gij geen bittertjes meer dronkt."
Dit doe ik ook niet, en ik wensehtte wel dat niemand het
deed, ten minste zij niet, die er hunne welvaart of hunne ge
zondheid aan ten offer brengen. Maar ik bedoel nu eigentlijk
wat anders. Ik koop hier een klein boekje een allerliefst
vademecum maroquin ingebonden goud op sneê. Men geeft
cr zeven stuivers voor, een bagatel, niet waar? En dit is
mijn levenselixer. Het is een panace 't helpt tegen alle kwa
len het veraangenaamt de reis het drijft muizennesten uit
het hoofd ook. Aan dit boekje heb ik mijns vriendschap met
den ouden Hein die al van hel Paradijs in functie is te
danken. Dat boekje maakt zijn bezitter zoo opgeruimd en
blij moedig net als kindereu wanneer ze hunne zondagceuten
ontvangen. Jongens koop er ook een en gebruik het op weg.
Tot pleisier vrienden ik zie daar in dit zijvertrek dat Ti-
voli geheelen wordt een gezelschap van onde kennissen die
ik beloofd heb te komen zien.
Wees gegroet beminnelijke vrouwenschaar! geachte medebe
stuurders en leden van dit Departement. Heil over allen die
heden in deze welverlichte zaal hebt plaats genomen, 'tls
waar ook, ik heb op mij genomen in dit uur eene redevoering
te houden, voor het minst eene spreekbeurt te vervullen. Het
zal voor ditmaal wel bij de inleiding blijven zonder dat het
vervolg hierna komt.
Menigen toer hebben wij zij het ook met afwisselend per
soneel te zamen gedaan. Het zal u op weg gegaan zijn als
de meesien. Lief en leed zal uw bescheiden deel zijn geweest.
Misschisn hebt gij, voor het uitstappen, een uurtje in eendier
volksvergaderingen doorgebragt, waar het danklied den goeden
Oppsrmachinist uit vollen borst wordt toegezongen.
Ik ken er wel die het beneden zich achten zoo eenvoudig
bij elkander te zitten of voor een wezen dat hooger dan
hun hoogmoed zou zijn de handen te vouwen. De zulkeu
schijnen mij toe iets te hebben van kwaë jougeus die liever
op straat kaltekwaad uitvoeren dau stil aan tafel zitten als
vader spreekt of over vader gesproken wordt. Sommigen ma
ken het nog erger en ontkennen zelfs hunnen echten oorsprong.
Gij zult, denk ik, met mij die edelen hunne adelijke afkomst
niet misgunnen of benijdeu die kluchtig genoeg beweren
dat de meuscheu een verbasterd apengeslacht uitmaken en
even als een roode kool of paddestoel uit den grond zijn op
gewassen. Ik voor mij houd den mensch van Goddelijke af
komst; en ben van oordeel, dat hij zich aau dezelve dient
vast te sluiten. De beek verdroogt, als zij van hare bron wordt
afgescheiden de plant verdort als gij ze van haren wortel
scheurt. Ik gelooi niet dat een Baviaan onze respectieve
achter-oud-overgrootvader geweest is maar wel dat de men-
schen bavianen en apen worden die hunne afkomst verloo
chenen.
Doch dit daargelaten. Wij gaan weder te zamen en ik
wensch ons allen goeden reis. Onderscheiden en verschillend
zullen wij weder geplaatst worden. Deze in de diligence
geene in de char a bajrc een derde in den waggon. In den
laatste is het wat tochtig och in de eerste en tweede klasse
soms beuaauwd genoeg. In de eene moet gij door bewasemde
portiers kijken; in de andere hebt gij een ruim en vrij uitzigt.
Alles heeft dus zijn vóór en tegen. Het voertuig komt altoos
op zijn tijd aan dit is de groote zaak. Tot hier toe zijn wij
er gekomen en als wij een tevreden hart en eene goede
dosis dankbaarheid medenemen zal de toer wel weder aller
best alloopcn. Misschien zal er uu en dau een traan vallen,
dat is regen of daauw op den akker des gemoeds te groote
droogte deugt niet voor het land welligt wordt iemand onzer
onderweg afgezet, gij zult niet nieuwsgierig zijn, om te weten
wie? Ieder beware zijne vrijkaart en pas.
a Propos Tusschenbeideii noodig ik u uit aau te leggen en
u te verpoozen waar ons Departement zoo gezellig en aange
naam als leerrijk bijeenkomt. Misschien dat ik als het n
niet verveelt; want dan houd ik den mond pot digt, nu en dan
voor u optreed. Ik zal u altoos voor houden wat waar is en
goed nu eens als een zachteu balsem op het gemoed gelegd
dau weder met een klein prikje toegediend. Het zal echter
niemand zeer doenwant ik mag geen bloed zien ik ben
alles behalve eeu volgeliug van Droussaisdie zijne patiënten
bloedeloos maakte om ze blank en zuiver te krijgen. Ik geef
veel liever een kleine prik op het hart ten einde het van
bedorven sappen die het leven doodente ontlastendaar
wordt men sterk van gezond en frisch.Daar gaan
de deuren van de wachtkamer al open. De bengel luidt
do bengel luidt. De menigte verdringt zich. Ik schei er
uit, ik ga ook mede in den tijdstroom. Adieu vrienden!
adieu en nu voertuig stoom in Godsnaam voort.
PUlI LIEKSE VEILI1ÏG.
Al degene die 36 FusleD GALLIPOLI-OLIJ366 bladen
KOPER3 koperen VINGERLINGEN 4 stukken LOOD
5 stukken IJZER, 1 LIER, 91 stuks Greenen en Vuuren
DEELEN, 5 RONDHOUTEN, WATERVATEN, SCHEEPS
KISTEN 1 zware TROS gekapt TOUWWERKeen par
tij losse KATOEN een SLOEP en een partij WRAKHOUT
koopen wil, die komen op Woensdag den 11 Februarij
aanstaande, des morgens ten 11 uren, op het Eiland Flic~
land men zal er veiling mede houden.
JAN ZUNDERDORP.
Uilgegeven bij C. BAKKER Bz te NituweDiew
Gedrukt bij G. GÏLTJES te flcldcr