peil worden; doch ik heb thans bezigheden, ga derhalve een weinig door de stad wandelen, beschouw de merkwaardighe den en kom ten twee ure weder dan zult gij bescheid heb ben." De Monarch ging heen achter hem de beer die onder aan de trap een lakkei rraagde waar de markt was. Deze wel- ligt door de nabijheid des Konings opmerkzaam geworden wees hem beleefd te regt en nu was de boer in ziju element; want hier kon hij als man de metier medcspreken. Hij vroeg dadelijk naar de graan- en lioutpi ijzen kocht zich vervolgens een haring welke hij op de marklleuning zittende en ver genoegd met de boenen trommelend, verteerde. Met aandacht hoorde hij het klokkeuspel der nabijgelegen kerk en maakte allerlei bespiegelingen tusschen zijn dorp en het prachtige Potsdam. Eindelijk sloeg de klok twee uur, en schielijk maakte de boer zich op weg naar den Koning. Den schildwachten even als den bedianden iu de voorkamer was bevolen geworden, den Pommerschen boer onaangemeld binnen te laten. De Koning zat bereids met vele ministers en generaais aan tafel toen de boer binnentrad. Goeden dag vriend smaakt het?" was zijn vriendelijke groet. De Monarch wees hem met de hand naar een zijtafeltje waar de boer ook dadelijk plaats nam nadat hij zich te voren van zijn korf ontlast en die onder de tafel gelegd had. Door deu reuk der spijzen werd zijne eetlust gaande gemaakt, lïij opende alzoo ziju korf, nam zijn brood er uit, en nadat hg met zijn zakmes er een gewel dig stuk afgesneden en met boter gesmeerd had begon hij zoo gulzig te eten, dat men liet in de antichambre kon hooren. De genoten haring en de gezouteu boter veroorzaakte hem dorst en daar hij zag hoe de Paadjen den Koning en het gezelschap van drank bedienden, zoo naderde li ij den Koning, klopte hem op den schouderterwijl hij kaauwend zeide «Laat mij ook een weinig van de jongens te drinken geven; ik heb een helschen dorst." De Koning, zich bijna niet kun nende houden van lagchen wenkte een paadje die deu boer dadelijk een beker met wijn overhandigde. i)e boer had nim mer wijn gezien veel min gedronken. «Ter blistriep hij uit, «dat is een kostelijk bier! wanneer ik eene kruik bij mij had ik zou mijne oude daarvan iets meebrengen." Da delijk ledigde hij den beker en gaf hem terug waarop hij zich weder naar zijne plaats begaf en zijnen maaltijd voort zette. Iutusschen kreeg de Koniug hel papier van den boer uit den zak en gaf het den minister von Herzberg om zijne gedachten daarover te vernemen. Deze beschouwde met het hoofd schuddende de karakters en gaf het den naast hem zit tende ter inzage over. Ook deze wist den geheimen zin niet te vatten het blad giag verder de tafel rond tot het weder bij den Koning kwam. «IVu?" vraagde deze, «wat denkt gij van de zaak?" Herzberg nam het woord: «Uwe Majesteit, om dergelijke beeldspraak te ontcijferen moet men geleerder ziju dan ik." «Nu zoo zal ik het u dan zeggen voer de Monarch voort en hiermede herhaalde hij het voorval en verklaarde de teekening, even zoo als de boer liet hem had uitgeleid. Plotselijk stond deze op terwijl hij brood en mes ter zijde legde, en riep luid: «Ja, wanneer ik het hem niet had uitgelegd hij had liet even zoo min geweten, dan zijne lieden." Thans kon de Koning zich niet langer van lagchen onthouden en gaf daardoor het tceken tot een algemeen ge lach slechts de boer zette zich zeer bedaard weder neder en geloofde dat hij zich al eens zeer goed gedragen had. Eindelijk vertrok het gezelschap en de Koning bevond zich met zijnen gast alleen. Zeer opgeruimd zeide hij tot den boer, onderwijl hij een papier uit deu zak kreeg. «Kom hier, eerz lijke boer! dit papier moet gij uwen Jonker geven! daar staat in dat hij u voor eiken slag een Thaler zal betalen; uw var ken zult gij naar uw geweten laten waarderen en de waarde van hetzelve moet hij u insgelijks vergoeden; vervolgens moet hij u nog voor verzuim en reiskosten 20 Thl. uitbetalen. Ga nu heen en reis voorspoedig." «God zal het u duizendvoudig vergelden!" riep de ontroerde boer; «doch drommels! daar had ik haast iels vergeten;» voer hij vooil, terwijl hij eene kleine lederen beurs trok mijn bier moet ik uog betalen waar is dan.» Hier zag hij naar den paadje om. «Het kost niets zeide de goede Monarch ga gerust heen gij hebt nog eeueii verren weg af te leggen en uwe vrouw zal u wach ten.» «Nu, vaarwel dau!» Hij reikte den Koning de harde hand welke deze vriendschappelijk drukte eu hem nogmaals eene voorspoedige reis weuschle. GETROUW TOT IN DEN DOOD. Jeroen geboren tot de strop Hing zich helaas uit wanhoop op Margriet zijn gaê nogthans verrast, Eer hij bezweek den hangebast En riep terwijl zij snikkend weent Daar hij vast hing en lillebeent Mijn lieve schat! mijn waarde man, 'k Wil u zoo veel ik immer kan, Mijn hulpe bièu toen vatte zij Ziju beeneu aan, en hing er bij En sprak, in 'tprangoudst van dien nood: 'k Blijf u getrouw tot in den dood. {VI. C.) 01 b o c v 4 jc u f i ti. Bevallen van eene DOCHTER, E. M. de BREUK, geboren NOë. Willemsoord Gemeente Helder 11 Maart 1846. PUBLIEKE VERKOOPING OP HET EILAND TEXEL Kapitein FOLKERT REENTS gevoerd hebbende hot al hier in de Eijerlandsche buitengronden gestrande Hanoversche Kofschip Rymdina komende van Hall naar Bremen gede- stineerd presenteert als daartoe behoorlijk geauthoriseerd op Donderdag den 19den Maart c. k. des Morgens ton Elf Ure op de Havenen des Namiddags in het Logement de zeven provinciën aan het Oude Schild op Texel door den Notaris J. L. KIKKERT publiek te doen Verkoopen Eenige geborgene en gekapte TUIGAGE alsgekapt zwaar Touw Wand en loopend Touwwerk enden Zeilentwee Ankers en een gedeelte van een Kettingkabel. Alsmede een gedeelte van de geborgene LADING be slaande in ruim 1500 pakjes Katoenen Twist, 145 bosjes Spijker-IJzer, 13 kistjes Geel Koperen Bladen, 267 stuks gekleurd groot en klein divers Aardewerk 60 stuks diverse IJzeren Potten en Pannen, met en zonder deksels, 12 On derstukken van Tafellampen4 Koperen Haarden 1 dito Kolenbak en hetgeen verder gepresenteerd zal worden ter wijl daarna verkocht zal worden het WRAK van geroemd Schip met de nog inhebbende 24 lasten IJzeren Rails- en Waggon-Wiels zittende thans onder water, zoo hetzelve niet zal zijn verbrijzeld welke Goederen van gemeld Schip zijn geborgen en twee dagen voor en op den Verkoopdag be hoorlijk gekaveld en genummerd voor ieder te zien zullen zijn. Nadere inlormaticn zijn te bekomen ten Kantore van ZUNDERDORP en RAN Scheeps-Agenten alsmede bij den Makelaar J. ZUNDERDORPte Texel, mits Franco aanvragen. Uitgegeven bij C. BAKKER Bz te NieuweDiep. Gedrukt bij G. GILTJES te Helder:

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1846 | | pagina 4