WEEKBLAD van ukn - VïUIiïïE JAIRGAXG. N°. 12^ ADVERTENTIEN gelieve men ongezegeld a»a den UitgeTer in te zenden, uiterlijk Zatuidags de* middags ten 12 ure de prijs Tan 1 tot i regeU is 60 centen voor eiken regel meer 15 centen behalve 35 centen zegelregt voor elke plaatsing. 23 M A A R T. Dit Weekblad wordt eiken Maandag-morgen uitgegeven bij C. BAKKER Bz., te Nieuwe Diep. De prijs is 60 Cts. in de drie maanden en roor de beitensleden franco per post 90 cents. Men abonneert zich bij de Boekhandelaren en Postkan toren zijner woonplaats. MAASDAG STAATKUNDIGE BESCHOUWINGEN VERTOGEN enz. Het arrest van het Hof van Gelderland in de zaak tegen C. A. Thieme. I. De geringe ruimte Tan dit blad veroorlooft ons niet een kri tiek ran hel arrest Tan het Hof Tan Gelderland Tan den 24 Fcbruarij 1846, waarbij Thieme wegens het bekende stuk L. 1). is Teroordeeld als zou hij de waardigheid des Konings hebben aangerand en den persoon des Kouings hebben gesmaad te leTereu. Wij willen het echter niet geheel met stilzwijgen Toorbijgaan, al ware het slechts om niet deu schijn te hebben dat de gronden Tan het llof ons overtuigd hadden. Er is zoo weinig logische redenering in, dat het veeleer ieder de overtuiging moet geren Tan het Terkeorde dan Tan het regtmatige der veroordeeling. Volgens het arrest is het hoofdargument Tan het Hofdil: Het hou den van eeu troonrede wordt nergens bij de grondwet Toorgeschre- ven derhalven is het eens vrijwillige daad des Konings; der- halTcn is geen staatsdienaar, geen ligchaam Tan staat daarvoor verantwoordelijk. Nu zou de logische conTusie leiden tot het besluit: derhal ven is de Koning daarvoor aansprakelijk, want een daad, waarvoor niemand aansprakelijk is zal wel ondenkbaar zijn. Het geven van een overzigl Tan den staat des lands van de beboetten der natie, gegeven aan do staten generaal, kan niets anders dan eeue daad der regering zijn. Is Toor die daad geen minister aansprakelijk, dan moet het de Koning zijn. Zulk eene grove constitutionele ketterij heeft hel Hof echter niet durven uitspreken, ofschoon de premissen daartoe moesten leiden. Hoe verrassend klinkt daarom niet dc volgende consi derans waaruit wij vernemen dat volgens de beginselen der Nedcrlandsche staatswet do Koning niet verantwoordelijk is voor de daden zijner regering Als wij nu het Hof volgen en stellen: voor de troonrede is geen minister geen staatsligchaam geeu koning derhalven niemand verantwoordelijk dan zou een gezond Terstand tot de conclusie moeten komen dat de bcoordeeling van zoodanig stuk ook niemand kan treffen. Hel Hof komt tot eene andere j conclusie en zegt dat ofschoon de koning niet verantwoorde lijk is daarom geene honende eu lasterlijke beoordeeling ge oorloofd is. Wij begrijpen niet hoe ooit een bcoordeeling honend en las terlijk kan wezen. Terwijl men een stuk beoordeelt kan men wel in het voorbijgaan een persoon honen en lasteren maar eeu geschreven of gesproken stuk kau niet gehoond noch ge lasterd worden omdat hoon en laster altijd een persoen ver onderstelt. Als men een geschrift ecu prul noemtdan mag dit onaangenaam zijn voor den steller, hij wordt er niet door gehoond of gelasterd, en als nu volgens het Hof, en te regt de koning niet verantwoordelijk voor het stuk is kan dc be- oordeeliug hem zelfs uiet onaangenaam zijn veel minder hei hoonen of lasteren. Het Hof redeneert verder dat al ware de troonrede door een of meer ministers gesteld de koning door haar uittespre- ken die rede zich heeft toegeeigend. Indien deze redenering iets beduidt, dan kan het niet anders wezen dan dat de koning door het uitspreken der troonrede zich daarvoor aansprakelijk gesteld heeft evenals c. a. thidïie voor den schrijver I). maar dan stuit het Hof weer op zijne eigene verklaring dat de koning niet aansprakelijk zijn kau volgens de Nedcrlandsche staatswet en daarom zoo Hij al wilde niet aansprakelijk kau zijn, daarvoor niet aanspra kelijk gehouden mag worden. Waarlijk men behoeft niet bevreesd te zijn dat een arrest hetwelk zoo jammerlijk tegen gezonde redenering zondigtdoor den Hoogen Raad niet zou vernietigd worden BBKE1TDMAZÏIT Gr.' BURGEMEESTER en ASSESSOREN der Gemeente Helder, maken bij dezenaar aanleiding eener ontvangene dispositie van Z. E. den Heere Staatsraad Gouverneur der Provincie Noord-Hollanddd. 18 Maart jl. No. 24G/2330 aan de belanghebbenden bekenddat Z. E. de Minister van Finan cien als daartoe door Z. M. gemagtigd bij resolutie van den 14 Maart 11. No. S5 afdeeling Generaal Secretariaat, heeft bepaald datofschoon de stukken van 28 stuivers of florijnen, met den 22slen dezer maand, volgens 's Ko nings besluit van den 2deD Maart 11. (Staatsblad no. 10) zijn builen koers gesteld, dezelve echter als nog op Maandagen Dingsdag den 23s:en en 24sten dezer maand op de kantoren i der agenten van de schatkist, en op Maandag den 23sten dezer maand bij de ontvangers der belastingen ter inwisseling zul len kunnen aangenomen worden bij de laatslen zooveel hunne kassen dit toelaten. Helder 20 Maart 1846. Burgemeester en Assssoren voornoemd J. in 'T Y E L T. Ter Ordonnantie van HEd. Ach tb, J. 8 C MO N Ster.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1846 | | pagina 1