f 25,600 op N°. 18667, op No. 18667 f 25000. 7439 2500. houdt het gevaar op te bestaan. Oin liet te trotseren behoeft men dan nog slechts die beradenheid, welke noodig zoude zijn om eeue waggelende smalle plank boren een' afgrond te orerschrijden wanneer men de zekerheid had behouden aan de overzijde te gerakeu. De geschiedenis des roemrijken, maar doldriftigen bestrijders Tan Peter den Grooten biedt eene van die omstandigheden aan waarin ons de held ran dezelve dwaas en roekeloos toe schijnt, en welligt, inderdaad, noch het een noch het ander was. Karei XII had besloten weder ta velde te trekken. De ouuiiddelijke gedurige nabijheid, de dagelijksche aan blik van het genie, of zoo men wil, ran den held want Karei XII was eer een held dan een genie kan langen tijd de gemoederen eleclriseren in geestdrift doen ontsteken en in een' slaat ran spanning houden, doch eindelijk en de geschiedenis van alle mogelijke vereveraars en krijgvoerders toont ons dit verschijnsel eindelijk doet zicli een tijdstip voor waarop die gemoederen ontzenuwd ontmoedigd neer- slagtig zoo niet wedcrspanuig worden; hetzij dat de mensch ten laatste alles zelfs den roem moede wordt hetzij dal alles slijt, zell's de invloed die noodwendig het sterke op het zwakkere het grootsche op het vulgus uitoefent. De koning van Zweden, die overal zijnen zetel hield, be- halven in Stokholm en met zijn leger al den schijn had vau nomadische horde gelastte in zijno buitensporige veroverings zucht aan den opper-kwarliermeester de wegbepaling op te maken van Leipzick waar men zich toen bevond naar alle de hoofdsteden van Europa. De opper-kwartiermeester werd de tolk der moedeloozenaar vaderland en gezin verlangende krijgslieden; hij schreef boven aan de lijst: VVeg van Leipzick naar Stokholm Karei XII haalde zonder een woord te spreken de pen door die woorden en plaatste ze geheel onder aan. Niet lang daarna deden hem de gebeurtenissen zijne partij kiezen. Hij verklaarde Rusland den oorlog. Een paar dageu later stelden de Zweden zich in aantogt. De marschroute geleidde Karei XII in de nabijheid van Dresden. Plotseling kwam hij op den zonderlingen inval den keur vorst Augustus van Saksen, dien hij onlangs als koning van Polen had onttroond, een afscheidsbezoek te gaan geven. Zoo als altijd bicven de eerbiedige vertoogeii zijuer velclhee- ren zonder eenigen invloed op ziju eigenzinnig karakter. De koning gebood aan vier officieren van zijn' staf hem Ie volgen en met dien kleinen stoet holde hij zwijgend naar het verrukkelijke Dresden. Het was een heerlijke zomerochtend. Yoor de poort gekomen antwoordde hij op een' barschen toon aan den officier der wacht, die hem ziju' naam afvroeg: Karei koning van Zweden.» en hij reed door. De officier stond als verplet; toen hij met den degen groette eu de wacht liet uitkomen was de koninklijke vreemdeling reeds lang uit het gezigt. Hij was regtstreeks op het kcnrvorstelijk paleis aangerend daar gekomen sprong hij van het paard en deed zich aan melden. Dit onverwachltc en wonderbare bezoek deed den ex-koning van Polen dermate ontstellen dat hij alle bekwaamheid tot nadenken en overwegen verloot. Hij zag niet in welke voordeelen hem zijne stelling aan- I bood hij liet de schoonste gelegenheid tot schadeverhaling en weerwraak voorbijgaan; hij kwam niet ééns op het denkbeeld de deur te sluiten van eene gevangenis waarin zich de ou- voorzigtige Zweedsche monarch dus vrijwillig had begeven. Angustus's verrassing werd zinsverbijstering zijn gewone geestzwakte werd verblindheid hij geraakte geheel buiten westen. Zoodra de keurvorst vernam wie de vreemde ruiters waren snelde hij den ouverwachten gasten te gemoet. KareiXIIreikte den on'troonden koning de haude, en zeide: «Wees gegroet, broeder.» Maar terstond keerde bij zich tot de schildwacht aau de poort die even als de overigen door deze verscliijuing van zijn stuk gerankt, vergeten had, de noodige eerbewyzeu te doen.«Het schijnt,» riep de koning driftig, «d.il gij uwe dienst niet keul of uwe consigne hebt vergeten, lu beide gevallen zjjt gij strafbaar: ik feg u dus aciil dagen provoost op.» IS iemand uitte een woord. Augustus bood dcu koning van Zweden zijn' arm aan: z'y beslegeu den trap en gingen aldus het paleis binnen. De vier officie.en volgileu hunnen meester met de o rerschil- liglieid op liet gelaat maar den angst in tiet gemoc.l. Karei sprak nog eeuige omerstuaubare woorden binnens monds: toen Hernam hij met lievigheid: «Niets maakt mij gramstoriger dan ongeregeldheid in de krijgstucut de kiijgsluctit is de eerste grondslag der overwin ning: hadt gij uwe soidaten er meer aau gewend eu beter aan gehouden broeder S i i e antwoordde Augustus op een' ouderdanigen toon, «niet iedereen verslaat gelijk uwe majesteit de kunst om van zijne kiijgslieden eieu zoo vele levende eu gehoorzame auto maten te «Broeder Augustus eens voor al, ik haat vleijerij. Ik kom zonder pliglplegiug in het voorbijgaan, bij u ontbijten; ik hoop, dat gij ui.j nog wel iels beters zult hebben dan compli menten waut dat is eeue laffe eu schrale spijs.s Ql u c r t c u t i c Heden verlosto voorspoedig van eene welgeschapene DOCHT E R A. TEGEL geliefde Echtgenoot van L. vam BERK. Nieuwediep16 Maart 1846. Men presenteert ten verkoop een CRONOME- TER, gemaakt door Parkinson en Frodscliun le Lomdes voor een civiele prijste bevragen bij J. J. C. SUSSEN BERG te Nieuwediep. Bij L. M. vam GELDER ZOONgedelugeerden der eerste klasseis wederom gevallen in de 3de klasse der l98ste Koninklijke Nederlandsche Loterij de kapitale prij zen van Devies; Twee Vliegen in een klap. Nieawediep 19 Maart 1846. Bij J. P. BEEK, debitant der Koninklijke Nederlandse!)® Loterij aan den Helderis getrokken in de afgeloopena 3de klasse der 198ste Loterij do kapitale Prijs van onder de handteekening van heer den L. M. vam Gelder l. te Nieuwediep. NAGEKOMEN NIEUWS. Een vriendelijke hand heeft ons medegedeelddat door Z. E. dea Minister van Marine aan eene kommissie opgedragen is het werk van de zümenstelling eener regeling der invendige dienst aan boord van Z. M. oorlogschepen. Deze kommissie bestaat uit den schout bij nacht JC. Koopmans militair kommandant van het koninklijk instituut voor de marine te Mederablik bekleedende het voorzitterschap en als leden de kapiteins ter zee D. Bijl de Yroe en F. A. Johrbeiden op non-activi teit en de kapt.-luit. ter zee J. F. A. Coertzen kommanderende Zr. Ms. stoomschip Cycloop aan den Helder. Den adjunct administrateur C. J. Fos is opgedragen om de werkzaamheden als secretaris bij de kom missie waar te nemen, welke kommissie te Medemblik zitting zal hebben. Uilgegeven bij C. BAKKER Bz te NieuwtJ)ief% Gedrukt bij G. GILTJES t« Ueldtr

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1846 | | pagina 4