WEEKBLAD van den
HELDER en bet MEUWED1EP.
n°. 13.
Het
°*t>
1846.
STAATKUNDIGE BESCHOUWINGEN VERTOGEN enz.
VIERDE JAARGANG.
Dit Weekblad wordt eiken Maandag-morgen
uitgegeven bij C. BAKKER Bz.te Nieuwe Diep.
De prijs is 80 Cts. in de drie maanden en voor
de buitensteden franco per post 90 cents. Men
abonneert zich bij de Boekhandelaren en Postkan
toren zijner woonplaats.
MAANDAG
ADVEKTENTIEN gelieve men ongezegeld aan
den Uitgever in te zenden, uiterlijk Zaturdags des
middags ten 12 ure de prijs van 1 tot 4 regels
is GO centen voor eiken regel meer 15 centen
behalve 35 centen zegelregt voor elke plaatsing.
39 MAAR T.
Het arrest van het Hof van Gelderland in de
zaak tegen C. A. Tiiieie.
II.
Is dc troonrede het werk des kouiugs of van de ministers
In het arrest lezen wij dat hij aldien do bedoelde troonrede
geheel of gedeeltelijk door een of meer der ministers was ver
vaardigd, (waarvan echter geen bewijs hoegenaamd ten processe
aanwezig is de koning door die rede uit te spreken zich
haar heeft toegeëigend."
Hel Hof als het bewijs vraagt, datdc ministers de troonrede
gesteld hebben, schijnt geheel vergeten te hebben, dat bet hier
een vraag van liet staatsregt geldt, wie de aansprakelijke per
soon is dat het is eene quaestio juris niet facti. Al had de
koning zelf liet stuk geheel geschreven, dan nog zal het zijnen
persoon niet kunnen treffen als de ministers verantwoordelijk
er voor zijn. Wij stellen dat naar staatsregt de koning da
troonrede niet kan niet magstellen en zoo hij het doet de
ministers óf hunne demissie moeien nemen, óf zich zijn werk
ioeëigenen en daarvan alle verantwoordelijkheid op zich nemen.
Wanneer wij het bewijs dezer stelling leveren, zullen wij
bet arrest van het Hof weerlegd hebben. En niets schijnt ons
gemakkelijker.
Men zegt de troonrede, niet in de grondwet voorgeschreven,
is eene vrijwillige daad des konings men zou op dezelfde wijze
kunnen zeggen, dat in de grondwet niet voorgeschreven zijnde
dat den minister een eerlijk man moet zijn het ook niet noo-
dig is dat hij een eerlijk man zij.
Als de ministers begrijpen dat er eene troonrede moet wor
den gebonden moeten zij den koning daartoe bewegen en zoo
liun dit niet gelukt hunne demissie nemen want zoo zij aan
blijven, nemen zij tegenover de statan generaal de verantwoor
delijkheid van dal verzuim op zich.
Als de staten generaal bogrepeu dat eene troonrede gebon
den moest zijn terwijl hij niet gedaan was, zouden zij volko
men geregligd zijn een adres aan den koning te rigten met
verzoek die raadslieden van zich te verwijderen, die hem had
den aangeraden geene troonrede te houden.
Het is eene geheel vrijwillige daad des konings om een wet
op de schutterijen, op het armwezen, op de suikeraccijns voor
te stellen, maar de ministers zijn er voor verantwoordelijk en
als zij verzuimen de wetten te doen voorstellen, die liet belang
des lands gebiedend vordertals de ministers in luiheid en
ledigheid hunne dagen verspilden zouden de staten generaal
bevoegd zijn van den koning de benoeming van andere minis
ters te verzoeken maar voer die verzuimen nooit den koning
verantwoordelijk kunnen stellen.
Zoo ook moet de troonrede bet werk der minislers zijn. In
de troonrede wordt een orerzigt gegeven van den slaat des lands
zoo in zijne betrekkingen naar buiten als van het binnenland,
de bestaande behoeften worden aangewezen de voornaamste
werkzaamheden die de staten generaal wachten aangeduid.
Zijn de beschouwingen die van den koning of van zijne mi
nisters zijn die wetten, welke uit zijnen naam zullen worden
voorgedragen zijn werk of dat zijner ministers Als dan de
troonrede eens de haudtastelijkste logens bekelsdeu wien zal
men die logentaal verwijten? Kan de troonrede wetten beloven
die de ministers niet voornemens zijn te leveren? Zeker neen
en moet men dan niet tot bet besluit komen, dat de troonrede
hel werk des ministers moet zijn, omdat zij alleen verantwoor
delijk zijn voor alles, wat er instaat, omdat zij alleen kunnen
beslissen wat daarin gezegd moet worden.
Maar, zegt men in andere landen mag dat zoo zijn daar
mag de koning esu ledepop wezen die naar de pijpen zijner
ministers moet dansen, bij ons is de koning meer zelfstandig;
z#u Louis Philippc die koning welke aan het hoofd eener
natie staatwaar meer dan ergens elders lievige driften de
partijen beroeren, eu de minislcrien zich herhaaldelijk afwis
selen een ledepop zijn? Eu toch die koning zal liet niet wagen
eene troonrede uit te spreken die niet door zijne ministers
gesteld en overwogen is en waarvan zij de verantwoordelijkheid
niet op zich nemen. De koning blijft evenzeer zelfstandig
maar indien zijne ministers iicm niet tot hun gevoelen kunnen
overhalen indien de koning begrijpt in zijne overtuiging in strijd
met die zijner ministers te moeten volharden dan nemen de
ministers hun ontslag en de koning kiest lot ministers mannen
die zijne overtuiging deelen en daarvoor de aansprakelijkheid
op zich willen nemen. En als de koning dan niemand kan
vinden die dat doen wil dan handelt hij w ijs als hij aan de
juistheid van zijn oordeel twijfelt en zijne overtuiging opoffert
die zoo zeer in strijd is met de wcuschen en behoeften dei-
natie dat niemand ze durft verdedigen.
Waarlijk arresten gelijk dat van het Hof van Gelderlaud
mogen de vrije beoordeeling der troonrede voor altijd smoren
zij zijn een ramp Toor het land dewijl zij al de ergtnis die
eene troonrede kan opwekken van de ministers afwenden
om die op het lioofd des konings te doen neerdalen en daar
door de genegenheid en achting der natie voor zijnen persoon
ondermijnen.
De wensch naar andere ministers is met inwendige rust be
staanbaar is geoorleofd maar de w.nsch naar een anderen
koning is de eerste kiem van een opstand waarvoor dc hemel