beschermt haar kinden de boosheid faaltal wordt zij door bekwame hand afgerigt. De man die den titel van vredevorst raag dragenkanzoo hij niet vreemd is aan iüi Christelijk leTen in den letterlijksten zin met een der eersten tolken van het Christendom zeggen Zoo God voor ons iswie zal dan tegen ons zijn! Wij zijn in staat nadere bijzonderheden mede te deelen nopens den moordenaar. Hij is een oud militairen was m den beginne geplaatst als boschwachter in de bosschen welke aan de kroon toekomen. Van een oploopend karak ter altijd in twist met zijne kameradenonbeschoft tegen r.jne meerderen veranderde hij dikwijls van standplaats, lulusschen uit kracht van een reglement, dat de plaats fan opperhoutvester toewijst volgens den raug van dienstjaren verkreeg hij dien post tc Fontainebleau. Bij ceno onlangs plaats gehad hebbende revue haalde hij zich van een' zijner chefs ce;;e bestraffing op den hals, welke hij met onbeschofte scheldnamen beantwoordde. Van dit gedrag onderrigt, kortte de heer de Sahunealgemeen opziener van de bosschen en domeinen van de kroon eene som van 25 frs, op de jaar- bjksche gratificatieaan de houtvesters toegestaan. Door deze trouwens zeer ligle bestraffing opgewonden weigerde Lecomte de gratificatie aan te nemen en schreef aan den heer de Sa hune dat hij niets van dezen wilde hebben, zich met zulke mensehen niet meer wilde bemoeijen en gebruikte daarbij de grofste scheldwoorden. Hij eindigde zijnen brief met te vorderen dat hem zijn geld uitbetaald werd. De heer de Sahune antwoordde dat hij zijnen brief als eene demissie beschouwdewelke hij aannam en dat zijn pensioen hem zoude uitbetaald worden. Lecomte antwoorddedat hij dit r.:et begeerde, maar zijn pensioen wilde gekapitaliseerd heb ben. Gelijk te denken iswerd aan dit belagchelijk voor wendsel geen gevolg gegeven. Lecomte werd afgezet en op pensioen gesteld. Woedend hierovergaf hij zich aan on beschoftheden legen den heer de Sahune en aan bedreigin gen legen den heer de Montalicet over. Zoodanig sijn de omstandigheden welke den afsehuvrelijken aanslag van den 16 dezer hebben voorafgegaan. Dal dc koning den dood ontsnapt is, schijnt een wonder werk te zijnwant de moordenaar was een voortreffelijk schutter en had zich op drie schreden afstands Tan het rijtuigop een hoop takkebossen geposteerd. Zoodra men het schot hoordevloog een persoon van 's konings gevolg naar den muuren te paard gezeten is hij over den muur gesprongenom den moordenaar te vervolgen. Hierop ontstond eene worsteling tusschen hen beiden de moordenaar werd op den grond geworpen en eerst twintig minuten later konden do soldaten die aan den buitensten muur dc wacht haddentoesnellenorn hem te grijpen. De moordenaar genoot een traktement van 6000 francs per jaar. Hij was op aanbeveling van den koning en van den heer de Rumigny tot dien post benoemd. Sommigen zeggendat hij wegens wangedrag uit zijne betrekking bij de administratie der bosschen was ontslagen en dat hij gezworen had zich te zullen wreken op hendie hem hadden doen wegzenden, "De heer de Montalivetdie zich mede in het rijtuig des konings bevond vraagde aan den moordenaar of het schot op hem gemunt was. »Neen!" antwoordde de verstokte misdadigerzonder aarzelen ik schoot op den koning Verschillende depulatien hebben zich bij Z. M. vervoegd, om hom geluk te wenschen met zijn behoud. Men vreestdat deze gebeurtenis eenen ongunstigen in vloed zal uitoefenen op het bezoek van koningin Victoria te Parijs. Deze aanslag is de achtste op het leven des konings sedert de Julij-omwenteling. De rorige aanslagen waren van Bergeron FieschiAlihaud Meunier Darmes Ilubert eu Quenisset. Uit eene van regeringswege gedane opgaaf van de op brengst van 's Rijks middelen in de eorste drie maanden van 1846 vergeleken met die der eerste drie maanden van 1845 blijktdat die opbrengst is geweestdirecte belas- tingen 4,624,249,821 zijnde 312,560,34 meer dan in 1845, in- en uiig. regten enz. 967,841,22 zijnde ƒ382,000,581 meer; accijnsen 4,581,662,381zijnde 309,138,68 meer;registratie, zegely 2,079,982,55| zijnde 4,026,18J minder; regt van waarborg op gouden en zilv. werken 28,425,64 zijnde ƒ3,560,741 meer; posterijen 334,255,41, zijnde 2,931,43 minder; loterijen y 142,927, zijnde ƒ3,563 minder. De geheeele opbrengst is geweest ƒ12,759,344,032, zijnde ƒ996,739,831 meer dan in 1845. Wij zeggen niet hallelujah! maar hallelu-van Hall ARNHEM 22 April. Van eene geachte zijde zijn wij verzocht geworden in ons dagblad melding te niaken van de omstandigheid dat da voordragt voor de betrekking van regter-plaatsvervanger in de regtbank lo Leiden andermaal de namen bevat van drie petitionarissen. Van de beide kandidatende heeren mrs. N. Olivier en J. E. Goud smit is zulks algemeen bekenddit is niet het geval wat betreft den kandidaatden heer mr. S. Tak. Deze beer heeft wel gepetitioneerddoch deed zulks bij en op eene bijzondere lijstwelke wij geloovcndat niet bij het gouvernement ingekomen of bekend is. De minister zal al- zoo weder in hel alternatief gesteld zijnvan öf een' peti- tionarisöf iemand buiten de voordragt te benoemen. Zon der de voorgedragene personen in het minste te willen vleijeu kunnen wij niet af, hier tevens hulde te doen aan hel onafhankelijk karakter der Leidsche regtbankwelke kennelijk bij bet voordragen harer kandidatenop derzel- ver bekwaamheid en geschiktheid zietzonder hun do doodzonde aan te rekenen van zich te hebben gedragen als karaktervolle mannen en goede burgers van den staat, door openlijk hunne afkeuring ie kennen te geven van eenen stand van zaken welke het vaderland met gevaar dreigt. ZUTPHEN22 April. Men verneemtdat de bekende fVilheimina LFolf, weduwe van Laardezer dagen we derom en we! ten derden male een pistool met kruid en spijkers geladen op den persoon van G. J. Gerritsenle Warnsveld heeft afgetrokken doch welk vuurwapen ook nu even als vroeger gelukkig heeft geketst. Gelijk men zich zal herinneren heeft deze vrouw voor een soortgelijke mis daad tegen denzelfden persoon reeds twee malen voor het hof van Gelderland leregt gestaandoch is zij telkens niettemin de laatste maal hare met buos overleg gepleegde

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1846 | | pagina 2