men. De graaf," dit voegde zij er met ecne bevende stem
bij de ed vroeger aanzoek om mij en mijne voogden be
loofden iiem mijne hand; mijn gemaal hoort hem ongaarne
noemen.Theobald verwijderde zich; lang kon hij niet slapen
de zonderlingste gedachten doorkruisten zich in zijn hoofd en
loen hij tegen dea morgen insluimerde, trad dezelfde droom
met dezelfde vreesselyke overtuiging van waken voor zijnen
geest; dezelfde kramp hield zijne leden geboeid, even duide
lijk zag hij de gedaante van zijnen gastheer; en ontwaakte op
nieuw met een luid geschreeuw om niets te zien dan de eerste
stralen van het morgenrood in het oosten die zijne kamer
flaauw verlichten, ilij kleedde zich snel aan; de kamer was
hem onverdiagelijk hij opende de nog vast geslolene deur en
ijlde door dun gang van het huiswaar hem slechts eenige
dienstboden ontmoetten in do vrije lucht."
«Zijn weg voerde iiem iu een afgelegen deel van het dorp,
welks ontwakende bewouers hem uit buune deuren verwonderd
aanstaarden hij sloeg geen acht op lieu en zocht de ecn-
zaamiieid. Toen hij huilen het dorp was gekomen zag hij
sen' kleinen muur voor zich; hij sprong er over eu stond bin
nen de omheining van het dorps-kerkhof, waarop vele graven
en eenige weinige gedenkteekënen ziglbaar waren. Hij wan
delde, zonderling bewogen, tussckeu dezelve rond las vele
niets bed' deinle opschriften en stond eindelijk voor eeneu
niet zeer ouden grafheuvel, die zijn oog, hem zelf onbegrij
pelijk boeide. Slechts hier eu daar had eeuig jong gras op
denzelvcn wortel geschoten en vele plaatsen waren slechts
spaarzaam met onkruid begroeid. Wie ligt hier?" vraagde
hij dén voorbijgaauden doedgraver. Wal weet ik hetzeker
een boer!" antwoordde deze kort en barsch. Theobald zag
den lompëii kerel verwonderd aan dé boeren plaglen in deze
streken gewoonlijk zeer onderdanig legen voornamere lieden te
zijn: diens toon hinderde hem. Ik vraag naar den naam
van den hier begraveneu zoo ging ilij op een' geslrengen en
vasten toon voort. »Ik weet bei niet meer." »Gij weel het
niet meer? Hoe ond is hel graf?" -Tien jaren antwoordde
de man en wilde verder gaan. Theobald moest dat als een
openbare leugen aanmerken. «Schurk riep hij »iiet is geen
drie jaren oud Ik verlang dal gij mij het graf opent
«Zijl gij dwaas, mijnbeer? Gij kunt het verlangen, maar het
gebeurt niet!" Theobald poogde hem goedschiks over te
ualcn hij bood dcu mciisch zijne beurs aan, maar hij wilde
niet en zocht hem lo ontkomen. Theobald zag hein eerst lang
zaam eu vervolgens toen hij meende niet meer gezien to
worden snel naar liet Slot ijlen. Hij deed als of hij het niet
zag sloeg ten' anderen weg in eu trad de dorps-herberg bin
nen. Hier besteeg liij dadelijk een paard, en spoedde zich naai
de dihstbijgelegeiie stad. Hij bereikte dezelve eerst tegen den
middag meldde zich bij het geregt aan en verlangde gereg-
telijke magl en begeleiding om het graf te openen. Dezelve
werden hem eindelijk na eenig over- en weerspreken, Terwon-
dering en ongeloovig lagchcn van de zijde der regters toege
staan nadat hij zijnen naam genoemd, aanzienlijke verbinte
nissen in de hoofdstad aangeteond eu gedreigd had de weigering
daar oogenbükkelyk te zullen aangeven. Hij nam postpaarden
en kwam nog voor zonsondergang op het goed aan. Zijn eerste
weg was naar het kerkhof. Hel zondeilinge vau de daad ver
breidde zich als een loopend vuur door liet dorp; de Geestelijke
van dc plaats verscheen en binnen korten tijd was het gan-
sche publiek verzameld. Juist zoude men met het werk be
vinden toen de lieer van liet slot met woests gebaren door dc
menigte drong, en Theobald met eene donderend» stem toeriep
«Wat wilt gij hier? Wal begint gij? Ik beu hier regter
wal gaat gij doen Theobald vertoonde hem zijne lioogere
volniagt. 11» Edelman verbleekte en trok een paar pistolen
vi11 den gordel. «Ik ben op het zwaarste beleedigd," riep iiij
hevig; «eer dat gebeurt, zult gij met mij schieten!" Hij over
reikte Theobald eene der pistolen «Ik vecht naderhand,"
zeiue deze koel en stak de pistool bij zich. «Gij schiet nu of
sterft riep de edelman buiten zich-zelvcn en woedend deed
hij de schuwe menigte terug wijken. «Met u schiet ik in hel
geheel niel antwoordde Theobald onverschrokken school de
pistool iu de lucht af en wierp haar loen voor de voeten van
den gastheer. Gaat voort niet deu arbeid zeide hij zien
tot de lieden wendende. Een kreet uil aller mond waarop
een slag Tolgdo brak zijne rede af. üc edelman lag in zijn
bloed te wentelen. Men ijlde toe; doch alle hulp was ver-
geefschde kogel was juist door liet hart gegaan. De onge
lukkige werd in het huis vau deu doodgraver gebragt; den
geestelijke die eerst sedert twee jaren op deze plaats stond
werd het treurige werk opgedragen de gemalin vau den ge-
sloveneu op ket gebeurde Toor t» bereiden eu haar te bewe
gen dadelijk dien oord Ie verlaten. Theobald vernam van de
omstanders, dat de graaf Oxenstierna werkelijk voor bijna
drie jaren eenige dagen op dit goed doorgebragt had. Het graf
was middelerwijl geopend geworden, niettegenstaande het in
vallen van den aToud; de kist werd er uitgenomen geopend
en met ontzetting herkende Theobald bij het licht der fak
kel deu zegelring van zijnen vriend niet nog groolere
ontzetting eene diepe wonde aan liet hoofd van deu iloodeu
eene lange ijzeren spijker vond men nog in de vouwen vau
het doodkleed.»
«Een jaar daarna rustte het overschot Tan deii graaf Oxen
stierna in het familiegraf op zijne goederen.»
Do oude zweeg, ecne diepe stille Tolgde. Eu Emilie de
Ter gij verhief zich de stem der jonge dame vreesachtig.
Zij deed eene reis naar het Vaste Land eu stierf in Fran
krijk, zoo als ik gehoord heb.» «Eu uw vriend?»«Hij
verliet Zweden.»
De grijsaard zweeg, niemand durfde verder vragen. Hij nam
de hand van het kind de kleine had haar hoofdje op zijnen
schouder gelegd eu was ingeslapen zij stonden op en gaven
hel teekeu 0111 te vertrekken waaraan het overige gezelschap
voldeed.
Qlbusrtentijëtï.
Ondertrouwd
P. P.
NOORDENDORP
van
Gravenhage
dek Helder
en
10 Julij 1846.
F. P.
B 0 0 M S M A.
Heden verloste van een' welgeschapen DOCHT'ER s
mijn geliefde Eclitgcnoot B. EENHORST geb. Walraven.
Helder 8 Julij 1846.
De ondergeteekende zich als Chirurgicaal et Orlhophe-
disch INSTRUMENT en GEWEERMAKER geëtabliceord
hebbende neemt de vrijheid hetzelve aan het geëerde pu
bliek van Texel en den Helder c. a. Ie informeren, Maakt,
Slijpt en Repareert alle soorten van Chirurgicaie et Ortho
pedische Instrumenten repareert en verandert alle soorten
van WapensSteengeweren a Percutionzonder of met En-
gelsche kamer enz.vertrouwende door eene solide bedie
ning en de nabijheid van het Eiland zich geruslelijk in de
protectie van het geëerde publiek aan te bevelen en dezelve
waardig te maken.
Burg op Texel, II Julij 1846.
'j, H. MA HIEU.
Uitgegeven bij C. BAKKER Bz te Kieuw eDkp.
Gedrukt bij G. GILTJES te Helder.