PTJBLXEZE TSRZOOPX1TÖ' TAN HUIZEN EN ERVEN. KASTPAPIER tegen de MOTTEN II A R U O K A V E R IJ. fcouwd* op dien grond een prachtig paviljoen. De wedutf ech ter liet het hierbij niet berusten maar ging naar den Kadhi en klaagde deu monarch bij hem aan. De eerlijke en edele regter besloot deze zaak zich aan te trekken de vrouw in dien mogelijk regt te verschaffen en zijnen vorst van eeue zware seliuid te bevrijden. Hij liet eeu geruimen tijd verloo- pen en begaf zich teen onverwachts naar den Khalifjuist toen hij zich in zijnen nieuwen lusthof bevond. Hij reed naar hem loe op eeu ezel met eenen grootcn zak bij zich. Do vorst was verwonderd hem aldus toegernst en onaangemeld voor zich te zien verschijnen. Hij vroeg hem, wat hij begeerde Niets anders was zijn antwoord, dan dat ik mijnen zak mag Tullen met aarde van dezen groud. De Khalif stond hem dit verzoek toe doch vond het vreemd en was begeerig om te weten waar dit heen zou. Toen de regter den zak gevuld had verstoutte hij zich den Monarch te verzoeken dat hij hem de hand wilde leenen om den zak op dtn ezel te heffen. De vorst nog al meer verwonderd stak de hand uit cu wilde den zak hslpeu ligtcn maar bij was te zwaar, eu men kou hem zelfs niet bewegen. Toen sprak de Kadhi met eeno def tige stem o belieerscher der geloovigeu indien deze zak u reeds te zwaar Talt wat zal het dan zijn als gij iu den dag des oordeels al deze aarde zult motten dragen die gij aan eene wecrlooze vrouw hebt ontweldigd!" De Khalif was ge troffen erkende zijn ongelijk prees de vrijmoedigheid van den regter en gaf aan de weduwe haren hof weder met al de gebouwen, die hij daarop geslicht had. Op de stoomboot van Maagdenburg naar Hamburg bevond zich voor eenigen tijd een Joail. Het reisgezelschap vermaakte zich met elkander raadsels op te geven. Mijae heeren sprak de Jood ik wil u ook een raadsel opgeven maar ik heb er eene voorwaarde bij die het niet oplost geeft mij eeu vijf- stuiverstuk. Zijt gij hiermede te vreden Zijn voorslag werd aangenomen en de Jood begon: Maandags ziet het wit; dings- dags zwartwanneer men het woensdags xncl groen vermenig vuldigt wordt het graauw eu donderdags is het weder wit. De eerste wist het niet. Kom over, een vijfsluiverstuk schreeuwde de Jood. De tweede van 's gelijken en zoo ging het de geheele rij rond. Toen alleu hel hadden opgegeven en men. nieuwsgierig eu met gespannen aandacht de oplossing van het raadsel afwachtte, zeide de Jood Mijne heeren! ik weet het ook niet!" taslle in zijn zak, en legde ook een vijf stuiverstuk in zijn hoed. H O O G E ADEL. Baron van Mallenstein tot Gekkenburgbezigtigde met zijnen trouwen knecht een kerkhof. Het onderscheid van kleur der beenderen trok de opmerkzaamheid van den laatste. «Waaraan» vroeg hij zijnen heer, die als een echt baron aan niets dacht. «Waaraan mag het worden toege schreven dat bet eene doodshoofd zoo blank het andere bijkans groen is.» Dilskuiken gaf de heer ten antwoord weet gij dat nog niet dat komt van de geboorte; blanke schedels behooren aan edellieden, die graauvre en groene zijn koppen van het kanaille begrepen?» onderda nige dienaar.» Kenige dagen daarna reed dit tweetal over eeu uitgestrekt veld waarop een edel achtbare driehoek prijkte waaraan nog een frag ment van een geraamte hing eens bij lerende lijve daaraan gestrikt nu zoo blank als elpenbeen. Zie eens mijnheerzeide de oude Jan. Wat dan «daar is een van hoogen adel.» Ql b tï e v t e n 4 i u. Ondertrouwd L. JELGERSMA Gz. en Nieuwediep, A. LASTDRAGER. 16 Julij 1846. Eeni'je kennisgeving. Men is voornemens om op Maandag, den 17 Augustus 1846 des avonds ten 8 uren in het Heeren-Logement aan den Helder, ten overstaan van den Notaris J. SCHOON, publiek te Verkoopen 1°. Een hecht, sterk en weldoortimmerd HUIS en ERF, ingerigt tot «ene Broodbakkerij staande en gelegen in de Tweede Langestraat aan den Helder, geleekend letter D No. 199, op den kadastralen perceelsgewijzen legger der Gemeente Helder aangewezen in sectie A, No. 1877, als groot te zijn 1 Roede en 36 Ellen. 2o. Een WINKELHUISSTAL en ERFslaande en gelegen in de Tweede Langestraat aan den Helder ge- teekond letter D No. 247 op den kadastralen perceelsge wijzen legger bekend in sectio A, No. 1964 en 1965, het eerste Nummer Ier grootte van 1 Roede en 6 Ellen en het tweede ter grootte van 1 Roede en 10 Ellen. De beide voorschreven perceelen behooren aan Hermanns Stijgers en Martin» Krul. oo. Een HUIS en ERF mede staande en gelegen in de Tweede Langestraat aan den Helder, geteekend letter D, No. 232 kadastrale sectie A No. 303 groot 79 Ellen toebehoorende aan den Heer A. Boomsma. Nadere inlichtingen zijn te bekomen ten Kantore Tan den Notaris SCHOON voornoemd. De Directie der Algemeene Ulrechtsche Brandverzekering Maatschappij geeft door dezo berigtdat zij in plaats van den Heer L. dek BERGERdie afgetreden isals Agent hunner Maatschappij hebben benoemd en aangesteld den Heer JACOB GILTJES Ontvanger der Loodsgelden aan het Nieuwediep. Utrecht 14 Julij 1846, II. E. SCHUURMAN, Directeur. bij den Boekbinder STADERMANN aan bet Nieuwediep. Op Zondag den 26 Julij 1846, des namiddags ten vier uren zal door den Kastelein PIETER YRIkSMAN aan den Sint Maartens Vlotbrug worden verdraafd Een ME FIERE» ZWEEP, tol Prijs cu Een FRIÉSCSI RE JDEK, tot Premie. Heeren Liefhebbers worden uitgenoodigd om hunne Paarden ten twaalf ure bij genoemden Kastelein op Stal te brengen. Uitgegeven bij C. BAKKER Bz te NieuweDief. Gedrukt bij G. GILTJES ts Helder

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1846 | | pagina 4