V00R100PIGE KENNISGEVING. JF JE U I I JL F T O H. DE WACHT. Toegepast op het dagelijks Leven. Fragment uit een nog onuitgegeven Dichtwerk Hij die zijn pligt betracht in 't Militaire leven, Moet bovenal op xvacht zeer veel attentie geven. J)e wacht is steeds het beeld van 't menschel ijk geslacht, 'tZij men in puiperdos of stulp d'aflossing wacht. Men brengt u op uw post, het kind dut treedt in 'lieven; Consignes worden steeds, van wieg tot 'tgraf gegeven, Des grijsaards veeg» stond en lang verleden daden Zijn hier 't bewijs er van of hij zijn pligt sloeg gade Zoo wel in wieg als post leert uien steeds pligt betrachten Het kind zoo wel als man heeft anders straf te wachleu. I)e korporaal der wacht die naar uw post u leidt Is d'inspraak van uw hart, die steeds uw schreeu geleidt. Nu zijt gij op uw post, de Roud komt n bezoeken Houd steeds op hem het oog aars zal hij u verkloeken Hij is beproevingsbeeld van vreugde ramp en smart Cu wat den sterfliug meer komt knellen aan hel hart. 0! vindt hij altemet, dat gij uw pligt niet doet Verdwenen is uw vreugd, een adder in 't gemoed. Ach! dat zijn zinbeeld toch, aan u deez' les steeds leer, Waak blijf steeds op uw post, leg nooit uw wapens neer; De vijand komt somtijds, als gij hem 'l minst zoudt vreezen, Gij zoudt, eer gij het dacht, zijn krijgsgevaugeu wezen. En komt d' aflossing dan, uw post wordt wel betouden, 0 smaak dan stille rust na veel vermoeide stonden. De inspraak vau uw hart, 'k bedoel hierdoor 'tgeweten, Heeft reeds uw lol beslist, uw toekomst afgemeten. Hij brengt u deed g uw pligt, op eene effen baan, Na 'n moeilijk hobblig pad op eene rustplaats aan. Ach zorg voor alle ding dat 't nimmer moet gebeuren Dat, wordt gij afgelost, soms pliglverzuim doet treuren, Eén traan niet afgewist door die verzoende hand Sluit eeuwig u den weg, naar 't beter vaderland; Eén daad hoe ligt geschat hoe weinig omgegeven Sluit altijd u den weg, naar 'teeuwig zalig leven. Wie onzer doet zijn pligt, en hij wordt niet beschroomt Als tiet woord afgelost aan 'l veege sterfbed koomt; Maar is dan 't woord pardonaan't bloedig kruis geschreven, Wordt hij dau allgelost hij krijgt een beter leven De vrome strijdei ligt, zijn hoofd dan juichend ntér En 'tis zijn afscheidsgroet: «Waak blyf steeds in't geweer." DE VUURTOREN. Losse gedachten.) Gelijk aan 'sliollandsch strand bij nacht de schepeling, Somtijds door nood geperst, weer moed en kracht ontviug; Als hij deez' vuurbaak ziet, aan 's Helders strand ontbranden; Hel geeft hem nieuwen moed om spoedig aan te landen Verdwenen is zijn smart, hij denkt aan 't Vaderland Aan vader, moeder, vrouw of kroost aan hem verwant. Ho# ook de noodstorm rees hem dreigde met den dood «ij ziet het Vaderland vergeten is zijn nood. Hij stapt op 's Hollandsch grond hervindt de zijnen weer Eu zelfs het ruwste hart, vindt menschlijkheid deez' keer. Zoo gaat het ook met ons ook wij zijn schepelingen Die op des levenszee veel storm en nood ontvingen Soms wierp een ramporkaan, ons wrakje op ecu rots, Terwijl ons anker brak en zeilen vlogen los Wij vo«lden onze hulk door ramp en smart omklampen Het broze vaartuig ras op rots en klippen stampen Geen redding daagt' er op, wij zinken wij vergaan! Dau ueeu! daar stilt de wind daar komt de redding aan Daar ziè 'k vertroostend licht het zijn o Hoop! uw stralen Zij doen én kalmt' én rust, in 't harte uederdaleu Zij wijzen 'toord ons aan daar waar de haven leidt, Waar alles rust en vree daar waar geen storm verbeidt Nu moedig 't zeil in top, wij nadr#n juichend 't strand, En landen aan de kust van beter Vaderland. Selder 1846. J. G. PUT Korporaal. UIT EENBN GENEESKUNDIGE CATECHISMUS. Fraag. Waarom kan een arts niet voortkomen, zonder windmakerij Antwoord. Omdat het zonder wind slecht zeilen is. F. Ho# konden de mcnschen voor den zondvloed zonder artseu z#o oud worden? al. Omdat zij zelve artsen waren. F. Waarom sterven wijze kind«ren zoo vroegtijdig? A. Omdat zij iu de wereld niet zouden kunaan voortkomen. F. Welken arts moet een zieke gelooven wanneer zij el kander tegenspreken A. Hein die het minste belooft. F. Waarom worden d# artsen niet meer onder het getal der goden geplaats? A. Dewijl zij op aarde steeds onontbeerlijker worden. F. Waarom hebben de meuscheu slechts vijf zintuigen? A. Omdat de meesteu naauwelijks vijf kunnen tellen. F. Gij prijst de matigheid. Waarom raadt gij ons gee® middel tegen de eetlust aan A. Omdat dit middel juist de onmatigheid is. F. Kunt gij wel maken dat het water beter smaakt, daar wij zoo als gij beweert, toch geen wijn moeten drinken? A. Neen maar men kan wel maken dat de wijn slechter smaakt. F. Daar de kwakzalvers veel sterker gebruikt worden da® regtmalige doclars waarorn worden er geene ernstige maat regelen legen zoo iets genomen A. Het geschiedt thans terwijl men alle kwakzalvers tol doctcrs maakt. NATUUR- WONDEREN. De publieke bladen verbaalden onlangs van een natuurwon der namelijk, van #eu' bok met twee koppen, vier horens en andere afwijkingen. Dat was nu w»l eene zeldzaamheid maar vrij wat meer bewoaderenswaardig is het natuurwonder waarvan mij een boer uit de Meijerij verhaalde. In het vlek R. namelijk zou een hengst een' met zes paarden bespauneM wagen benevens conducteur en postiljon geworpen hebben I De boer, die mij deze geschiedenis mededeelde, zal op de op de eene of andere kermis dit wonder ter bezigtiging stellen. Qtéocvtcnticn. Men is voornemens (indien daartoe autorisatie zal ontvan gen worden), op Dingsdag den 22 September 1846, des morgens om 12 urebij of aan boord van de Russischs Schooner Gottfriedgevoerd bij kapt. O. W. STRANDBERG, liggende in dc Binnenhaven van het Nieuwediep publiek om Contant Geld, te verkoopen, de ingemelde Schip zijnd» lading STE EN KOLENwaarmede dezelve gekomen h van Middlesonegedestineerd naar Elseneurzijnde voos den verkoop voor een ieder te zien. Uitgegeven bij C. BAKKER Bz te NieuweDiep, Gedrukt bij G. GILT]ES te Helder

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1846 | | pagina 4