N°. 4& WEEKBLAD van den HELDER en hetNIEUWEDIEP. STAATKUNDIGE BESCHOUWINGEN, VERTOGEN enz. TIERDE JAARNA%G. Dit Weekblad wordt eiken Maandag-morgen uitgegeven bi) C. HAKKER Bz te Nieuwe Diep, De 1'rijs is 80 Cts. in de drie maanden en voor de buitensteden franco per post 90 cents. Men abonneert zich bij de Boekhandelaren en Postkan toren zijoer woonplaats. MAANDAG AD VERTEN TIEN gelieve men ongezege.'d aan den Uitgever in te zenden uiterlijk Zaturdagsdes middags ten 12 ure de prijs van 1 tot 4 regels is 60 centen voor eiken regel meer 15 ceoten behalve 35 centen zegelregt voor elke plaatsing. 26 OCTÖBER. DE TROONREDE. Het is in eene constitutionele Monarchy een plegtige, indruk wekkende dag als de Katner of Kamers worden geopend. De gewoonte van eene jaarlijks regelmatig terugkeerende hande ling, de dikwijls onbeduidende woorden, die bij deze gelegen heid gesproken worden mogen den indruk van den dag doen verwaleren, het gewigt er van wordt er niet door weggenomen. Die plegtige dag was de laatste maandag voor Nederland. Werpt nweu blik in 's lands vergaderzaal waar zooveel besproken en afgehandeld is, dat wel of wee over het Vaderland bragt. Daar zijn ze bij een de mannen, die gij de keur, de bloem der natie noemt. Zij hebben voor God en menschen beloofd het heil des Vaderlands te behartigen. Een nieuw tijdperk wacht hen, en het zal toonen of zij hunnen eed vergeten of volgen. De Ministers die de klem der Regering in handen hebhen de raadsmannen van den troon nemen plaats in hun gestoelte. Alles wacht, het geschut buldert een salvo des vredesde Koning komt omstuwd van zijn huis in koninklijke praal. Daar is hij gezeteld in het midden zijns volks als een vader in ziju huisgezin, als het feestdag is. Alles is in diepe stilte, het Vaderland het Volk zwijgt de Koning spreekt. De zit ting is opgeheven, de praal verdwijnt, en het koele versland vraagt wat heb ik gehoord Het is een regel geworden dat de koninklijke aanspraak weinig zeggeu mag, veel verzwijgen moet. Maar wat zegt deze aanspraak wat verzwijgt ze Al wat drukt en grieft is met den prach!mantel bedekt maar wat zullen wij zeggen, het is bijkans eene gewoonte, dat open bare verslagen, zelfs als inrigtingen morgen onthouden wor den toch in voordeelig licht de zaken plaatsen. En waartoe zal het hoofd van den Staat het zwarte beeld vertoouen dat zullen de leden van de Kamer zelve vroeg genoeg doen. De troonrede zegt ons dat de belangen van onzen handel getrouw behartigd door tractalen gewaarborgd worden. Het was van de Regering niet te vergen dat zij verklaarde wat de belang hebbenden beweren en gevoelen namentlijk dat het tractaat met België alles behalve onze belaugen bevordert. Do versterking van ons zeewezen maakt een voorwerp van overweging uit. Goed maar de Regering moest zwijgen dat men in vrees verkeert, dal als men eens een vijfentwintig- of vijftigjarig jubilé van overwegingen viert de uitkomst over bodig koude zijn eenvoudig omdat wij onbeschermd alles verloren hebben wat door eene Marine op zee moest be schermd zijn. Yan den staat van hel ouderwijs en de beoefeniug van kun sten en wetenschappen wordt gunstig getuigenis gegeven naar waarheid; en al hadden wij alleen de instelling van het staats examen te roemen het is genoeg om een oogst van zegen te beloven en wij wenschen der Regering moed en wijsheid om de inblazingen van zekere partij die het ouderwijs in verder felijke hauden wil spelen, gehoor te weigeren. De Regering van de beweging en scheepvaart handel en nijverheid sprekende zoo als zij doet mag niet terugblijven van het vrijgevig stelseldat alleen onze veiligheid maar ook onze welvaart uitmaakt. Het ontbreekt ons aan ruimte de troonrede op den voet te volgen, een paar punten mogen wij echter niet voorbij gaan: het eerste is de verblijdende modedeeling dat het gevreesde te-kort voor als nog verwijderd is. Wij wenschen de Regering er geluk mede; maar zij worde niet onverschillig over de wijze waarop die uitkomsten verkregen worden. Geschiedt het door kunstmatige, willekeurige opvoering der belastingen, waarover allerwege zoo bitter geklaagd wordt de Regering nwiakt het Yolk arm en ongelukkig en wordt hetzelfde; daarenboven maakt ze zich gehaat en bereidt haren val. Waar vandaan toch die algemeene ontevredenheid die wrevel die bijkans haat tegen de Regering is geworden? van waar dat een geschrift hetwelk de Regering verdedigt niet eens gelezen en honderd geschriften die de Regering openbaar, den Koning bedek lel ij k honen, verguizen, bespotten, verslonden worden? is het oiniiat de Regering zoo slecht is, omdat de grondwet niet deugt? waarachtig niet; maar omdat men te veel belasting moet be talen, omdat men, zoo als het Yolk dit uitdrukt, voor het land moet werken. De Regering korte hare wieken verwijdere alle overbodige uilgaven voere een stelsel in overeenkomstig met ons klein huisgezin en de belasting zal verminderen de te vredenheid vermeerderen. De Koning, en wij gelooven het, ook de Ministers willen het goede, maar dat zij hel dan ook doen. Het slot van den troonrede getuigt eenvoudig en mannelijk van dit goede doel en wij bidden met den Koning, niet bij wijze vau formulier of uit pliglplegingmaar uit grond des hartemet Chrislelijken kinderzin dat de Alinaglige zijnen zegen over Nederland uit- slorte. Op dit punt zullen allen die bidden kunnen zich met den Koning vereenigen, maar toch zien wij in hetgeen de door luchtige spreker verzwegen heeft eene bron, welke de verhoo ring dier bede voor het minst kan in den weg staan. De Re gering heeft door plegtig zwijgen openbaar uitgesproken dat zij niet noodig acht wat in 1845 algemeen door de Kamer als zoodanig werd geoordeeld: de verbetering van ouze instellingen. De Kamer wil die, de Regering wik-zc niet; de Kamer ver-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1846 | | pagina 1