r<»r:ig en mel de handopden mg door het vertrek wandel
de. Binnen vijf minuien was «Je Keizer terug en zeide
Hoor Langer zoo gij iu alles zoo gelijk hebt als met de
■watervaten dan is mijn hofmeester een zameiiraapsel van ou-
tléiigd."'JYasilowitsch riep hij bniten de deur.
■De Keizer. Is het. mogelijk Geen water in mijn paleis!
Die spitsboef! Ja ja het zijn knappe lui, die Merizikoff
mij.... Hier hield hij eensklaps op en keek Steven aan, maar
deze hield zich als of hij niets gehoord had.
Nu trad /Kasilowilsch met een tevreden lagchen binnen,
overtuigd dat de belasterde Steven reeds een geducht pak sla
gen van den Keizer ontvangen had, en dat het nu zijne beurt
was om zijnen lust op hem te kunnen bevredigen: kruipend
wierp hij zich voor den Keizer, maar zijn gezigt nam eene ge
heel andere plooi aan toen de Keizer hem forscli toesprak
Waarom heeft Langer zich aan u vergrepen?"
Wasilowitschzweeg.
11e Keizer met verheffing van stem. Waarom
TKasiloivitsch. Omdat ik hem mijne bruid niet wil afstaan,
die niets met hein te doen wil hebben.
Steven. Wie is uwe bruid
I)e Keizer Steven bestraffend aanziende, tot Wasilowitsch.
Gij liegt
Eu zijn gelaat begon zich even als de gezigteinder te betrek
ken als een onweder dreigt, en vervolgde toen: Gij hadt
uwen pligt verzuimd mijne ukase bespot geen water op het
dak van het paleis laten brengen Steven spoorde u daartoe
aan ja meer dan eens en toen hebt gij hem eenen slag ge
geven en dien kreegt gij met intrest terug, dat was regt
want er was geen water."
Wasilowitsch. Allergenadigste Keizer, die Duilscher be
driegt u
l)e Ke izer. Met eigen oogen heb ik mij overtuigd. Gij zijt
een leugenaar een booswichtgij wildet inij eene onreglvaar-
dige daad laten begaan, daarom moet gij de stokslagen hebben
die hem waren toegedacht.
Hierop trad de Keizer met opgeheven stok naar den ver
bleekten hofmeester toe maar deze smeekte, zijne knieën om
armende Genade Heer genade
De Keizer, hem met de voet terngstootende. Snoodaard
Beken wal gij met Yar scha de dochter van dien braven koop
man heb' voorgehad
ff'asiloivitsch verlegen. IJ ar scha IJarscha\ Welke
Yarscha
J)e J eizer. Dezelfde die gij verleid en uit het venster ge
worpen hebt
Wasilowitsch verwonderd. Ik? Keizerlijke Heer, gij wilt
den sj ot met mij arme drijven
De Keizer. Gij weet dus niets daarvan?
En toen zag de Keizer met eenen grimtnigen blik op Steven.
asiloivitsch moediger. Zoo zoo die leugens kwamen
van hem! Ach ja! wat kan de ijverzucht toch niet uitwerken
Ik beken hel mijn Keizer, ik was nalatig in de vervulling
van mijnen pligt en ben zeer strafbaar maar geloof dit boos
mensch toch niet die mij haat omdat Wilmer mij zijne
dochtei heef! toegezegd. Ja, mijn Heer en Keizer, (de armen
over zijne horst kruisende) beveelt gij het, dati wil ik voor
alle piieslers met de duurste ecden zweren dat ditmeuschceu
lasteraar en ik nooit eene IJarscha gekend heb.
De zachtheid en het vertrouwen, waarmede hij dit zeide,
bevredigde den Keizer en bedaarde zijnen toorn: hij wendde
zich lot Stevenwiens ader op het voorhoofd reeds weder ter
deeg begon te zwellen en zeide Wie van deze bedriegers
- kan ik gelooveu Gaat beiden uit mijn gezigt, de eene deugt
zoo min als de andere. Maar gij Langer uit Glogau uwen
haat tegen mijnen hofmeester ken ik al lang, gij komt mij
verdacht voor. Met het water hebt gij gelijk maar met dat
meisje is een verzinsel. Scheer u beiden weg hoort ge
Zcgi pialend keerde Wasilowitsch zich reeds om toen men
buiten eene vrouwelijke stem hoorde en kort daarop Maria
in haar beste gewaad maar doodsbleek voor den verwonder
den Keizer lag te voel vallen, roepende: En al moest het
nij ook het leven kosten U. M. ik durf niet zwijgen ik
vil mijn Steven redden, de waarheid zal aan het licht ko
nen."
De Keizer, meer verwonderd dan boos. Wat moet dit be
duiden. Maria\ wat wilt ge toch, en hoe komt ge hier?
Maria. Ach Zij wilden mij niet binnen laten maar ik
dacht men kan mij tocli 11 iel meer dan doeu ombrengen en
krijg ik Steven niet dan geef ik weinig om het leven.
De Keizer. Ik ducht dal gij met uwen bruidegom Wasilo
witsch zoudt huwen
Maria. Wasilowitsch mijn bruidegom. Daar beware mij
de Hemel voor Zulk een monster 1 Neen liever levend be
graven
De Keizer. Ho bo stil wat
Maria. Ja, Mijnheer de Keizer; gij wordt misleid gij weet
niet hoe die booswicht u om den tuin leidt maar daarom
kwam ik hier om u een licht te doen opgaan en de oogen te
openen. Men zegt, dat mijn Steven stokslagen zal ontvangen
omdat hij dien deugniet zijne vuisten heeft laten voelen; dit
deed hij zeker met liet grootste regt, en daarom smeek ik U.
M. op mijue knieën, bega toch zulk een ouregtvaardigheid
niet aan twee menschen die u achten. Zie als Steven op
zijn Russisch gestraft wordt kan hij mijn inau nooit worden
want wij Hollanders en Duitschers zijn een vrij volk eu daar
wordt een hond nog zoodanig niet gestraft en ofschoon uwe
lijfeigeneu niet beter weten zoo is zulk eene tuchtiging voor
een vrij man zeer oiiteerend. Steven en ik zijn voor altijd van
elkander gescheiden, zoo G. M. hem die ruwe behaiideliug laat
ondergaan want dit raakt de eer en deze smaad zoude ons
beiden welligt hel leven kosten. Eu is het nu wel de moeite
waard, dal U. M. twee brave jonge lieden om eene niets be-
teekenende slavenziel, zoo ais Wasilowitsch wiens gelijko in
slechtheid in gansch Pelcrsburg niet te vinden ts opofferde?
De Keizer. Hoor, blaauwoog! Gij hebt eeue fluweeien
long maar zeg eens wat heeft Wasilowitsch u gedaan dat
zoo slecht is
Ma riageraakt. Mij? Neen God dank, mij niets! Ik
laat mij niet wat wijs maken. Een arm meisje de dochter
van den koopman Chernikov heeft die booswicht (zij werd
bloedrood) verleid kortom zij wilde zich verdrinken toen
reddo Steven haar, bragt ze bij mij eu ik heb die ongeluk
kige opgenomen eu beschermd eu eens dat 'laar verleider bij
ons kwam en meende met baar alleen te zijn lachte hij haar
uit eu spotte met haar, toen zij hem aan zijne eedeu herin
nerde, er bijvoegende, dat hij haar eu het kind voor den
Keizer zoude afzweren en dat het niet de eerste valsche eed
en ook de laatste niet zou zijn dien hij doen zoude. Toen
zij daarop wanhopig werd dreigde hij haar nog eens weer
uit het venster te gooijen zoo als vroeger! Nu was mijn ge
duld uit; ik beloofde hem de deur te zullen uitjagen, zoo hij
niet ging; en sedert dien tijd zag ik hem; maar ook Steven
niet weder. Toen ik nu hoordedat Steven zich aan hem
vergrejien had dacht ik terstond dat het om de arme Yar-
scha was pakte hel meisje op en ijlde hier heen eu al is
M. ook nog zoo rnaglig dat hij mij «iel eenen weuk ver
nietigen kau toch hebt gij te veel gevoel voor regt om d«
onschuld niet te beschermen.
Zij zweeg; hare fonkelende oogen vol tranen, waren stijf
op den Keizer geslagen die verwonderd over hare vrijmoedig
heid haar welgevallig aanzag toen den doodsbleekeu Wasi
lowitsch met zijnen blik trachtende te doorboren, riop bij
eensklaps Yarscha binnen."
Na ecnige oogenblikken kwam de bedrogene waggelend en
met hel verdriet op het bleeke gelaat binnen en viel voor
den magligeu alleenlieerscher in het stof, met hel hoofd ter
aarde.
De Keizer medelijdend. Is het waar hetgeen Maria mg
verhaalde? Hebt gij Wasilowitsch's trouwverzekeriug? Is hij
ll w inan
Yarscha blozende met het hoofd leu hemel, voor God ja