Ae aardappelen, sporen ziet van ontevredenheidover alle din
gen, behalven over eigen dwaasheden, is hot goed voor het
hart, wanneer men cene gezelschapszaal binnen slapt, waar nie
mand klaagt, waar de harmonieuss toon der opgeruimdheid is
aangeslagen; waar de blijmoedigheid het gelaat verlicht, alsdc
lentezon de ontluikende bloem.
Zoo gaat hel immers hier in dit vriendelijk avonduur. Wre
vel is hier niet thuis; staatkundige bedilzucht een slot <>p de
mond gelegd; verketteren, de hemel beware ons! niemand
denkt er aan. Die niet blijmoedig kan, of wil wezen, none
geene sluiting van het Nut bij, of hij zal zijne oninagl ten kwa
de prettig zien uitkomen; want de blijmoedigheid is besmette
lijk. Ik zet het den kniesoor en grompot ter dezer plaatse thans
den avond door te brengen, en bij zoo veel lagchende blikken,
bij zoo levendige kout, enz. enz., het gelaat strak te houden,
of grommend heen te gaan. HÜ moge het zot vinden, maar in
gerekend wordt hij.
Ziet nu, als het hier zeo gesteld is, dan mag er ook wel op
het coti vocatie-bi liet slaan: feestelijke sluitingEn die stemming
zoo gul, en genoegelijk moet door hen, die in dit avonduur het
woord voeren, levendig gehouden, en zelfs aangevuurd worden.
Het zou heiligschennis wezen, indien de heerschende blijmoe
digheid, door eeue bijdrage of door do redevoering wierd uit-
gebluscht.
Ik heb, vrees ik daar een hard woord legen mij zelven uit
gesproken. Maar ik vat ook aanstonds weder goeden moed;
omdat blijmoedige regters kwalijk gestemd zijn, een doodvon
nis uit te spreken. Dit mag ik althans met alle vrij
moedigheid betuigen, dat ik er mij voor het minst toe zet, om
in dezelfde stemming te spreken, waar in gij ziltehooreu. Dit
geeft reeds a prori eene zekere aangename zameustemmingof
harmonie des geestes. Dit althans durf ik er nog wel bijvoe
gen, dat ik niet denk: mijne hoorders, moeien hoorenomdat
ik spreek, en daarmede basta. Ik heb menig redenaar gehoord
die van dit egoïstisch beginsel uitging; maar dan ook daarvoor
met. hinderend gelluister gestraft werd, eu met Poolsclie mon
den aangegaapt.
Het is een belangrijk, misschien wel geleerde vraag; wat de
taak van een redenaar zij? ik antwoord: hij heelt den pligt op
zich genomen, om zijne hoorders; of te onderwijzen, of te ou-
derhoudeu, of te bewegen, of alle drie te gelijk.
Het eerste komt vanavond in 't geheel niet te pas. Zoudtgij
luisteren, als ik u lessen in de zwemkunst gaf? Het mogt zon
der gevaar kunnen geschieden; zelfs zonder nat te worden maar
juist daarom zou liet ouderwijs te droog ziju.
Zal ik hét derde gedeelte, van de scliooue cn roerende taak
der Redenaars vervullen, en u wegslepen? toch niet naar huis;
want het zou er te vroeg toe zijn. Waartoe zal ik u bewegen?
tol droefheid over den slechten tijd, of huisselijke rampen? ik
zen door ontijdigheid uwe aandacht moedwillig verbeuren. Zal
ik 't doel hebben getroffen, als ik u tot zuinigheid opwek, en
gij straks nog een extra flesch neemt? Maar ik zal u tot blij
moedigheid bewegen? overtollige arbeid; of ik zon aanleiding
moeten geven, dat ze een kalverensprong deed, en in het schut-
liok te lande kwam. en dit ware in mija oog misdaad Blij
moedigheid verliest haar beminnelijk karakter, zoodra zij in
dartelheid ontaardt. Als ik wel zie, behoort zij door vroomheid
geheiligd lo wezen; en ik hoop niet, dat dit lieve woord uw
vreemd toeklinkc; want dan ziet liet er bij u van binnen niet
goed uit. Daarom ook geen opgeruimder en blijmoediger mensch,
dan die vrede heeft met God, zijnen Vader en met zijn gewe
ten, namelijk, een geweten, dat geen Opium ia heeft. Waar
de vrede van binnen wordt gemist, is blijmoedigheid de roes
van zedelijke dronkenschap.
Als ik de zaak wik en weeg, blijven mij van dc driepligteu
des redenaars, slechts het middenstuk over; uamelijk, u te on
derhouden, waarmede men ingewikkeld zeggen wil: u te amu-
zeren; d. i. de stemming waarin, cn waartoe, gij hier zijt op
gekomen, gaande te honden, voedsel te geven.
En waarlijk een stijve ernstige voordragthoe belangwekkend
het onderwerp anders ook mogt wezen, zou bij deze gelegenheid
kwalijk geplaatst zijn; althans op weinig bijval kunnen rekenen.
Het woord ernstklinkt reeds hard eu scherp; eu wat liet
beteekent, zult gij zelve ontdekken, als gij de letters,die
wonderlijk misplaatst zijn,uil elkauder neemt, en op hun
regte plaats brengt; want bij die letterverzetting krijgt gij van
het woord ,,er?ist" het ware, en bedoelde woord snert.
Snert, foei, welk een triviaal, gemeen woord! Ik bekert het
ook gul weg; dat ik er voor gebeefd, en geijsd heb, om het
op een deftige plaats, in een feestelijk uur, uit te sprekeu.
Snert komt immers op geen feestmaal, wordt wel in Delftsch
aardewerk, maar niet in fijn porselijn toegediend. Dus hierin
deze feestelijke vergadering ook geen Snert, alias, geen ernst.
Die vinnige beteekenis, ligt in de gansche familie van dit woord;
zoo als in snarrensnerrensnirren, snorren. Een pijl die
wondt, snort door de lucht; maar een duif die vrede brengt,
wiegelt op zefijreu. Zoo ook mijuo rede; zij zweeft over alles
luchtig eu vlugtig heen. Zoo ze u niet onderhoudt; d. i. niet
velerlei; zij hel ook tegen elkander inloopende gedachten uit
lokt: u niet aangename gewaarwordingen toevoerthet is ten
minste niet aan mijnen goeden wil te wijten; en ik zeg u kort
af: en gij kent met eon mijne logica van dezen avond.; kan mijn
spreken u niet amuzeren, doet het dan maar u zelve. Genoeg,
als het geschiedt, is de waarheid van het 2e gedeelte mijner
stelling bewezen; dat de sluiting onzer wintervergadering, i'ees-
telijkmag heeten; omdat onze bijeenkomst zich door opgeruimd
heid, eu blijmoedigheid openbaart en kenmerkt.
Qtbucvtcnticn.
YERKOOPING op TEXEL.
De Opperslrandvonder in het Ressort van Texel, als
daartoe geauthoriseerd is voornemens op Dingsdag den 11
Mei e.k. des avonds 7 Ure in het Logementhet wapen
van texel in het openbaarad opus Jus habentium Ie
verkoopen
Eene LADING HOUTWAREN, beslaande in 1910
Greenen of Vuren DEELEN en 274 Stuks bekapte BAL
KEN, alles van verschillende afmetingen, afkomstig van
zeker, den 22 April 11. in zee verlaten gevonden GAL-
JOOTSCHEEPJE en alhier aangebragtleggende van
heden af gekaveld aan de Haven van Texel ter bezig-
tiging der gegadigdens.
Nadere Information to bekomen by den Makelaar W. J. H.
BOK aan den Burg aldaar.
De Verkooping der HUIZEN en ERVEN in de Gemeente
Helder nagelaten door wijlen den Heer J. SUIJDERHUIJ-
SEN welke is geannonceerd, te zullen plaats hebben op
Donderdag den 20stcn Mei aanstaande, in bet Locaal Ti-
voli aan den Helderis uitgesteld lot nadere bekendma-
king.
Uitgegeven bij C. BAKKER Bz. te Nieuwtdicp.
Gedrukt bij S. GILTJES G. K00TER te Selder.