BINNENLAND. HELDER en NIEUWEDIEP 15 Mei. HELLEVOETSLUIS12 Mei 1847. Met den 15 Mei wordt alhier buiten dienst gesteld Z. M. Brik Lijnx, Kom. den Kap. Luit. Br. Rengersen het Etat Major van gemelde bodem, op non activiteit gesteld. Den 20 Mei zal van hier zeilenZ. M. Schoener Ad der, Kom. Luit. Ie cl. Folmer Kuellaertnaar de Noord zee, ter begeleiding van de Haringvloot. Heden is alhier in de vaste sleepdienst van Koopvaar dijschepen enz. gesteld: de door den Heer Fop Smit van Alblasserdam gekochte Stoomboot de stad Gorinchemthans genaamd Brouwershaven; dio men veronderstelt, aan die dienst geheel zal beantwoorden. Nog legt alhier het Schip Princes SophiaKap. Fel- lewesselmet Landverhuizers, (altijd in queslie) Er heerscht op dien bodem roodvonk en mazelendio aldaar veel verwoes ting toebrengenaangezien er reeds zeventien zielen zijn be zweken. Het is te wenschen dat er spoedig verandering in die zaak komt, opdat die menschen do reis kunnen vervolgen. Het alhier te veld slaande gewas belooft veel, en slaat buitengewoon goed; de vroege aardappelen staan reeds boven de grondde mee staat mede goeden alles voor spelt een goeden oogst. BURGERLIJKEN STAND. Gehuwd J. B. de Klerk en M. Biersleker. J. Gordijn en J. H. Bo de. D. N. Reichart en M. Naastepat. Bevallen L. Gorter geb. Rijkers, Z. C. de Bruijn geb. GeerlingZ. A. Knip geb. ZijpD. Overleden J. R. Ebbinkhoff36 j. H. F. A. Meijer 8 m. W. Waagmeester 15 d. J. C. Hebing, 50 j. D. Tuinman, 27 j. (Bcwengbc IScvigtcu. Zes Sloombooten zijn beschikbaar gesteld om de verwacht wordende graanschepen des noodig op sleeptouw te nemen. De Ansjovisvangst op de zeeuwsche stroomen is aangevan gen.H. K. H. de Prinses van Oranje heeft met haren oud sten zoon de Haagsche kermis bezocht. Hel jaarlijksche bezoek van Z. M. den Koning naar Amsterdam is wederom eenigc dagen uitgesteld.'In Tubingen hebben de studen ten zich gewapend, ten einde de hongerige menigte uiteen te jagen. In Petersburg heeft do winter zich op nieuw doen gevoelenzoover het oog reikte zag men massa's sneeuw. In de Boheemsche plaats Leitmerilz heeft men een graanspeculant de beide ooren afgesneden. De Ber- lijnsche officieren hebben hunne koningin eene serenade ge geven om hunne vreugde te kennen te geven over hare genezing. Een der veteranen van het Egyptische leger de luitenant-generaal baron Hourel is overleden. Bou-Ma- za (do man met de geit) is in Parijs gearriveerd. Ver wacht uit Rusland 70,000 last rogge. Omtrent de be slechting van het geschil tusschen Turkeijo en Griekenland, heeft het russischo kabinet zich geheel aan do denkbeelden van Oostenrijk aangesloten. Verwacht een wedstrijd in het vak van historieschilder aanlevangen op den 21 Junij aanslaande. Het hof van Berlijn is naar de zomerresiden tie (Postdam) vertrokken. Een Berlijner straatjongen riep een bakker die voor de hongerige menigte zijn deur sloot en zijn brood te ligt gemaakt hadtoe Geef het brood maar door het sleutelgat." In Petersburg lijden honderd duizend menschen aan de griep. D. Goeijenbier te Wa teringen (weslland) heeft de eerste nieuwe aarcfappelen aan den Koning ten geschenke aangeboden. Van den 7 tot den 11 Mei is voor de noodlijdenden in en bij de Boemeier- waard ingekomen de aanzienlijke som van ƒ5605, 26. FErriDEiojr. TOESPRAAK BIJ DE SLUITING DER Wintervergaderingen van het Departement Helder der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. den 9 April 1847. door J. H. S. Vervolg en slot.) III. Onze sluiting mag ook daarom feestelijk toegaan, omdat, en dit mijn derde deel, de toekomst ons vriendelijk toelacht. Dit is veel, zeer veel van een geheimzinnig en gesluijerd wezenen niet anders is de toekomst. Wij weten niet wat morgen geschie den zal. Do goederen, welke zij aanvoert, heeft zij in eene koffer gesloten, die noch met den sleutel^der wijsbegeerte, noch met den degen van een wereld-dwinger, noch met de list der staatkunde, zelfs niet eens door de looverkracht der schoone kunsten kan geopend worden. "Wij danken den Alwijze die de toekomst in Zijne schoot heeft, en voor Wien 1000 jaar zijn als één dag, en een dag als lOOOjarenvoor deze magteloosheid. Wie slecht denkt, en kwaad doel, hij alleen, ziet inde toe komst een wrekend spook van een vermoord heden; want zij onthult wat de misdaad verbergt. Zij straft met onverbidde lijke strengheid; want de lijd geeft geene gratie. Misschien nog barmharliger dan de gratie der koningen, die zij met roeden op den rog laten copiëeren, en met gloeijend metaal verzegelen, en dan den zoo gevoelig begenadigden, dien pardon-brief 12of 15 jaren in eenzaamheid laten nalezen. Verbannen wij echter elke naargeestige gedachte! Die wel doet, die wel ontmoet. In dit spreekwoord ligt de toekomst der deugd. En ons Departement doet immers geen kwaad en de maatschappij waartoe liet behoort ook niet. Ik wil niet op treden als bare lofredenaardit te hooren heeft mij meer dan eens gehinderd want met de Maatschappij te roemen prijst men eigenllijk zich zelf en eigenlof is verdacht, heeft altoos een vreemde geur. Doch dit neemt niet weg dat wij het goede erkennen mogen. Yalsche nederigheid is de hoogmoed van An- tisthenes. De Maatschappij spreekt door hare daden en dit is eene veelzeggende getuige. De toekomst lacht ons vriendelijk tegen met lentelicht en zomergloed en als de wintervorst in het najaar zijnen kristal schepler weder in de hand neemt dan ja dan als St. Nicolaas de kinderen verblijdtals de jaardag des Konings het Wilhel mus doet aanheffen dien zullen wij vieren het eerste zil veren feestgetijde van ons Departement. Het is thans de laat ste maal in het vijfentwintigste genootschapsjaar, dat wij bij een zijn en met gemengde aandoening sla ik bet oog terug op den afgelegden weg. Bloeijend en blijmoedig bereikt ons de partement het eindpunt van het vierde eener eeuw en de toekomst belooft eene feestelijke intrede in een nieuw tijdperk. Bescheidenheid legt thans een slot op mijne lippen; want ik mag het gras niet wegmaaijen voor de voeten van hem dien gij roepen zult om dan den feestloon aan te slaan. Genoeg heb ik aangevoerd M. Hom u de waarheid van mijn beloog te doen gevoelen dat de toekomst ons tot fcesle- lijko vreugde stemt. De blik in het voorledene is de profeet der toekomst. Wij willen niet anders dan wat waar schoon en goed is bevorderen. Zulke voornemens geven reeds bij

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1847 | | pagina 3