Qlbticrtcnticn. Oproeping van Crediteuren. MÜZIJK en DANSPARTIJ, den Heer der Gemeente opdraagt en gezegend zij die zoo in de kerk worden ingeleid. Het komt ons voor dat bij de Pink ster aanneming in de Hervormde Kerk alhier menig ouder ilit hichtstuk hetwelk 60 cents kost zijn tot lid aangenomen zoon of dochter waardiglijk ten geschenk kan aanbieden. JF JE U I JL Ij JE T O X. DE BANKIER OUVRARD en NAPOLEON. De bankier Onvrard een der laatste kinderen der revolutie is onlangs gestorven. Zijn leven is als eene geschiedenis van Schce- razade doorstrooid met goud en zilver. De jonge Ouvrard was winkelier te Nantes een der schoon ste, oudememendste en geestige mannen van zijn' tijd. Deze eigenschappen zijn voor kruideniers even zoo dienstig als voor anderen. Het gebrek van 1790 voorziende had hij verbazend veel in geslagen en verdriedubbelde dus in weinige maanden zijn ka pitaal. Hij begaf zich daarop naar Parijs, waar de revolutie hem nog rijker maakte. Hij was reeds meer dan een milioe- nair, toen Robespierre viel, maar toen vond ook hij zijn'mees ter, Op zekeren avond was er veel bezoek in het salon van Ma dame Tallien en een jong officier van geen fraai voorkomen naderde de schitterende vrouw. Ha zijt gij hel! zeide Madame Tallien glimlachende, nu er is goed nieuws gij zult de broek hebben Ter opheldering van dit vreemde woord dieue, dat onze min vermogende officier verzocht had in de gunst van een decreet te mogen deelen, dat aan arme officieren het laken voor hun ne uniform toestond. Madame Tallien had zijn request onder steund en deelde hem nu den goeden uitslag met eene eenigzins ondeugende goedheid mede. Hij bedankte haar evenwelen be speurde met een nevens haar een schoon man r die alles gehoord iiad en die der schoone Irolsch den arm biedende, den officier wet een' spotlenden lach aanzag. Die man was de milioeuair Onvrurd en die arme officier was Napoleon Buonaparte. De groolo man vergaf den bankier nimmer, en dezen kostte zijn spottende lach bijna honderd eu twintig millioeneu. Gedurende den veldtogt in Egypte had Ouvrard tien milli- oen aan het Directoire geleend; Buonaparte kwam terug maakt 18 Brumaire, eu verwijst den kapitalist naar het jaar VII. even zooveel als eene betaling te doen op den 32 der maand. Dat was een! Toen het gebrek in 1802 op het hoogste was neemt Ouvrard aan om in drie weken voor zes en twintig millioeneu granen te koopen. Hij hield woord op tien dag afmaarden volgenden dag slaakte de schatkist hare betalingen. Hij verloor deze keer een of twee milioeneu een bagatel. Dat was twee! Nu kwamen de plannen voor den dag nopens eene landing in Engeland. Ouvrard verbiudt zich om de mariue van leef- togt te voorzien en gaf in een enkel jaar acht en zestig inilli- oen uit. Ei toch! zeide de eerste consul, terwijl hij de reke ningen doorzag, ik geloof dat hij, die om mijn pantelon lach te. aan de slechtste buit zal zijn! Ouvrard moest zijne be zittingen verkoopen en had veertig millioen minder. Dat was drie. Nu kwam het keizzerrijk. Spanje was een eu zeventig mil lioen aan Frankrijk schuldig. Ouvrard maakt een compagnie schap met koning Karei, en maakte zich van den handel op Amerika meester en stapelt hoopen piasters op elkander. Geef mij die piasters, zeide de keizer, de schatkist heeft ze noodig. Kort daarna neigde het keizerrijk ten val. Toen redde Ouvrard het overschot zijner fortuin, door het in zijne portefeuille verborgen te houden. Hij werd voor schuld gevan gen gezet. De arme man, die oogenschijnlijk zelf geen stuiver bezat om zijn' bakker of kleermaker te betalen, voldeed de schulden van zijne huurlieden in do gevangenisten einde hun ne vertrekken bij het zijue te voegen en liet zich achter de grendels een paleis inriglen on leidde, gevangeneen leven vau weelde. Eindelijk werd hij vrij, en hij bragt zijn romanesk leven verder te Londen door, waar hij ook gestorven is, uoc altijd millioenair zijnde en gedenkschriften nalatende, die wel dra het licht zullen zien. Waarschijnlijk zal Napoleon op zij ne beurt de cullottes van 1796 daarin duur te staan komen. De dienst tusschen Alkmaar en Amsterdam door de Stoomboten de Zaanstroom en Mercurius is aangevangen op Maandag den 17e Mei. De uren van afvaart voor de zomerdienst zijn als volgt i Dagelijkschuitgezonderd Donderdags, s'morgens 6 uren van Alkmaar, des namiddags IJ i> s'morgens 7 Amsterdam, des namiddags 5 De overtogt geschiedt in ruim 3 uren. Dit middel van vervoer biedt het publiek de meest ge riefelijke en aangename gelegenheid aanzoowel ten opzig- te van de inrigling der Booten als van het afwisselende en schoone van het Traject. Al degeenen die iets verschuldigd zijnaan- te vorderen mogten hebben van- of onder zich berustende mogten heb ben uit de onbeheerde nalatingschappen van Wijlen de Ech telieden G. Oudkerk cn M. L. Hillesom, gewoond heb- bendo en overleden zijnde te Schagen, worden uitgenoodigd daarvan schriftelijke opgave te doen, vóór of op den 29 Mei e.k.ten kantore van den door do Regtbank benoemden Curator in opgemeldo nalatingschappen, A. J. van Doorn, t0 Schagen. De Makelaar A. J. van Doorn, te Schagen als Curator in de onbeheerde nalatingschappen van Wglen de Echtelieden G. Oudkerk en M. L. Hille somzal op Donderdag den 27 Mei e.k. des voormiddags 11 ure, ten overstaan van den Notaris A. Denysin het Koffijhuis te Schagenpubliek doen veilen en afslaan Een zeer goed op stand slaand WINKELHUIS en ERVE op de Hoogezijde te Schagennabij de MarktplaaatsKad. Sectie E, No. 293. Op MAANDAG den 2den PINKSTERDAGten huize van II. RURGERSin het Amsterdamsche Veerhuis aan den Helder. Aanvang des Avonds ten 8 ure. De Zaal zal fraai verlicht en het Orchest goed bezet zijn. V RIJ ENT RE «9 den Uitgever dezer is uitgegeven voor rekening van den Vertaler Het Pinksterfeest of het Eerste Avondmaal(eene Idjlle in Hexameters van Tegnór.) Naar het zwcedsch door P. F. L. C. ton Eichstorff voorheen Ie Luitenant der Artillerie thans Visiteur der Belastingen cn beëedigd Translaleur aan den Helderin Carlon a 60 Cis, Uitgegeven bij C. BAKKER Bz. te Nieuwediep. Gelrukt bij S. UILTJES G. KOOTER te Helder.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1847 | | pagina 4