TOONEELEN UIT HET KRIJGSMANSLEVEN, £lbocrteuticti. TERPACHTING Zaad en Graangewassen. JP XI WJ M L Ij Tl T O X. DOOR L. von ALBENSLEBEN. In gespannen verwachting lagen een groot aantal Officieren van verschillende korpsen, allen tot de voorposten beliooreude den avond vóór den slag aan de Katzbachom een groot bivou- ac-vuur, «ligt in hunne mantels gewikkeld, en luid over het ruwe, onvriendelijke, vochtig koude weder klagende. Men verwachtte den volgeuden dag een' beslissendeu slag, want reeds lang stond men tegenover den vijand zonder iets van belang gedaan te hebben, en voor weinige uren had men eindelijk bevel gekregen, dat het gebeele legercorps zich met het aanbreken van den dag gereed moest houdende Katzbach orer te trekken, en den vijand aan to grijpen. Hoe welkom zulk een berigt den soldaat, en inzonderheid den Officier, die behalve roem en eer, ook nog de in gecncu deele onverschillige bevordering toelacht, altijd ook zij zoo kan liet toch niet missen, hem in eene ernstigere, eeuigzins plegli- gere stemming te brengen. Zoodra het bevel lot een' Uoofdslag gegeven is, moet ieder soldaat, zonder dat hij daarvoor behoeft te sidderen, zijn leven als verbeurd beschouwen, en sneuvelt Itij niet in den slag, heeft hij zelfs het geluk al de gevareu zonder eene enkele wonde door te worstelen, dau moet hij dit als een geluk beschouwen, dat het grootste lot uit de loterij weinig toegeeft. Daarom zal ook de vrolijkheid in de legers, al moge zij ge woonlijk ook lot uitgelatenheid, of tot losbandigheid overslaan den avond voor eeneu vooraf bepaalden slag gewis verstommen; want de laatste nacht, op welken de soldaat vóór zijnen dood nog met zekerheid rekenen kan, is te gewiglig, dau dat niet ieder denzelven met ernstige overwegingen, of ten minste met eenen gerusteu slaap, om krachten voor het zware werk van den volgenden dag te verkrijgen, maar niet bij den beker, bij kaarten en dobbelstccnendoorbrengen zoude. In zulk eene plegtige stemming nu bevonden zich ook de ge noemde Officieren, en er werd slechts weinig gesproken, eer de een na den anderen ingeslapen was. Slechts twee, twee in- ni" vertrouwde vrienden, de Huzaren-Luitenant vak en de Artillerie-Luitenant vak K. rustten niet. «Broeder!" zoo bc- gou de eerste, anders een der vrolijkslen onder de vrolijke ka meraden maar heden buitengewoon ernstig, bijna weemoedig gestemd; «broeder! ik heb een voorgevoel, dat morgen de dag «van mijnen dood zal zijn." «Wees toch geen dwaas," zoo viel vak K. hein in de rede, »en ontneem u-zelven den moed niet, door zulke bijgeloovige grillen." „Gij weel," antwoordde R., «dat ik niets minder dan bijge- «loovig ben; ook denk ik morgen te toonen dat het gevoel in «mijn binnenste, dat mij den dood verkondigt, mij niet van «deu moed tot den strijd tegen de gehate onderdrukkers van «het Vaderland beroofd heeft. Ik ben echter vast overtuigd »dal dit gevoel mij niet bedriegt, en daarom heb ik nog een «verzoek aan u, zonder twijfel hel laatste voor dit leven." «Openbaar mij hetzelve," zeide K., dien de plegtige stem- miu" van zijnen vriend ook ernstig begon te maken. «Zeg het »mij°, en ik beloof u het te zullen nakomen, als het ecnigzins «in mijne magt staat." Dal zal, hoop ik, God geven," antwoordde R., terwijl hij zijnen vriend hartelijk de hand drukte. Na cenigen tijd ge zwegen te heb tien ging hij aldus voort: «ontvangt gij morgen de tijding, dat ik gesneuveld beu, en heeft de Hemel u geluk- ki<» door" de gevareu van den aanstaanden dag geleid, tracht »d°an mijne ouders mijne bruid," de aandoening dreigde zijne stem te verstikken, terwijl hij aan de geliefde dacht, die hij alleen nog zijne gade niet noemde, omdat hij zonder dralen de stem van het Vaderland gevolgd was, toen het deszeis zo nen in de wapenen riep, «spoedig en met de meest mogelij- »ko verschooniiig van mijn dood berigt te geven. Indien urt» «dienstzaken hel u veroorloven, breng hun dan zelfde tijding, «en zeg den dierbaren Belevingendat zij niet om mij treuren «moeten, want dat ik blijmoedig in den roemrijken strijd voor «het Vaderland, in de getrouwe vervulling mijuer pligteu ge- vallen ben." «Waar vinde ik haar echter?" vraagde K. «Waarschijnlijk zijn zij" Daar viel een schot; snel sprongen de slapenden op, ieder ijlde op zijne post, en naauwelijks bleef R., alvorens hij zich op zijn paard wierp, nog zoo veel tijd overig, den vriend nog eenmaal met vuur aan zijne borst te drukken, toen rende hij heen om te verkennen, en voor het begin van den slag zagen zij elkander niet weder. va iv In de Anna Paulowna Polder, op de Schorren langs den Kanaaldijk. Op Zaturdag den 12 Junij 1847 des voormiddags 10 ure. bestaande in Veelbelovend KOOLZAAD, TARWE, ROGGE, HA VER GARST BOONEN en ERWTENgroot c. c. 100 BUNDERSzijnde in onderscheidene perceelen afgedeeld. De Verpachting zal aanvangen op het perceel tegen over de Kwelderkooi en zal door den Heer P. LAN SER aldaar woonachtig en bij wien tevens informatien le beko men zijn gedurende acht dagen vóór de verpachting, aan wijzing worden gedaan aan de Gegadigden. Do ondergeteekende maakt het kunstminnend Publiek bij deze bekend dal hij voornemens is om gedurende dit Zo mer Saisocn in het lokaal Tivoli zes concerten a la Mu~ sard te geven waarvan hel eerste op Dingsdag den 8sten dezer des avonds ten 7 ure zal plaats hebben en de vol gende steeds vroegtijdig door dit Weekblad zullen geannon ceerd worden. Deze Concerten zullen bestaan in hel uitvoeren van de meest beroemdslo Ouvertures PotpourrisSolostukken en de nieuwste dansmuzijk van Strauss Lanner Labits- k ij e. a, Bij goed weder zal worden aangevangen met Turksch Muzijk in de tuin. De Entréo is voor een heer met of zonder dame ƒ0,75. iedere dame daarenboven 0,25. NB. H.H. die zich wenschlen te abonneeren voor de zes Concerten worden daartoe in de gelegenheid gesteld in het locaal voornoemd en bij den ondergeteekenden alwaar de Conditiën ter inzage liggen. J. DAHMEN. Uitgegeven bij C. BAKKER Bi. te Nicuwediep. Gedrukt bjj S. GILTJES G. KOOTERte Selder.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1847 | | pagina 4