WEEKBLAD van des HELDER en bet NIEUWEDIEP, N°. 25. ^,1®™ "*T Go STAATKUNDIGE BESCHOUWINGEN, VERTOGEN enz. VIJFDE JAARGANG. Dit Weekblad wordt eiken Maandag-morgen uitgegeven bij C. HAKKER Bz te Nieuwe Diep. De 1'rijs is 80 Cts. in de drie maanden en voor de buitensteden franco per post 90 cents. Men abonneert zich bij de Boekbandelaren en Postkan toren zijner woonplaats. MAANDAG ADVERTENTIEN gelieve men ongezegeld aan den Uitgever in te zenden, uiterlijk Zaturdagsdes middags ten 12 urede prijs van 1 tot 4 regels is 60 centen voor eiken regel meer 15 centen behalve 35 centen zegelregt voor elke plaatsing. 31 .1 l IJ. 4e Kid. Onze Omnibus heeft een paar reizen op stal gestaan terwijl een pas sagier de beide toeren zoo als wij beloofd hebben in eigen rijtuig heeft gedaan. Wij zullen nog eens inspannen en dan de volgende keer de dienst staken. Welkom Heeren Maar wij moeten eens het gezelschap opnemen. Wat leest gij daar mijn waarde vriend »Een verzoekschrift van de Geldersche onderwijzers aan deprovincialestaten.a Daar wordt een waarachtige, doch treurige toon in aangeslagen." En het verzoek is billijk." »Men beroept zich op Groningendoch hoe lang deelen wij reeds in dit voorregt. Er zijn menscheu die met alles ontevreden ook het schoolwezen hier zouden veranderd willen zien. En toch is het zoo vele jaren regt goed gegaan. Er zijn bijkans geene, of al zeer weinige kin deren die in het geheel niet ter school gaan. Dit is aan niets anders te danken dan dat het schoolgaan kosteloos is gesteld. Het kost zeker duizenden aan de Gemeente kas maar het onderwijs wint er bij en dit is meer dan geldbesparing. Al de nadeelen die het geldersche rekwest opnoemtbestaan hier nietde voordeelen die het aan kosteloos school gaan vastknoopt zijn hier aanwezig. De onderwijzers zijn onafhankelijk van ouderen luim of kwadejongens streken de opkomst in de school is voortreffelijk. Wij zouden geen plaats weten op te noemen waar het beter gaat. En ziet nu het personeel der onderwijzers: er is geen en kele en hieronder tellen wij mede het personeel der fransche en bijzondere scholen er is geen enkele tegen welken eene gegronde aanmerking is te maken. Dit is veel en ik zeg de waarheid en zou het even zoo zeggen, indien het tegendeel bestond; want wij zijn verheven boven gunstbejag en wij vreezen geene afkeuring. ■a Mijnheer de Conducteurdan mogen wij wel het Gemeente Bestuur die zoozeer hare roeping verstaat, Schoolbestuur Iers en den onvermoeiden en welwillenden Schoolopziener danken. Wis en zekeren te meer nog omdat dankbaarheid een munt is die weinig in omloop komt 't is een artikel daar de scherpstfiscale financie Minister geen belasting op zal uitdenken Zeg eens Conducteurwat denkt gij van het artikel dat ik hier lees in den Burger No. 49 dat een raadgeving aan de kiezers bevat? Lees wat gij hebt.» Geene andere dan ervarene, onafhankelijke personen, ook uit den burgerstand zonder aanzien van geloofsbelijdenis moeten voortaan met het mandaat van vertrouwen der kieskollegien worden vereerd.» Is dit niet goed Ongetwijfeld en zoo het anders gaatloopt het verkeerd en het is al mooi op weg. Bij de ongelukkige scherpe afscheiding, die zich aller- wege laat zien, wil men ook tot in de Tweede Kamer de kerkelijke par tijen overbrengen. De Ileercn uit N. Braband hebben dit meermalen doen voelenen van lieverlede komt reeds de naam van Roomsche leden in trein. Kerkelijke partijschap is een ramp het laatst van al moet zij een voet in de zalen der wetgevende magt zetten. Maar hoor eens welk eene vreemde wending het artikel nu neemtOok vooral onze Roomsche Stad en Landgenooten moeten wij dringend aansporen een ijverig gebruik van hunne Staats-burgerlijke regten in het vervolg te ma ken en verdienstelijke burgers uitkun midden in dekieskollegiente zenden.<c Hê daar komt de aap uit den mouw. Het eerste is dus een raad aan de Protestanten om eigenllijk zoo als het behoort te kie zen. Ligt loopt er bij onpartijdige keuze een Roomsche onder, en dit is winst. Doch dan worden de Roomschen als of zij een bijzondere kaste een afgescheiden geheel uitmakenaangezocht om toch uil hun midden dit kan niet anders wezen dan enkel roomschen te kie zen. Dit is de kerkelijke afscheiding op staatkundig terrein gebragt sluw en dom te gelijk omdat de zethoewel berekend in de gevolgen te spoedig in de oogen springtom gevolg te kunnen krijgen. Hoort eens Heeren Wij spreken hier den wensch uit dat in ons Vaderland alleen burgerlijke verdiensten in aanmerking komen en wij schroomen niet allen die verwijdering tusschen burgers trachten te bewerken waar door aan de aangevallen zijde middelen van tegenweer worden uitgelokt lage landverraders te noemen. Eén belang blijve het belang van allen en de Godsdienst in de kerk hars vrucht groeije in vrede en eenstem migheid tot volksgeluk. Bonjour Mijnheer W! komt ge eens uit Delfzijl het andere einde der Nederlandsehe wereld bezoeken?» Ik kom regelregt van Londeu Een heerlijke uitstap En toch ben ik hier gek aangeland.» Hoezoo Wel met de stoomboot van Londen gearriveerd hebben de ambte naren de ontscheping van mijn koffer en hoedendoos belet. Menwildemij zelfs mijn jas en paraplui niet laten volgen de eerste heb ik naar Ilarlingen moeten laten varen het overige heb ik mij niet laten verhinderen mede te nemen. »'t Is vreemd want de ambtenaren hier verdienen niet dan hoogen lof, zoo als zij alles faciliteren. Het moet dus op grond van eene wet u belet zijn.» Ik zal liooren wat de Inspecteur er van zegt en ik neem plaats hier in de Omnibns om het aan iedereen te vertellen. Ik heb er niets tegen. Alleen merk ik op dat als het zoo gaat ons land als een oord van besmetting, zal ontweken worden. Op den Rijn kleedt men de reizigers uiten binnen het N. Diep mag men zich niet aankleeden Misschien denkt men dat men hier geen kleeding of koffer noodig heeft. Zeg eens Conducteur waarom vlag je »Wel Mijnheer, weetje dan niet, dat de Omnibus den dag vanWa- terloo eert. »Wel dat zijn we al vergeten, 't is al zoo lang geleden. En hoeveel is er sedert gebeurd dat »De geschiedenis niet ongedaan maakt. Dankbaarheid moet toch wel

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1847 | | pagina 1