een schrikkelijke last ïijn dat ze geen dertig jaren kan bewaard wor den. Zie dan zijn de Joden beter. Duizende jaren zijn er weggevloden en nog jaarlijks is het bij hen een regt innig feest als de Terlossing uit Egypte wordt gevierd. Zij zijn zwervelingen en toch wordt het uur van Tolksredding niet vergeten. Inderdaad men mag verbaasd staan over de rassche vergetelheid van doorgestaan leed en daarop gevolgde wonderbare reddingdie zelfs zoo verre gaatdat men den man vergoodt die ook ons Vaderland zijne zelfstandigheid ontnam en aan wiens grootheid dit eenige ontbrak dat hij geen tijd bad om goed te zijn. Wij geven het den krijgsman toe dat hij dweept met een mensch geworden oorlogsgod wiens blik was als de bliksem en zijn stem verpletterend als de donder van het oor logsvuur; die den lafaard in eenen held hervormde, het slagveld in een feestplein herschapen en der Fortuin er eenen tempel bouwde; maar dat zij dien geesel van Europa bewonderen die als hij hooger ware geklom men hen zelve ongetwijfeld als zijn wisse prooi zou weggesleurd en hunne moeders tranen en armoede achter gelaten hebben om hun ver lies te gevoelen dit getuigt van eene verblinding die als zij algemeen wordt een zekere voorbode is van zedelijke nationale verbastering. De dag van Waterloo was een dag van Europeesch volken gerigt. De overwinning is de bezegeling geweest van de algemecne vrijwording uit een juk dat zoo pijnlijk knelde als dat van Egypte en daarom ben ik blijde dat het weer bede -en dankdag is. Wij danken geen menschen maar God. Wij roemen wel in het Europeesch Nèerlandsch en Oranje bloed dat op dien dag de velden van Waterloo drenkte wij zien er nog wel altoos onzen edelen koning op aandie ais jeugdig ridder zijn bloed voor het Vaderland vergoot; maar God alleen danken wij en zul len dit op den bededag ootmoedig en opgeruimd doen Heeren.' hoeden af. God zegene het Vaderland en onzen Koning! BUITENLANDSCHE BERI&TEN. FRANKRIJK. Een der dagbladen deelt de geschiedenis mede van den kommandant Monetgeattacheerd aan den generalen slaf van den maarschalk Soultdie gefusilleerd opgehangen verdronken is geworden en niettemin springlevend is. In den eersten spaansclicn oorlog werd onze krijgsman met vele an deren door eene Gueriila krijgsgevangen gemaakt. Zij plaat sten deze op eene rij en fusilleerden ze te gelijk. Monet storten neder maar locn de vijand voortgetrokken was stond hij ongedeerd op en had het geluk een Franschen post le bereiken. Eenigen lijd laler werd hij andermaal krijgsge vangen maar nu kleedde men licrn moedernaakt uiten hing hem aan een hoorn op. Hij had ter naauwernood een paar seconden gebengeld of een Fransch eskadron kavelerie verjaagde den vijand en sneed den spartelenden kommandanl loszoodat deze frisch en krachtig op zijne beenen stond. Ten derden ntialo gevangen wilde echler het noodlotdat zulks door dezelfde Gueriila geschiedde die hem voor eeni gen tijd meende gefussilleerd te hebben. Hunne verbazing was groot en om hem nu eens onschadelijk voor altijd te maken ontkleedden zij hem honden hem de voelen bij el kander en de handen op do rug en wierpen hem in dien staat, in eene nabij stroomende breedo mier. De komman- dant Monet liet zich nu door den stroom voortdrijven de onbewegelijkheid van een lijk in acht nemende, maar steeds zijne moordenaars gadeslaande, die aan den oever hem ble ven na oogen. Toen hij uit hun gezigt was poogde hij zich van zijno banden to ontdoen. Na veel inspanning gelukte hem zulksdaar hij altijd hekend stond als met ongeloofe- Jijke ligchaamskrachten begaafd tezijn. Korten tijd daarna bevond hij zich op nieuw le midden zijner krijgsmakkers die hem den onster fel ij ken heetten. PARIJS 15 Junij. Men leest in de Fransche dagbladen de volgende zonderlinge bijzonderheden omtrent de levenswij ze der Koningin van Spanje. Hoewel zij Koningin, of liever omdat zij Koningin is, moet Isabelle II. eene ware lionne (leeuwin) zijn niet in den zin waarin men dit woord gebruikt; maar in de beteckenis van eene ware wederhelft van den Koning des wouds. Mogt Isabelle eenmaal de kroon verliezen, dan zal zij dezelve we! welen te heroveren, met de lans in de handwant het han teren der wapenen is eene ware uitspanning voor haar. Ha ren lijd brengt zij op de volgende wijze door. Ten drie ure, wel te verstaan na den middag, slaat zij op. Naau- welijks gekleed zijnde, bet toilot is geen bijzonder voor werp van hare belangstellinglaat zij een sierlijk en ligt rijtuig voorkomen, dat haar door do Koningin van Engeland ten geschenke is gegeven, en bestijgt het, soms alleensoms met haren doorluchtigen gemaal, welke hierin juist niet veel zin heeft en zulks met angst onderneemtwant hij beschouwt het altijd als een wonder, wanneer hij er heelhuids afkomt, daar zijne koninklijke wederhelft zelve het onstuimige span paarden met losse teugels bestuurt. Ten vijf ure wordt er gegeten, en dadelijk na afloop van het maal, oefent Isabel le zich in het schermen of pistoolschietenen doet vervol gens een toertje te paard. INa hare terugkomst wordt er ge speeld gedanst of gezongen lot een ure des nachts. Dan begint do ministerraad, welke de Koningin altijd presideert. Heeft zij zich lang genoeg verveelden is de trek naar den slaap wederzijds onwederstaanbaar geworden, dan laat zijde ministers weggaan, blijft alleen tot zeven ure en begeeft zich dan eerst ter ruste op helzelfdo oogenblik dat haar ge maal, die reeds ten elf ure naar bed is gegaan, opstaat. Toen onlangs een officier van haar eskorte uit den zadel viel en zijn hals brak, omdat zijn paard koppig werd, liet zij het dier op liet slotplein brengen, besteeg het en galopeer de twee of drie maal het plein op en neder trots den bes ten ruiter. Daarop zeide zij met grootste koelbloedigheid: Gij ziet het, alleen de onhandigen breken de hals. BELGIË. BRUSSEL 15 Junij. Een grappig voorval heeft gisteren voor de correclioneele reglbank alhier plaats gehad. Vijf kruiken met Diesier hier stonden op de balie als corpora delictitoen do warmte, welke in de zaal heersehte, zulk eene gisting in de kruiken te weeg bragt, dat twee der kur ken lossprongen en het hier over de tafel van den president heen schuimde, die veel moeite had om de door dit toeval gestoorde orde te handhaven. BURGERLIJKEN STAND. Gehuwd G. R. Ekhart en T. Pronk. Bevallen J. v. d. Bogaard geb. Terluin Z. J. C. W. Jansen geb. SchuitD. J. Geus geb. Bouwens Z. C. Arts geb. Hassing Z. J. v. d. AYiele geb. Gomes D. Overleden J. Dienst 4 w. C. F. Lindstrom 27 j. YV. II. Rikert- sen 5 m. (Scmciiïjbc Ï3cvi§tcu. Do grootvorst Konstantijn van Rusland, wordt in Engeland ten hovo met zeer veel onderscheiding bejegend. Prins

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1847 | | pagina 2