tkfefttiaicer Z. A. Tinxtcr gd>. Sclinalscnberg D. Sclioon geb. ïïeijuing D. M. C. Graan geb. Pierrot D. J. Swaen geb. Pakker J). A„ O. Arends geb. Groof Baibera Z. - M. P. de Kok geb. van ftarSIuisD.M. Kamp geb. Bruin Z. W. G. Swart D. J. Kuiper J. Poetsrna D. Overleden A. Wentel 33. j. J. Póetsma 40 j. (^cmcmgfrc 'SScrtgfciï. In de eeuw der standbeelden zal er ook een opgerigt worden Ier eere van Tij 1 Uilenspiegel op zijne geboorteplaats, een dorpje in Duitschland. De broeder van den Paus is opperbevelhebber van de schutterij geworden le Rome,In Parijs wórden de nommers der buizen vernieuwd door mid del van kleine geëmailleerde scbijljes van porcelein die op een blaauwen grond witte cijfers bevatten. In Rome heerscht steeds cene opgewondene stemming. De gewezen Minister in Tesle in Frankrijk is lot drie jaren gevangenis veroordeeld ter zake van opligting. De beroemde slandbeeldgieler Soijer le Parijs is ook in verzekerde bewaring genomen. Met october zullen vier nieuwe leden Ier vergadering van de tweede kamer optreden n. 1. de II. H. BotsAlewijn Smit en Wiehcrs. Kinderen beneden de zestien jaar die kwaad doen zijn niet strafbaar volgens de wel. In Frankrijk be treurt men het dal een eervolle miliilairo loopbaan van veer tig jaren gecne verligling van straf kan geven. Ook de heer Willemsdo bekende Componist van wien Neerlandsch, bloed: is overleden. Prins Fredcrik zal binnen kort in de Residentie terug keeren. Te Hellendoorn maken 130 per sonen van de afgescheidene gemeento met bunnen predi kant aan het hoofd zich gereed om naar Amerika te er- trekken. &EUKJjSJJ2T€> M. BOB RACKET zoekende naar een paar schoenen. Vervolg en slot van het vorige »Hij laat ons ook wachten,antwoordde de zoon, brommende als een bulhond, »wij hebben de kleur van zijne guinjes nog niet eens gezien. »Mijn zoon, spreek met meer eerbied van een Lord »Ik zal u niet laten wachtenzeide Bob, gij zult alle acht dagen uw geld hebben. »Goed, dan behooren u de schoenen in tien weken. Maar dan is het al lente, hernam de arme jongen, en hij ging droe vig heen. Maar eenige schreden gedaan hebbendekeerde hij terug en zeide: Gij weigert mij misschien omdat ge mij niet kent, ik heet Bob IUgket en dien bij den Heer Stoneheartden Procureur. »Dan moet die voor u instaan, en de schoenen zijn u.« Goed ik zal het hem vragen, zet de schoenen op zijde. Het kantoor van den Procureur was in eene blinde straaten bestond uit twee vertrekken gelijkvloers in eene der oudste huizen van Londen. Het eene daar de klerken zaten, voerde ook naar dat, waar de oude Procureur zijn verblijf hield, onder een verhemelte van spinnewebben en te midden van oude dikke folianten handelende over de regtsgeleerd- heid. Sedert het vierde van eene eeuw waren de glazen niet gewasschen en de muren niet gewit. Zij zagen zwart door de langdurigheid van tijd, niet door den rook, want de Heer Stoneheartten einde een goed voor beeld aan zijne klerken te geven, gebruikte geen vuur, zelfs niet in den winter. Dit jaar echter had hij, uithoofde van de gestrengheid van den- zelven, eene uitzondering op dezen regel moeten maken. »Mijnheer« zeide Bob, met de pet in de hand, en het hoofd voorover gebogen, »wilt gij borg voor mij spreken Borg spreken voor u <c »Ja Mijnheer bij den schoenmaker. De winter is zoo streng dit jaar, dat ik niet langer blootsvoets gaan kan.« Blootsvoets J riep de Procureur uit, terwijl hij zijn bril opzette on gelukkige l gij doet mijne boodschappen blootsvoetswat moeten mijne cliënten wel denken! Men zal mij houden voor een hardvochtig onmeêdt* gend mensch. Ileidaar! Sparrow\ Heidaar! Sparrow de eerste klerk kwam dadelijk. ,,Geen schoenen,,, hernam de Procureur, en volgens alle Goddelijke en menschelijke wetten is zijne moeder verpligt hem te voeden en te kiee- denHeeft die vrouw dan geen gevoel?,, Mijne moeder is eene goede moeder, hernam Bob maar zij heeft geen geld. Wij loopea allen in ons huisgezin biooisvoets, wij wachten slechts op de terugkomst van Oom Taddij de walvischvaarder. Sparrowtel dadelijk Bob drie stuivers voor. Hij heeft nog welzijn dagwerk niet verrigtmaar hij zal het toch doen, en ik wil dat hij mij dankbaar zij. Geef hem de drie stuivers. De lente is nog ver verwijderd en de koude vermeerdert dagelijks. God sta den armen bij en beware hem voor zulke s'renge winters. Zijt gezegend Mevrouw vrede en geluk dale op u en op uw huis ne der. De strenge koude die daar huiten heerscht heeft u niet belet het i raam van u verwarmd vertrek te openen om eenen kleinen bedelaar te roepen die daar blootsvoet voorbij liep en hem een paar nieuwe schoe nen te geven die bestemd waren voor uwe kinderen die er zoo veel in overvloed hebben. De zegen van God dale ook neder op uwe witte haren Verkondiger van het Evangelium die, toen gij een arm meisje op de straat onlmoet- tet dal blootsvoets liep bij eenen schoenmaker zijt ingegaan om haar een paar schoenen te koopen zonder nog te spreken van de halve kroon die gij haar in de handen gestopt hebt, en die mogelijk hare onschuld zal redden door haar brood te geven. ja Er zijn goede zielen Er zijn er maar Bob had ze niet ontmoet. De dagelijksche uitgave van het arme huisgezin was dus gebragt op drie stuivers. Op het gebrek volgde de hongersnood. Hadden de aard appelen ook in dit jaar mislukt zou het nog erger geweest zijn en zes arme engelen Bob Racket aan het hootd zouden barrevoets den Jacobs ladder bestegen hebben, die van de aardeJ naar den hemel voert. Maar Code zij dank geen ziekte onder de aardappelen. Zij waren in over vloed op de markt aanwezig, en op de hurken hij het vuur gezeten, hoorden zij met welgevallen den ketel bruischen die de aardappelen bevatte. Het is waar het spreekwoord zegt de honger is een scherp zwaard, maar Bob en zijne broeders en zusters hoorden even gretig mis schien wel voor de honderdste maal naar het verhaal van de lotgevallen van oom Taddij die nu vijftien jaren geleden vertrokken was met een walvischvaarder dan naar het koken van de aardappelen. Maar zeide de weduwe dan wel eens gij hebt het reeds zoo dikwijls gehoord. Dal is niets antwoordde de kleine Kettij hoe meer ik het hoor, hoe meer ik het hooren wil. En ik ook antwoordde Bob. y> Ja vertel maar moeder riepen dan Charhj en Tom De kleine Maria zeide niets en wel om de eenvoudige reden dat zij nog niet praten kon. »Yertel riepen allen, toon ons de levende naald: dit was een klein kompas. Toen uw oom Taddij vertrok, zeide de goede vrojw, terwijl zij het kompas uit de kas haalde gaf hij dit aan mijn man en zeide Ziet Robert dit zal uw aantoonen waar ik mij bevind. "Wanneer gij aan mij denkt keert u dan daarheen waar de punt naar toe wijst, naar het noor den daar gaan wij walvisschen vangen op de kusten van Groenland. Toont dan de naald waar hij nu is hernam Bob. Als het er maar niet zoo koud is als hier. Het is er veel kouder, mijne kinderen., een zeeman die van de wal- visch vangst is teruggekomen heeft mij gezegd dat men daar niets zag dan ijsbergen en witte beeren die de sloepen aanvallen. Eens bevond uw oom Taddy zich aan den oever van een eiland met een rijke vreem deling het was een Deensch lieer, toen zij werden overvallen door een troep van die dieren. Hij had al zijne krachten noodig om ze met zijn bijl afieweren en de sloep te bevrijden. De Deensche heer heeft hem toen in zijne bescherming genomen en men zegt dat hij rijk geworden is. Maar waarom helpt hij ons dan niet? vraagde Bob. Hij weet zeker niet dat ik weduwe geworden ben. Mijn God als de witte beeren hem maar niet verscheurd hebben riep Bettij. En de walvisschen maar niet verslonden even als Jonas zei le Tom. Bob zei hij zal terugkomen en ons nieuwe schoenen koopen. De aardappelen moeten nu wel gaar zijn.» Bob kon dikwijls niet slapen van de wintervoeten. In dezen nacht deed hij niets dan droomen van witte beeren walvisschen ijsbergen en vooral van oom Taddij, Dan werd hij in zijn djroorn zelfs vervolgd en

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1847 | | pagina 3