PUBLICATIE.
»al Noord-Holland zich niet langer over de tneesUn harer vertegen
woordigers in Je staten-generaal behoeven te schamen. "Wij meenen te
■weten dat het aan menig lid der provinciale staten vooral onder de afge
vaardigden van het platte land niet ontbreekt, aan den wensch naar ver
betering. inaar liet ontbreekt hun aan eenheid en steun en deze zal ge
vonden worden, zoodra de leden uit Amsterdam zich aan het hoofd der
vooruitgang plaatsen.
Welligt komt op menig gelaat, als hij deze vooruitzichten voor den toe
komst leest, een glimlach op het gelaat: Hoe veel moet er nog gebeu
ren! hoe vele jaren moeten er nog verloopen voor dat de geest der Am
sterdamsche stemgeregtigden de geest is der Amsterdamsche leden van de
provinciale staten, voor dat die geest vruchtbaar werken kan bij de ver
kiezing der staten-generaal1 Tolkomen waar, maar kan men dan ook
duchtiger bewijs leveren hoe ellendig ons kiesstelsel is, als er jaren moe
ten verloopen, voor dat de geest der natie zich in de kamer der volks
vertegenwoordiging kan uiten, zoodat de leden der staten-generaal niet de
natie van heden maar de natie van tien of twaalf jaar geleden vertegenwoor
digen? dat de keuze van heden eerst werken kan over tien of twaalf ja-
jen als de stemgeregtigden reeds tot geheel andere inzigtengekomen zijn?
BURGEMEESTER en ASSESSOREN der gemeente
Heldermaken bij deze bekend
Dat door den Raad dezer gemeente, bij besluit van den
23 Maait 1847, is gearresteerd het navolgende:
Tarief eener belasting op het helpen
leicaren bewaken en verlichten van sche
pen en vaartuigenwelke in de Gemeente
Helder verblijf houden.
De voormelde belasting welke zal worden gelieven
van do vaste Jaag, Veer en Marktschuiten dadelijk bij
derzelver aankomst en van andere schepen en vaartui
gendadelijk nadat zij eene nacht in de gemeente zul
len hebben vertoefd, zal voor iedere keer, dat dit
aankomen en vertoeven plaats vindt bedragen
Van de zeeschepen lot en met 50 tonnendrie centen
per ton, en voor iederen ton, boven de 50 tonnen,
een en een halve cent.
Van de binhenfaartuigen tot en met 50 tonnentwee
centen per tonen voor iederen tonboven de 50
tonneneen cent.
2 at het voorschreven Tarief bij besluit van Zijne Ma
jesteit den Koning, van den 27 Junij, 1847, No. 50
is goedgekeurd.
3. Dat door den Raad dezer Gemeenteteneinde de voor-
schreveno belasting ordelijk te kunnen heffenbij bo
vengemeld besluit van den 23 Maart 1847, is gearres
teerd liet navolgende
REGLEMENT voor de heffing eener
belasting op het helpen bewaren bewaken en
verlichten van schepen en vaartuigen wel
ke in de Gemeente He ld er verblijf houden.
Artikel 1. De Schipper of Gezagvoerder van elk
schip of vaartuig, dat in de Gemeente Helder
aankomt en aldaar in den haven, hel Nieuwediep
in den Koopvaarder-binnenhavenin het Hcldersch
Kanaalin het onder de Gemeente Helder behoo*
lendo gedeelte van het Groot Noord-Hollandsch
Kanaal of ergens anders in do Gemcento Helder,
of onder deszelfs aanhoorigheid een of meer nach
ten vertoeft, zal voor iedere keer, dat dit aankomen
en vertoeven plaats vindt, ten behoeve der Gemeente
Helder, ccne belasting verschuldigd zijn, waarvafj
het bedrag bij een afzonderlijk tarief is vastgesteld,
Artikel 2. De belasting zal niet verschuldigd zijn
a Van de schepen en vaartuigen, welke de Ge
meente doorvaren zonder aldaar eene nacht te
vertoeven, niet uitzondering van de vaste Jaag,
Veer-en Marktschuiten, waarvan in elk geval
de belasting zal worden geheven, behoudens
het bepaalde bij Artikel 5.
b Van do schepen en vaartuigen tot 's Rijks
zeemagt, het Loodswezen, de Posterijof de
betonning der zeegaten behoorende.
c Van de Oorlogschepen en Oorlogsvaartuigen van
vreemdo Mogendheden.
Artikel 3. De belasting zal worden ingevorderd
door een of meer daartoe door het Gemeente-be
stuur opzettelijk aangestelde en onder de bevelen
van den Controleur en den Ontvanger der Plaatse
lijke belastingen staande Subcntvangers, welke zich
tot dat eindevoorzien van hnnne aanstellingen en
van een afschrift van dit Reglement en van het
tarief, zullen begeven aan boord van de in de ter
men der belasting vallende schepen of vaartuigen.
Artikel 4. De belasting is verschuldigd van de
vaste Jaag, Veer- en Marktschuiten., dadelijk bij
derzelver aankomst en van andere schepen en vaar
tuigen dadelijk nadat zij eene nacht in do gemeen
te zullen hebben vertoefd en zal bij weigering, of
nalatigheid van betaling, bij parate executie op
schip en lading kunnen worden vorhaald.
Artikel 5. Ingezetenen der gemeentewelke Ei
genaars of Schippers zijn van binnenvaartuigen,
Jaag, Veer- of Marktschuiten, zullen deze belas
ting door betaling eener jaarlijksche recognitie kun
nen uilkoopen waarvan het bedrag voor elk afzon
derlijk doch zooveel mogelijk naar eenen vasten
maatstaf door Burgemeester en Assessoren der ge
meente zal worden bepaald.
Do aanvrage tot uitkoop zal van de zijd® der
belanghebbende Eigenaars of Schippers moeten ge
schieden, en zal van eiken uitkoop worden gemaakt
schriftelijke overeenkomst, welke door beide par
tijen zal moeten worden geteekend.
Het bedrag van den uilkoop zal, even als de be
lasting, bij weigering of nalatigheid van betalingbij
parate executie op schip of vaartuig en lading en
des noods op de verdere bezittingen van den Schul
denaar kunnen worden verhaald.
Ingeval van verschil ten aanzien van den uit
koop of do gevolgen van dien, zal de beslissing
deswegens aan Hecrcu Gedeputeerde Stalen worden
onderworpen.
4. Dat het voorschroven Reglementkrachtens koninklijk
besluit, van den 15 December 1831 No. 82, door de
Gedeputeerde Staten van de Provincie Noord-Holland
is goedgekeurd, bij dispositie van den 26 Augustus
1847, No. 10.
U 0. Dat het Tarief en het Reglement hiervoororaschreven