DOK CE TWEEDE KAMER ZICO UIT MOEIJELIJKHEDES WEET TE REDDEN,
- WAARSCHUWING.
*an regeringsdaden onmogelijk f men zal alleen in aanbidding lotende en
prijzende Yoor alle mogelijke gestelde magten mogen neerknielen, maar
iedere vermelding van een daad iedere beoordeeling eener handeling die
den ambtenaar aan de billijke en regtmatige verachting van het publiek
zou blootstellen xal onmogelijk zijn, tenzij men zich voor het algemeen
welzijn aan eene gevangenisstraf van één jaar wil onderwerpen.
de Termelding Tan de beraadslagingen over het adres Tan antwoord
op de troonredereiden wijdat indien men de tweede kamer niet
kende uit de discussien over de Indische wetboeken verondersteld kon
worden dab als die boeken eenmaal aan de kamer werden aangeboden
een krachtig protest tegen die gearrogeerde wetgevende magf zou volgen.
Nu verwachtten wij niets van dien aard maar konden niet gissen boe
de kamer zich redden zou.
Nu bij bet reglement van orde was opgenomen de bepaling dat alle
"stukken die Tan' de'regeriDg inkwamen in handen eener commissie moe
ten gesteld worden0111 daarop te rapporterenmoest toch altijd iets
daarvan ter sprake komen. Misgeraden De kamer beeft ze niet in
handen van rapporteurs gesteld maar ze eenvoudig in de boekerij geplaatst
even als alle andere boeken en brochures die door particulieren aan de ka
mer worden aangeboden. Tolgens den gewonen term zou men dus moeten
zeggen »de regering heeft van eenige door haar uitgegevene boekskens
Hulde -aan de kamer gedaan." Dat is heel lief van de regering
Maar wat moet men nu zeggen van de kamer of van die leden der
kamer welke vau oordeel zijn dat ook voor de koloniën de wetgevende
magt gedeeltelijk bij de staten generaal behoortwanneer zij die boeken
zonder pfotest in de bibliotheek der kamer laat opnemen
De regering heeft nu officieel die wetboeken aan de kamer medege
deeld mag zij dan zwijgen als zij meent dat de regering hare magt is te
buiten gegaan Of ligt in dat stilzwijgen niet eene sanctie van de daad
De BURGEMEESTER dezer Gemecute verwittigt lnj de
zen dat in den loop der aanstaande week door Brandmees-
teren. zal worden gehouden de algetneene Schouwing over
do Sclioorstecnen en Stookplaatsen en vermaant eik en een
iegelijk, wiefl zulks zoude mogen aangaan, te zorgen dat
de Schoorsteenen behoorlijk zijn geraagd, en herinnert te-
wens aan de bepaling nopens het bergen van Turf, Mout
en andere Brandstoffen op van de Stookplaatsen geheel af
gescheidene gelegenhedenzoo mede aan de Verkoopers van
'Water en Vuur dat het niet gedoogd zal worden, dat de
turf naast de haarsleden wordt opgestapeld zullende wijders
de bepalingen der Plaatselijke Keure van den 4 November
1820, bij nalatigheid of overtreding geslrengelijk worden
toegepast.
Helder den 20 November 1847.
De BURGEMEESTER voornoemd
J. in 't F E L T.
B UITENLANDSCHE B ER I G T E N.
DUIT SC HL AND.
BAZEL 15 Nov. Zoo even ontvangen wij hier de tijding,
dat Frijburggisteren voormiddag ten 11 ure, gekapiluleerd
heeft. De tegenstand moet zeer hevig zijn geweest. De
divisie-genraal Bürckhardt van Bazel marcheerde aan hel
hoofd van de kolonne lot aanvalen eerst toen op verschil
lende kanten brand was ontslaan in de stad, geschiedde de
overgave. Ten gevolge van de kapitulalie treedt nu Frij
burg van het afzonderlijk verbond terug en geeft de
beslissing der Jezuïten-kwestie in de handen van "den
fanddag over- - -
De dagorder, welke do generaal Dvfour op den 12
den gorigt heeft aan zijne soldaten op het oogenblik dat
hij zijne beslissende operatien legen Frijburg begon is van
den volgenden inhoud
«Eedgenootschappelijko soldaten.
«Thans staan wij tegenover onze tegenstanders. Zij willen
den strijd. Welnu dat zij dan ook nu ondervinden wat
het kostde besluiten van do landdag te trotseren en zijne
bataljons te beledigen.
«Soldalen onder dezelfde banier geschaardzult gij voor
do handhaving der wettelijkheid en der reglen van het eed
genootschap ten strijde gaan Ik verwacht alles van uwen
riioed en uwe trouw. Het lot des vaderlands ligt in uwe
handen. Gij zult het door uwe dapperheid reddenen aan
de wereld toonen, dat de Zwitsers niet verbasterd zijn.
«De overwinning wacht u, toont u haar waaidig door de
wijze, waarop gij van haar gebruik zult maken. Spaart do
overwonnenen, bewijst even mcnschlievend als dapper te zijn.
«Soldaten! Ik reken op u óp dezen grooten dag, rekent
insgelijks op mij. Luistert naar de stem uwer aanvoerders,
volgt hun voorbeeldzij zullen voorgaan op den weg van
piigt en eer!"
BINNENLAND.
HELDER EN NIEUWEDIEP 20. November.
Met den 15 dezer is tot Kommandant van Z. M. Wacht
schip de Maas te Ylissingenbenoemd de kapit. ter zeo
J. F. Kist, en is met dien datum op non-activiteit ge-
bragt de kapit. ter zee IV. Baron de Raet. Tót Kom
mandant van Z. M. Transportschip Dordreeht is benoemd
de luit. ter zeo le. klasse S. J. Rijser; en is de komman
dant van genoemd Transportschip de luit. ter zee le klasso
J. Modera op non-activiteit gesteld.
Den 18 dezer is van hier onder een salut van 21
scholen uitgezeild Z. M. Fregat Rijnkommandant kapit.
ter zee F. A. JölirZ. M. Sd&oeuer Saparoea, luit. ter zee
le klasse A. D, Kluijskens. Aan boord van de Rijn be
vindt zich Z. Exc. de Vice Admivaal J. P. Machielsen be
last met hel kommandement van Z. M. Zeemagt in de Oostindicn,
Met genoegen is door ons bczigtigd een voor Z. K. II.
prins Hendrik der Nedei landen bestemd voortbrengsel van
pennekunstmet veel smaak en geduld vervaardigd door den
thans hier gevesligdcn schoonschrijver TV. J. Lorgion. Qp
die tekening {een zoogenaamde schijnbedrieger) zijn eenige
prenten, bladen uit oude druk- en muzijkwerkenenz. zeer
natuurlijk gerangschikt en voorgesteld. De heer Lorgion
is onderanderen, nog aan een dergelijk stuk bezighetwelk
aau koning Oscar van Zweden zul worden aangeboden, en
do voornaamste feiten van Hoogstdeszelfs Vader, koning/fa-
rel Jan, gedurende diens diensttijd, moet voorstellen.
Zeker weekblad biedt als litteratuur aan: de Zeven
Hoofdzonden, van E. Sue. Als men nagaat dat dit werk
waarschijnlijk21 deejen zal bevallen en ieder deel 20 vel
len druks zal inhouden, zoo volgt hieruit, in aanmerking
genomen dat het weekblad stellig niet meer dan vel druks
per week zal kunnen opnemen, dat de geabonneerden 32
jaren over de.Zeven Hoofdzonden zullen moeten lezen, en,